ECLI:NL:RBDHA:2024:9647

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
10 mei 2024
Publicatiedatum
20 juni 2024
Zaaknummer
NL24.19360
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Rechtmatigheid van de maatregel van bewaring in vreemdelingenrechtelijke procedure

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 10 mei 2024 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure betreffende de maatregel van bewaring opgelegd aan eiser door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. De maatregel van bewaring, die op 1 februari 2024 is opgelegd op basis van artikel 59, eerste lid, aanhef en onder a, van de Vreemdelingenwet 2000, is door de rechtbank eerder getoetst en werd rechtmatig bevonden tot 22 maart 2024. De rechtbank ontving een kennisgeving van de voortduring van de maatregel van de verweerder, welke kennisgeving gelijkgesteld werd met een door eiser ingesteld beroep. Eiser heeft hierop gereageerd, maar de rechtbank heeft besloten dat een onderzoek ter zitting niet nodig was en het vooronderzoek op 8 mei 2024 heeft gesloten.

De rechtbank heeft de door verweerder en eiser verstrekte gegevens beoordeeld en concludeert dat er geen gronden zijn om aan te nemen dat de rechtmatigheidsvoorwaarden voor de maatregel van bewaring niet langer zijn voldaan. De rechtbank oordeelt dat de voortduring van de maatregel van bewaring van eiser nog steeds rechtmatig is. Gezien deze conclusie is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond. Deze uitspraak is gedaan door mr. N.M. Spelt, rechter, in aanwezigheid van N. Dayerizadeh, griffier, en is openbaar uitgesproken op 10 mei 2024. Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.

Uitspraak

uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Utrecht Bestuursrecht zaaknummer: NL24.19360
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[eiser], eiser V-nummer: [V-nummer] (gemachtigde: mr. R.M. Seth Paul),
en

de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid.

Procesverloop

Verweerder heeft op 1 februari 2024 aan eiser de maatregel van bewaring op grond van artikel 59, eerste lid, aanhef en onder a, van de Vreemdelingenwet 2000 (Vw) opgelegd. Deze maatregel duurt nog voort.
De rechtbank heeft de rechtmatigheid van deze maatregel van bewaring al eerder getoetst. Uit de uitspraak van deze zittingsplaats van 29 maart 2024 (in de zaak NL24.11530) volgt dat de bewaring tot het moment van sluiten van dat onderzoek op 22 maart 2024 rechtmatig was.
Verweerder heeft de rechtbank door middel van een kennisgeving van de voortduring van de maatregel in kennis gesteld en een voortgangsrapportage overgelegd. Deze kennisgeving wordt gelijkgesteld met een door eiser ingesteld beroep. Eiser heeft op de kennisgeving een reactie gegeven.
De rechtbank heeft het vooronderzoek op 8 mei 2024 gesloten en bepaald dat een onderzoek ter zitting achterwege blijft.

Overwegingen

1. Eiser verzoekt de maatregel van bewaring ambtshalve te toetsen.
2. De rechtbank ziet in de door verweerder en eiser verstrekte gegevens geen grond om ambtshalve tot het oordeel te komen dat aan de rechtmatigheidsvoorwaarden voor deze maatregel niet (langer) is voldaan.
2. De rechtbank komt tot de conclusie dat de voortduring van de maatregel van bewaring van eiser nog steeds rechtmatig is. Hieruit vloeit voort dat er geen aanleiding is om een proceskostenveroordeling toe te kennen.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. N.M. Spelt, rechter, in aanwezigheid van N. Dayerizadeh, griffier.
De uitspraak is uitgesproken in het openbaar en bekendgemaakt op:
10 mei 2024

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.