In de bestuurlijke rapportage van de politie van 15 april 2024 is vermeld dat aan de politie op 15 februari 2024 vanuit de afdeling Team Criminele Inlichtingen (TCI) van de politie eenheid Rotterdam een TCI-proces-verbaal is verstrekt. Via een informant was de informatie ontvangen dat [naam 3] werkt als gastheer bij het seksbedrijf. Hij is zeer onberekenbaar en agressief, mede doordat hij zelf harddrugs gebruikt. Hij verkoopt ook harddrugs aan klanten en medewerkers van het seksbedrijf. Hij verkoopt dit als cocaïne, maar het is zeer waarschijnlijk een andere drug. Er zijn meerdere mensen gaan hallucineren na gebruik van deze drugs.
Na vervolgonderzoek heeft de politie op 4 april 2024 omstreeks 22:00 uur gezien dat de gastheer het seksbedrijf binnen ging. Om 23:30 is de politie overgegaan tot een gerichte interventie en instap. De gastheer droeg een heuptasje, waarin een vier pony-packs zaten, die (voorlopig) positief zijn getest op cocaïne, met een bruto totaalgewicht van 5,5 gram.
In de auto van de gastheer zijn in een laptoptas twee pony-packs met daarin vermoedelijk cocaïne met een bruto totaalgewicht van 3 gram aangetroffen. Uit nader onderzoek door Forensische Opsporing, afdeling narcotica, van de politie is gebleken dat dit cocaïne betrof met een netto gewicht van 1,6 gram. In zijn auto zijn voorts twee verboden wapens (een vouwmes en een zaagkoord en/of -lint) aangetroffen.
Het seksbedrijf is doorzocht. In de lockerruimte zijn in een afgesloten locker, in gebruik bij een onbekend gebleven sekswerker, twee lege wikkels van cocaïne aangetroffen. Voorts werd in een prop aluminiumfolie een residu (weging was niet mogelijk) van een bruinachtige substantie aangetroffen, positief getest op heroïne. In een vuilcontainer in een ruimte in het seksbedrijf werd een lege wikkel van coaïne aangetroffen.
Er waren geen bezoekers. Verzoeker en enige medewerkers waren aanwezig. De aanwezige medewerkers van het seksbedrijf zijn met uitdrukkelijke toestemming aan de kleding onderzocht. In een tasje van een sekswerker is een lege pony-pack aangetroffen, met dezelfde opdruk en tekst als op de pony-packs die bij de gastheer waren aangetroffen.
Sekswerker 1 heeft verklaard dat de eigenaar heel beschermend en vriendelijk is. Hij wil niet dat zij na het werk nog alleen naar huis gaan, of met alcohol op achter het stuur gaan zitten. Zij mogen daarom blijven slapen achter in het pand.
Sekswerker 2 heeft verklaard wel eens te hebben gezien dat andere dames gebruikten in het seksbedrijf, maar de sekswerker sluit daar bewust de ogen voor. De sekswerker heeft ook wel eens gehoord dat er boven in de kamers wordt gesnoven, maar heeft dit beneden nooit gezien. De sekswerker heeft binnen nooit handel in drugs gezien en kan niet zeggen dat de eigenaar of de gastheer zich hiermee bezig houden. De sekswerker wil dat ook niet zeggen en zegt geen verklikker te zijn. De eigenaar helpt hen juist. De sekswerker heeft tenslotte gezegd geen geld te hebben, niet te weten waar nu naartoe kan worden gegaan en dat de eigenaar de slaapplek regelt en de Uber betaalt.
Sekswerker 3 heeft verklaard dat de lege pony-pack die in het tasje is aangetroffen in Amsterdam is gekocht. Deze sekswerker heeft verklaard in het seksbedrijf te slapen in een kamer met andere dames.
De gastheer heeft verklaard drugsgebruiker te zijn en dat hij in het bezit was van 2,4 gram “iets dat niet mocht en dat geen bakpoeder was”. De vier pony-packs zijn van hem en zijn voor eigen gebruik bedoeld. Hij wist dat er in zijn auto’s nog pony-packs lagen. Hij handelt niet in verdovende middelen.
Verzoeker heeft verklaard dat hij er niets vanaf wist en tegen drugs is. Hij heeft het seksbedrijf vrijwillig voor twee weken gesloten gehouden.
Verweerder heeft vervolgens bepaald dat het seksbedrijf langer gesloten moet blijven.