Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaken tussen
[naam verzoeker] , verzoeker
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder.
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
www.rechtspraak.nl.
Rechtbank Den Haag
Op 24 januari 2024 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in de zaken NL24.876 en NL24.878, waarbij verzoekers, vertegenwoordigd door hun gemachtigde mr. Z.M. Alaca, een voorlopige voorziening vroegen in verband met hun asielaanvragen. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid was de verweerder in deze procedure. De verzoekers hadden beroep ingesteld tegen de besluiten van 8 januari 2024, waarin de staatssecretaris had besloten de asielaanvragen niet in behandeling te nemen, omdat Duitsland verantwoordelijk was voor de behandeling van deze aanvragen.
De voorzieningenrechter heeft op basis van artikel 8:83, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht uitspraak gedaan zonder zitting. In de overwegingen van de uitspraak werd opgemerkt dat er op dezelfde dag een uitspraak was gedaan in de zaken NL24.875 en NL24.877, die betrekking hadden op de beroepen van de verzoekers. Aangezien er inmiddels een uitspraak was gedaan op de beroepen, was er geen noodzaak meer voor een voorlopige voorziening. De verzoeken om een voorlopige voorziening zijn dan ook afgewezen.
Daarnaast is er in de uitspraak geen aanleiding gevonden voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. K.M. de Jager, in aanwezigheid van griffier mr. R. de Mul, en is openbaar gemaakt via een geanonimiseerde publicatie. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.