ECLI:NL:RBDHA:2024:9645

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
20 juni 2024
Publicatiedatum
20 juni 2024
Zaaknummer
640979
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Intellectueel-eigendomsrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Merkenrecht en auteursrecht in een geschil over namaak wodka en de uitputting van merkrechten

In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Den Haag op 20 juni 2024, staat de vordering van Polmos Zyrardów Sp. z o.o. centraal, die zich richt tegen Global Beverage SRLS en [bedrijfsnaam, sub 2] B.V. Polmos, houdster van merkregistraties voor het wodkamerk BELVEDERE VODKA, heeft conservatoir beslag gelegd op een partij wodka die door Global Beverage zou zijn aangeschaft. De rechtbank moet beoordelen of deze wodka namaakproducten zijn, zoals Polmos stelt, of authentieke producten, zoals Global Beverage betoogt. De rechtbank oordeelt dat de in beslag genomen flessen inderdaad namaakproducten zijn, waardoor het verweer van Global Beverage dat de merkrechten van Polmos zijn uitgeput, niet slaagt. De rechtbank wijst de vorderingen van Polmos tot afgifte ter vernietiging van de namaakgoederen toe, maar wijst de vorderingen gebaseerd op auteursrecht en onrechtmatig handelen af. Global Beverage's voorwaardelijke reconventionele vordering tot heretikettering wordt eveneens afgewezen. De rechtbank concludeert dat Polmos het recht heeft om de doorvoer van de namaakgoederen te verhinderen op basis van artikel 9 lid 4 van de Uniemerkenverordening.

Uitspraak

RECHTBANK Den Haag

Civiel recht
Team Handel
Zaaknummer: C/09/640979 / HA ZA 23-49
Vonnis van 19 juni 2024
in de zaak van
POLMOS ZYRARDÓW SP. ZO. O.,
te Zyrardów (Polen),
eiseres in conventie, verweerster in voorwaardelijke reconventie,
advocaat: mr. N.W. Mulder te Amsterdam,
tegen

1.GLOBAL BEVERAGE SRLS,

te Milaan (Italië),
gedaagde in conventie, eiseres in voorwaardelijke reconventie,
en

2.2. [bedrijfsnaam, sub 2] B.V.,

te Roosendaal,
niet verschenen,
gedaagde in conventie.
Eiseres wordt hierna Polmos genoemd. Gedaagde 1 wordt hierna Global Beverage genoemd, gedaagde 2 wordt [bedrijfsnaam, sub 2] genoemd.

1.Inleiding: waar gaat deze zaak over?

1.1.
Polmos is houdster van merkregistraties voor onder meer het wodkamerk BELVEDERE VODKA. [bedrijfsnaam, sub 2] is een expeditie- en opslagbedrijf. Global Beverage is een Italiaanse onderneming die in dranken handelt. Bij [bedrijfsnaam, sub 2] staat een partij Belvedere wodka opgeslagen, die deels op naam is gesteld van Global Beverage. Op deze partij is conservatoir beslag gelegd door Polmos.
1.2.
In deze procedure ligt de vraag voor of de inbeslaggenomen flessen Belvedere wodka van Global Beverage namaakproducten zijn, zoals Polmos stelt, of dat het authentieke producten zijn, zoals Global Beverage betoogt. De rechtbank is van oordeel dat het hier gaat om namaakproducten. Daarmee strandt ook het verweer van Global Beverage dat de merkrechten van Polmos zouden zijn uitgeput. De rechtbank wijst de vorderingen van Polmos, voor zover die zijn gebaseerd op het auteursrecht en onrechtmatig handelen, af. Polmos wordt niet verplicht tot het ‘heretiketteren’ van de flessen, zoals Global Beverage in voorwaardelijke reconventie heeft gevorderd.

2.De procedure

2.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding van 8 november 2022;
- de Akte inbreng producties van 11 januari 2023 van Polmos met producties EP01 tot en met EP22;
- de Conclusie van antwoord tevens houdende voorwaardelijke eis in reconventie van Global Beverage van 5 april 2023 met producties GP01 tot en met GP31;
- de Conclusie van antwoord in reconventie van Polmos van 28 juni 2023 met producties EP23 tot en met EP27;
- het tussenvonnis van deze rechtbank van 25 oktober 2023 met datumbepaling voor de mondelinge behandeling;
- B2-formulier van 22 februari 2024 met melding onttrekking van mr. Bonaparte als advocaat van Global Beverage;
- de Akte aanvulling grondslag en wijziging van eis alsmede overlegging aanvullende producties van Polmos van 22 maart 2024 met producties EP28 tot en met EP31.
2.2.
Global Beverage werd aanvankelijk bijgestaan door de advocaat mr. Bonaparte. Mr. Bonaparte heeft op de rolzitting van 28 februari 2024 te kennen gegeven dat hij Global Beverage niet langer vertegenwoordigt en dat hij Global Beverage op de gevolgen hiervan heeft gewezen. Voor Global Beverage heeft zich geen nieuwe advocaat gesteld. Global Beverage is niet verschenen bij de mondelinge behandeling op 22 maart 2024.
2.3.
Tijdens de mondelinge behandeling heeft Polmos vragen van de rechtbank beantwoord en haar standpunt, aan de hand van pleitnotities (die onderdeel uitmaken van het griffiedossier), nader toegelicht. De griffier heeft zittingsaantekeningen gemaakt.
2.4.
Ten slotte is vonnis (nader) bepaald op heden.

3.De feiten

3.1.
Polmos is een Poolse producent van verschillende alcoholhoudende dranken, waaronder wodka onder het merk BELVEDERE VODKA. Polmos maakt deel uit van de Moët Hennessy Group.
3.2.
Polmos is houdster van verschillende Uniemerkregistraties, waaronder de volgende (hierna: de Belvedere Merken):
1) de Uniemerkregistratie met nummer 016706434, geregistreerd op 29 augustus 2017 voor onder meer wodka, voor het woordmerk:
BELVEDERE VODKA;
2) de Uniemerkregistratie met nummer 009588864, geregistreerd op 20 mei 2011, voor het beeldmerk:
3.3.
De als beeldmerk geregistreerde afbeelding wordt hierna ook aangeduid als: het Logo.
3.4.
Global Beverage is distributeur van vooral dranken. Global Beverage is gevestigd in Milaan, Italië.
3.5.
[bedrijfsnaam, sub 2] is logistiek dienstverlener die zich bezighoudt met de in-, op- en uitslag van alcoholhoudende dranken in loodsen in Roosendaal. Goederen kunnen bij [bedrijfsnaam, sub 2] worden opgeslagen, waarbij [bedrijfsnaam, sub 2] in voorkomend geval houder van die bij haar opgeslagen fysieke producten blijft wanneer de eigendom daarvan wisselt.
Conservatoir afgiftebeslag onder [bedrijfsnaam, sub 2]
3.6.
Polmos heeft, na daartoe verlof te hebben verkregen van de voorzieningenrechter van de rechtbank Zeeland-West-Brabant, op 9 augustus 2022 conservatoir afgiftebeslag laten leggen onder [bedrijfsnaam, sub 2] . Daarbij zijn 60 pallets met Belvedere wodka beslagen; in totaal ongeveer 30.000 flessen.
3.7.
Naar aanleiding van het onder [bedrijfsnaam, sub 2] gelegde beslag, heeft Polmos aan de advocaat van [bedrijfsnaam, sub 2] op 10 augustus 2022 de volgende sommatie gestuurd:
“Zoals u zult weten heeft Polmos op 9 augustus 2022 onder uw cliënte [bedrijfsnaam, sub 2] B.V. (“ [bedrijfsnaam, sub 2] ”) conservatoir beslag tot afgifte ter vernietiging gelegd op 30 pallets met daarop flessen met onbekende inhoud, welke flessen zijn nagemaakt van het bekende wodkamerk BELVEDERE van Polmos (…).
(…)
Op basis van het voorgaande verzoeken, en voor zover nodig sommeren, wij [bedrijfsnaam, sub 2] uiterlijk vrijdag 12 augustus 2022 om 10.00 uur, schriftelijk:
( a) te bevestigen dat zij na aanvang van de beslaglegging van 9 augustus jl. iedere
medewerking aan de handel in de bedoelde namaakflessen van het bekende
wodkamerk BELVEDERE van Polmos heeft gestaakt en gestaakt zal houden;
( b) alle interne dossiers en, voor zover niet opgenomen in die interne dossiers, alle foto’s, klant- en betaalinformatie, aan ons toe te sturen, gestaafd door deugdelijke, volledige en herleidbare documentatie, zowel ten aanzien van de namaakflessen van het merk BELVEDERE die op 9 augustus jl. in beslag zijn genomen, als ten aanzien van alle
overige namaakflessen van het merk BELVEDERE die sinds 1 december 2021 via
Georgië, Israël, Griekenland, en/of België door [bedrijfsnaam, sub 2] zijn ontvangen;
en
( c) te bevestigen dat [bedrijfsnaam, sub 2] alle op 9 augustus jl. in beslag genomen
namaakflessen van het merk BELVEDERE van Polmos, inclusief alle bijbehorende
verpakkingsmaterialen, op eigen kosten en binnen 15 werkdagen, vrijwillig zal laten
vernietigen onder douanetoezicht en in het bijzijn van een deurwaarder, en ons
binnen vijf werkdagen na die vernietiging het door die deurwaarder opgemaakte
proces-verbaal van vernietiging zal toesturen.”
3.8.
De advocaat van [bedrijfsnaam, sub 2] heeft daarop bij e-mail van 11 augustus 2022 als volgt gereageerd:
“Wat betreft uw sommatie:
Ad a. Hiermee bevestigd;
Ad b. (…) [bedrijfsnaam, sub 2] zal u de relevante informatie verstrekken;
Ad 3. Niet akkoord bij gebreke van een daartoe strekkend rechterlijk bevel en nooit op kosten van [bedrijfsnaam, sub 2] .”
3.9.
Uit de door [bedrijfsnaam, sub 2] verschafte informatie is Polmos gebleken dat van de 30.000 beslagen flessen er 7.200 flessen op naam staan van Global Beverage. Deze flessen waren onderdeel van een zending van 2.335 dozen met Belvedere wodka, die op 5 juli 2022 bij [bedrijfsnaam, sub 2] is binnengekomen via Antwerpen vanuit Poti, Georgië. Deze zending stond op naam van Be Global Trade I.G. Ltd, gevestigd te Holon, Israël. Terwijl de producten bij [bedrijfsnaam, sub 2] bleven opgeslagen, heeft Be Global Trade I.G. Ltd. de hele partij op 13 juli 2022 doorverkocht aan Sasha Enterprises te Mumbai, India. Op 22 juli 2022 heeft Sasha Enterprises 1.200 dozen afkomstig uit bovengenoemde zending verkocht aan Vyapar Ltd., gevestigd te Bucks, Verenigd Koningrijk. Diezelfde dag heeft Vyapar Ltd. deze 1.200 dozen, met daarin 7.200 flessen, verkocht aan Global Beverage.
3.10.
De 1.200 dozen met 7.200 flessen op naam van Global Beverage (hierna: de Belvedere Goederen) zijn bij [bedrijfsnaam, sub 2] opgeslagen onder T-1 douanestatus.
3.11.
Op 4 oktober 2022 heeft de deurwaarder monsters genomen van de bij [bedrijfsnaam, sub 2] beslagen Belvedere Goederen van Global Beverage, foto’s gemaakt en daarvan proces-verbaal opgemaakt (zie ook r.o. 5.17).

4.Het geschil

4.1.
Polmos vordert – na aanvulling van grondslagen en wijziging van eis – dat de rechtbank bij vonnis, zoveel mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
Staking van inbreuk
I. Global Beverage zal bevelen met onmiddellijke ingang na betekening van dit vonnis elke inbreuk (a) op de Belvedere Merken respectievelijk (b) op het auteursrechtelijk beschermde Logo te (doen) staken en gestaakt te (doen) houden, (c) evenals het (anderszins) onrechtmatig handelen jegens Polmos te staken en gestaakt te houden, waaronder begrepen maar niet beperkt tot het via Nederland binnenbrengen en/of invoeren in de Unie van Namaak Belvedere Producten [1] , alsmede het in Nederland aanbieden, in de handel brengen of daartoe in voorraad hebben en uitvoeren van Namaak Belvedere Producten, zulks op straffe van een onmiddellijk opeisbare dwangsom van € 10.000,-- (tienduizend euro) voor iedere dag dat het opgelegde bevel geheel of gedeeltelijk wordt overtreden, met een maximum van € 500.000,-- (vijfhonderdduizend euro), althans een door de rechtbank in goede justitie te bepalen bevel en dwangsom;
Afgifte
II. Global Beverage zal bevelen binnen vijf (5) dagen na betekening van dit vonnis alle Namaak Belvedere Producten die zich in Nederland onder Global Beverage of namens Global Beverage onder derden in Nederland bevinden ter vernietiging af te geven aan het door Polmos ingeschakelde vernietigingsbedrijf Demontage Werkplaats Zeeland B.V., een en ander op straffe van een onmiddellijk opeisbare dwangsom van € 10.000,-- (tienduizend euro) per dag dat Global Beverage geheel of gedeeltelijk geen gevolg geeft aan het voor haar geldende bevel, met een maximum van € 100.000,-- (honderdduizend euro), althans een door de rechtbank in goede justitie te bepalen dwangsom;
III. [bedrijfsnaam, sub 2] zal bevelen de afgifte ter vernietiging door Global Beverage aan Polmos te dulden voor zover het gaat om Namaak Belvedere Producten die zich ten behoeve van Global Beverage onder haar bevinden, c.q. aan deze afgifte haar medewerking te verlenen door deze Namaak Belvedere Producten aan het door Polmos ingeschakelde vernietigingsbedrijf Demontage Werkplaats Zeeland B.V. af te geven;
IV. Global Beverage zal veroordelen tot betaling aan Polmos van alle kosten die verband houden met de vernietiging, welke kosten voor zover het gaat om de Namaak Belvedere Producten van Global Beverage die bij [bedrijfsnaam, sub 2] in beslag zijn genomen, voorlopig zijn begroot op € 5.000,--;
Proceskosten
V. Global Beverage zal veroordelen tot betaling van de door Polmos gemaakte proceskosten, inclusief de advocaatkosten zoals bedoeld in artikel 1019h Rv [2] , waaronder de kosten genoemd in randnummers 42 tot en met 43 [van de dagvaarding], en die zo nodig tijdig zullen worden aangevuld en gespecificeerd, welke betaling binnen veertien (14) dagen na dagtekening van dit vonnis dient te geschieden, bij gebreke waarvan daarover wettelijke rente verschuldigd zal zijn ex artikel 6:119 BW [3] vanaf de dag waarop het vonnis is gewezen tot en met de dag der algehele voldoening.
4.2.
Aan haar vorderingen legt Polmos het volgende ten grondslag. De door Global Beverage gekochte Belvedere Goederen zijn – zonder toestemming van Polmos – voorzien van tekens gelijk aan dan wel overeenstemmend met de Uniemerken. De Belvedere Goederen zijn niet afkomstig van Polmos en betreffen namaakproducten. Dit volgt onder meer uit het ontbreken van de echtheidskenmerken die door Polmos op haar flessen worden aangebracht. Verder is de wodka in de Belvedere Goederen onderzocht en daaruit is gebleken dat dit geen originele Belvedere wodka is. Gelet hierop vordert Polmos op grond van artikel 9 lid 4 UMVo [4] vernietiging van de Belvedere Goederen en op grond van artikel 9 lid 2 jo. lid 3 UMVo een algemeen inbreukverbod. Daarnaast heeft Polmos gesteld dat Global Beverage met de Belvedere Goederen inbreuk maakt op het auteursrecht van Polmos op het Logo, doordat op de beslagen flessen zonder haar toestemming kopieën van het Logo is aangebracht. Voornoemd handelen van Global Beverage is tevens onrechtmatig jegens Polmos, zo stelt zij.
4.3.
Global Beverage heeft verweer gevoerd tegen de gestelde merkinbreuk. Zij heeft betwist dat sprake is van namaakproducten, zodat artikel 9 lid 4 UMVo niet van toepassing is. Daarnaast stelt zij dat de merkrechten van Polmos zijn uitgeput, omdat de door Global Beverage aangekochte Belvedere Goederen door Polmos, of met haar toestemming, in de Europese Unie in het handelsverkeer zijn gebracht. Global Beverage heeft geen verweer gevoerd op de vermeerdering van eis en de daaraan ten grondslag gelegde inbreuk op auteursrecht dan wel het onrechtmatig handelen.
4.4.
Global Beverage concludeert tot niet-ontvankelijkheid van Polmos, dan wel tot afwijzing van de vorderingen van Polmos, met uitvoerbaar bij voorraad te verklaren veroordeling van Polmos in de kosten van deze procedure, vermeerderd met de wettelijke rente.
In voorwaardelijke reconventie
4.5.
Global Beverage vordert in reconventie, onder de voorwaarden dat de rechtbank in conventie zal oordelen dat Polmos terecht een beroep doet op artikel 9 lid 4 UMVo en geen sprake is van uitputting, dat de rechtbank Polmos zal veroordelen:
haar medewerking te verlenen aan de heretikettering, dan wel aan de door de rechtbank in goede justitie te bepalen handelingen aan de door Global Beverage aangekochte partij Belvedere wodka flessen, zodat deze na aanpassing en correctie verder in het handelsverkeer mag worden gebracht;
tot betaling van een dwangsom van € 10.000,-- per dag of gedeelte daarvan, althans een door de rechtbank in goede justitie te bepalen bedrag per dag of gedeelte daarvan, dat Polmos in gebreke blijft aan de veroordeling onder ‘1’ te voldoen.
Dit alles met veroordeling van Polmos tot vergoeding van de proceskosten van Global Beverage op de voet van artikel 1019h Rv, vermeerderd met de wettelijke rente.
4.6.
Polmos voert verweer in reconventie en concludeert tot niet-ontvankelijkheid van Global Beverage, dan wel tot afwijzing van de vorderingen van Global Beverage, met uitvoerbaar bij voorraad te verklaren veroordeling van Global Beverage in de kosten van deze procedure ex artikel 1019h Rv.
4.7.
Op de stellingen en weren van partijen wordt hierna, voor zover nodig voor de beoordeling, nader ingegaan.

5.De beoordeling

Bevoegdheid in conventie en reconventie
5.1.
De rechtbank is op grond van de artikelen 123 lid 1, 124 onder a, 125 lid 5 UMVo en artikel 3 van de Uitvoeringswet EG-verordening inzake het Gemeenschapsmerk, internationaal en relatief bevoegd kennis te nemen van vorderingen ingesteld tegen Global Beverage betreffende (dreigende) inbreuk op Uniemerken (in dit geval: de Belvedere Merken), nu Polmos stelt dat die inbreuk in Nederland heeft plaatsgevonden of dreigt plaats te vinden. De bevoegdheid van deze rechtbank is beperkt tot het Nederlandse grondgebied (artikel 126 lid 2 UMVo) en geldt voor de conventie en de voorwaardelijke reconventie.
5.2.
Ten aanzien van de vordering ingesteld tegen [bedrijfsnaam, sub 2] , die is gevestigd in Nederland, betreffende (dreigende) inbreuk op Uniemerken is de rechtbank bevoegd op grond van de artikelen 123 lid 1, 124 onder a, 125 lid 1 UMVo en artikel 3 van de Uitvoeringswet EG-verordening inzake het Gemeenschapsmerk. Deze bevoegdheid strekt zich uit tot het grondgebied van de gehele Europese Unie.
5.3.
Voor zover de vorderingen van Polmos zijn gebaseerd op inbreuk op auteursrechten en onrechtmatige daad, is de rechtbank ten aanzien van Global Beverage en [bedrijfsnaam, sub 2] bevoegd, omdat de rechtbank die vorderingen verknocht acht aan de(zelfde) vorderingen die jegens hen zijn ingesteld op basis van de Uniemerken van Polmos. Ten aanzien van Global Beverage is deze bevoegdheid met betrekking tot de gestelde auteursrechtinbreuk beperkt tot het Nederlandse grondgebied. [5] Dat geldt ook voor zover het gaat over het gestelde onrechtmatig handelen. Nu dit volgens de toelichting in de dagvaarding in wezen bestaat uit inbreuk op de Uniemerken van Polmos en de bevoegdheid ter zake in de UMVo exclusief is geregeld, komt de rechtbank geen andere of verdergaande bevoegdheid toe dan zoals in r.o. 5.1 en 5.2 is aangenomen.
Verstek verleend jegens [bedrijfsnaam, sub 2]
5.4.
[bedrijfsnaam, sub 2] is niet verschenen. Tegen haar is verstek verleend. Nu Global Beverage wel in de procedure is verschenen, wordt tussen alle partijen één vonnis gewezen, dat op grond van artikel 140 lid 3 Rv wordt beschouwd als een vonnis op tegenspraak. De rechtbank moet de vordering jegens een niet verschenen gedaagde toewijzen, tenzij deze de rechtbank ongegrond of onrechtmatig voorkomt (artikel 139 Rv). De vordering ten aanzien van [bedrijfsnaam, sub 2] zal met inachtneming hiervan beoordeeld worden.
In conventie
De beslagen Belvedere Goederen
5.5.
Zoals hiervoor (in r.o. 3.9 en 3.10) is vastgesteld, zijn van de 30.000 flessen wodka waarop op 9 augustus 2022 onder [bedrijfsnaam, sub 2] beslag is gelegd, 1.200 dozen met daarin 7.200 flessen verkocht aan Global Beverage. Global Beverage heeft de betreffende producten (de Belvedere Goederen) niet ingevoerd in de Europese Unie.
5.6.
Tussen Polmos en Global Beverage staat vast dat het in deze zaak gaat om flessen en verpakkingen (dozen) met daarop tekens gelijk aan het voor deze waren ingeschreven Uniewoordmerk BELVEDERE VODKA en het als Uniebeeldmerk geregistreerde Logo (de Belvedere Merken), dan wel tekens die in de belangrijkste onderdelen niet van die merken te onderscheiden zijn.
5.7.
Ook is tussen hen niet in geschil dat de Belvedere Goederen bestemd waren om (door Global Beverage) verder te worden verhandeld. Global Beverage heeft zich echter niet uitgelaten over de vraag of zij de litigieuze partij wodka in de Europese Unie wilde verhandelen of elders. Naar het oordeel van de rechtbank heeft Polmos onvoldoende onderbouwd dat de Belvedere Goederen
noodzakelijkerwijsin de Europese Unie in de handel zullen worden gebracht, althans dat dit de bedoeling van Global Beverage was of is. Gesteld noch gebleken is dat de Belvedere Goederen aan (een) klant(en) in de Europese Unie zijn verkocht, voor verkoop zijn aangeboden aan (een) afnemer(s) in de Europese Unie en/of dat reclame is gemaakt bij mogelijke klanten in de Europese Unie. Polmos heeft ook geen documenten overgelegd, waaruit zou kunnen blijken dat Global Beverage het voornemen heeft om de Belvedere Goederen naar consumenten in de Europese Unie te leiden.
Rechtskader; gevolgen T-1 status
5.8.
Aan het in conventie gevorderde verbod en de vordering tot afgifte ter vernietiging legt Polmos onder meer ten grondslag dat sprake is van (dreigende) merkinbreuk door Global Beverage als bedoeld in de artikelen 9 lid 1 jo. lid 2 en lid 3 jo. lid 4 UMVo. Tijdens de mondelinge behandeling heeft Polmos nader toegelicht dat zij meent dat de douanerechtelijke status van de goederen irrelevant is voor de beoordeling van de inbreuk. Volgens Polmos kan zij bij Uniegoederen én bij niet-Uniegoederen een verbod vorderen op grond van artikel 9 lid 2 onder a UMVo, ook wanneer (alleen) sprake is van merkgebruik in de zin van artikel 9 lid 4 UMVo. De rechtbank volgt Polmos niet in dit betoog, en licht dit hierna toe.
5.9.
Op grond van artikel 9 lid 2 aanhef en onder a en artikel 9 lid 3 aanhef en onder b en c UMVo heeft de merkhouder – kort gezegd – het uitsluitend recht zich te verzetten tegen het gebruik, zonder zijn toestemming, van een teken dat gelijk is aan het merk en in het economisch verkeer wordt gebruikt voor dezelfde waren, meer in het bijzonder en voor zover in deze zaak van belang, tegen het invoeren, aanbieden, verhandelen en daartoe in voorraad hebben van waren onder het teken.
5.10.
In het Douanewetboek van de Unie [6] (DWU) zijn regelingen opgenomen voor extern douanevervoer (art. 226 DWU) en voor opslag in een douane-entrepot (art. 240 DWU). Goederen die zich op grond van deze regelingen fysiek op het grondgebied van de Europese Unie bevinden, worden aangeduid als niet-communautaire goederen met de douanestatus T1. Goederen die in de Europese Unie worden ingevoerd, dat wil zeggen dat zij niet langer onder een douaneschorsingsregeling zijn geplaatst, wijzigen van status en worden T2-goederen genoemd.
5.11.
In het Class International-arrest [7] heeft het Hof van Justitie van de Europese Unie bepaald dat zolang de betreffende goederen niet in de Europese Unie in het vrije verkeer worden gebracht, het enkele fysieke binnenbrengen van die goederen op het grondgebied van de Europese Unie niet kan worden aangemerkt als invoeren in de zin van (de gelijkluidende voorloper van) artikel 9 lid 3 sub c UMVo en dat dergelijke invoer geen ”gebruik [van het merk] in het economisch verkeer” impliceert in de zin van artikel 9 lid 2 UMVo.
5.12.
Toevoeging van lid 4 aan artikel 9 UMVo vond plaats in het kader van de hervorming van het merkenrecht. Het artikellid voorzag bij invoering in een nieuwe, specifieke, voor de merkhouder bestemde, inbreukactie tegen nagemaakte goederen in transit (waar een dergelijke actie eerder alleen door de Douane kon worden ingesteld).
5.13.
Naar het oordeel van de rechtbank volgt uit de bewoordingen van artikel 9 lid 4 UMVo dat een merkhouder voor nagemaakte goederen in transit, zijnde namaak-goederen met T1-status, niet méér kan vorderen dan artikel 9 lid 4 UMVo haar toestaat. De merkhouder komt niet op grond van dit artikel tevens de rechtsvorderingen van de artikelen 9 lid 1, lid 2 en lid 3 jo. 130 UMVo toe. Dit betekent dat artikel 9 lid 4 UMVo een merkhouder (slechts) het recht geeft om doorvoer van nagemaakte niet-Uniegoederen te verhinderen, en om deze goederen te (laten) vernietigen op kosten van de inbreukmakende partij.
5.14.
De Belvedere Goederen hebben een zogenoemde T1-status, zijn daarmee niet-Uniegoederen en er is met de opslag van deze goederen dus geen sprake van gebruik van enig teken in het economische verkeer van de Europese Unie. Het gevolg hiervan is dat, voor zover de vorderingen van Polmos gebaseerd zijn op merkinbreuk op de voet van artikel 9 lid 1 jo. lid 2 sub a en lid 3 UMVo, die vorderingen niet voor toewijzing in aanmerking komen. Artikel 9 lid 4 UMVo is daarentegen specifiek van toepassing op een situatie zoals de onderhavige, waarin gesteld nagemaakte goederen afkomstig zijn uit een derde land en (dreigen te) worden doorgevoerd naar een ander (derde) land. De rechtbank gaat hierna in op de vraag of Polmos een terecht beroep doet op artikel 9 lid 4 UMVo.
Geen authentieke producten
5.15.
Polmos stelt dat de Belvedere Goederen namaakproducten zijn waarvan zij onder meer de afgifte ter vernietiging kan vorderen; Global Beverage betwist dat. Volgens Polmos dragen haar authentieke producten bepaalde visuele kenmerken op basis waarvan kan worden gecontroleerd of producten van Polmos afkomstig zijn (hierna ook: de Belvedere-echtheidskenmerken). Die kenmerken zijn onder meer dat op een authentieke fles Belvedere wodka een uniek lotnummer staat, dat de naam ‘Polmos’ op de desbetreffende plaats op een authentiek label geheel geschreven is in hoofdletters en dat op een authentiek label de plaatsnaam Zyrardów is geschreven met een accent aigu op de ‘ó’. Global Beverage heeft niet (voldoende onderbouwd) bestreden dat authentieke producten afkomstig van Polmos zijn te herkennen op basis van, onder meer, voornoemde Belvedere-echtheidskenmerken.
5.16.
Op de Belvedere Goederen ontbreken deze Belvedere-echtheidskenmerken, stelt Polmos. Zo zijn de flessen van de Belvedere Goederen alle voorzien van hetzelfde lotnummer, namelijk L42107211. Dit lotnummer komt niet voor in het registratiesysteem van Polmos. Ook is op de betreffende flessen de naam POLMOS (in hoofdletters) ten onrechte met een kleine ‘l’ gespeld en ontbreekt op de labels van de beslagen flessen het accent aigu in de plaatsnaam Zyrardów. Polmos stelt dat het ontbreken van deze Belvedere-echtheidskenmerken bewijst dat sprake is van namaakproducten.
5.17.
De rechtbank overweegt hierover het volgende. Bij de monsterneming uit de onder [bedrijfsnaam, sub 2] beslagen Belvedere Goederen op 4 oktober 2022 heeft de deurwaarder uit twee ongeopende dozen van elke pallet twee monsters genomen, deze monsters voorzien van labellocks, foto’s genomen van de monsters en de lotcodes op de monsters genoteerd. In het proces-verbaal van de deurwaarder van 4 oktober 2022 heeft deze bevestigd dat de monsters de visuele namaakkenmerken bevatten zoals beschreven in het beslagrekest. Een aantal van de door de deurwaarder genomen foto’s van de dozen en flessen is hieronder afgebeeld:
5.18.
De rechtbank stelt op basis van het voorgaande vast dat de flessen waaruit de deurwaarder monsters heeft genomen (afkomstig uit de Belvedere Goederen die [bedrijfsnaam, sub 2] voor Global Beverage onder zich heeft) inderdaad de door Polmos genoemde echtheidskenmerken ontberen. Ook al heeft de deurwaarder niet alle 7.200 flessen bekeken en beschreven in zijn proces-verbaal van 4 oktober 2022, het voorgaande betekent naar het oordeel van de rechtbank dat het ervoor moet worden gehouden dat de Belvedere-echtheidskenmerken ontbreken op de gehele door Global Beverage gekochte partij Belvedere Goederen. De rechtbank volgt Polmos dan ook in haar stelling dat de Belvedere Goederen geen authentieke Belvedere producten, en dus namaakproducten, zijn.
5.19.
Niet gesteld of gebleken is dat Global Beverage de Belvedere Goederen wil doorvoeren naar een eindbestemming waar Polmos haar merkrechten niet geldend zou kunnen maken. Polmos komt dan ook met betrekking tot de Belvedere Goederen in beginsel een beroep toe op artikel 9 lid 4 UMVo. Global Beverage meent echter dat zij zich op haar beurt kan beroepen op uitputting op de voet van artikel 15 lid 1 UMVo.
Geen uitputting
5.20.
De stelling van Global Beverage is dat de inhoud van de Belvedere Goederen, de flessen én de dozen waarin de flessen verpakt zijn, alle authentieke producten betreffen die afkomstig zijn van de distilleerderij van Polmos in Polen. De door Global Beverage aangekochte partij wodka is dus door of met toestemming van Polmos in de Europese Unie in het handelsverkeer gebracht, aldus Global Beverage. Ter onderbouwing van haar stelling heeft Global Beverage pogingen ondernomen om de gehele leveringsketen van de Belvedere Goederen in beeld te krijgen. Uiteindelijk heeft ze niet kunnen ontdekken wat de oorsprong van de litigieuze flessen is. Daarom was het volgens Global Beverage noodzakelijk onderzoek te laten doen naar de inhoud van de Belvedere Goederen.
5.21.
Ter onderbouwing van hun standpunten hebben partijen over en weer rapporten met laboratoriumonderzoeken in het geding gebracht. De conclusie van de rapporten van Global Beverage is - kort gezegd - dat de Belvedere Goederen dezelfde inhoud hebben als originele Belvedere wodka. De conclusie van de rapporten van Polmos is dat de Belvedere Goederen een andere inhoud hebben dan de originele Belvedere wodka. De rechtbank hoeft de juistheid van die rapportages echter niet te beoordelen. Zoals hiervoor reeds is beslist (zie r.o. 5.18), neemt de rechtbank aan dat alle door Global Beverage aangekochte Belvedere Goederen voorzien zijn van tekens die gelijk zijn aan of grotendeels overeenstemmen met de Belvedere Merken, terwijl daaraan bepaalde echtheidskenmerken ontbreken. Het gaat dus niet om authentieke producten, maar om namaakproducten. Van uitputting kan reeds om die reden geen sprake zijn. Niet-authentieke producten worden immers juist niet door of met toestemming van de Uniemerkhouder in het verkeer gebracht. In dit geval heeft Polmos ook stellig betwist dat de Belvedere Goederen van haarzelf afkomstig zouden zijn. Dit deel van het verweer van Global Beverage faalt daarmee eveneens.
Slotsom merkinbreuk
5.22.
De slotsom luidt dat Polmos doorvoer van de Belvedere Goederen naar een ander (derde) land door Global Beverage kan verhinderen op grond van artikel 9 lid 4 UMVo. De vorderingen tot afgifte ter vernietiging en tot vergoeding van de kosten daarvan zullen daarom worden toegewezen.
Vermeerdering van grondslagen
5.23.
Bij akte heeft Polmos de grondslagen voor haar verbodsvorderingen uitgebreid. Polmos stelt dat Global Beverage tevens inbreuk maakt op het auteursrecht van Polmos op het Logo. Daartoe betoogt Polmos dat het Logo een werk is in de zin van artikel 10 Aw [8] en dat Polmos auteursrechthebbende is op dat Logo op grond van artikel 8 Aw. Volgens Polmos is het logo op de Belvedere Goederen een kopie van het Logo van Polmos, zodat daarmee sprake is van een ongeautoriseerde verveelvoudiging en openbaarmaking van het auteursrechtelijk beschermde Logo. Daarnaast levert het verhandelen van de Belvedere Goederen een onrechtmatige daad op in de zin van artikel 6:162 BW, aldus nog steeds Polmos.
5.24.
Global Beverage heeft op de vermeerdering van grondslagen en van eis geen verweer meer gevoerd.
Auteursrecht
5.25.
De rechtbank begrijpt de stellingen van Polmos aldus, dat zij in 1993 in Polen voor het eerst het Logo (afgebeeld op haar flessen Belvedere wodka) heeft openbaargemaakt, zonder daarbij een natuurlijk persoon als maker te vermelden. Artikel 5 lid 1 BC [9] verklaart de
lex loci protectionis(het recht van het land waar bescherming wordt ingeroepen) van toepassing op de bescherming van het auteursrecht. De door Polmos gestelde auteursrechtinbreuk moet dus worden beoordeeld naar Nederlands recht.
5.26.
De vorderingen gebaseerd op het auteursrecht kunnen niet slagen. Daartoe is het volgende redengevend.
5.27.
Vaststaat dat de Belvedere Goederen niet zijn ingevoerd in de Europese Unie en dus ook niet in Nederland. De rechtbank is, gelet op het Bigott/Doucal-arrest [10] , van oordeel dat dit tevens betekent dat van een openbaarmaking, in de zin van artikel 12 Aw, in Nederland geen sprake is. Hiermee strandt reeds de stelling dat sprake is van inbreuk op het auteursrecht van Polmos; nog los van de vragen of het Logo inderdaad een auteursrechtelijk beschermd werk is waarvan Polmos de maker is en of de Belvedere Goederen ongeoorloofde verveelvoudigingen van dat werk bevatten.
Onrechtmatige daad
5.28.
Voor wat betreft het gestelde ‘overig onrechtmatig handelen’ is namens Polmos ter zitting verklaard dat deze grondslag is ingesteld als subsidiaire grondslag; de rechtbank begrijpt: voor het geval de vorderingen gebaseerd op het merken- en auteursrecht zouden worden afgewezen. Nu dat laatste gedeeltelijk het geval is, komt de rechtbank nu toe aan beoordeling van de vorderingen gebaseerd op deze subsidiaire grondslag.
5.29.
Polmos stelt in dit verband dat Global Beverage, behalve dat zij inbreuk maakt op de merk- (en auteurs)rechten van Polmos, ook op onrechtmatige wijze heeft geprofiteerd van het verhandelen van de Belvedere Goederen, omdat het gaat om namaakproducten afkomstig van ‘schimmige partijen’. Polmos verwijst daarbij naar jurisprudentie over het onrechtmatig profiteren van wanprestatie en het onrechtmatig faciliteren van merkinbreuk door een derde. De rechtbank is van oordeel dat Polmos onvoldoende heeft toegelicht waaruit het onrechtmatig handelen van Global Beverage, náást de hiervoor vastgestelde inbreuk op de merkrechten van Polmos, bestaat. De vorderingen voor zover die zijn gebaseerd op onrechtmatige daad (anders dan merkinbreuk) zullen dan ook worden afgewezen.
Slotsom in conventie ten aanzien van Polmos
5.30.
De vorderingen van Polmos in conventie zullen gedeeltelijk worden toegewezen, zoals hierna geformuleerd in het dictum, met veroordeling van Global Beverage in de kosten van de procedure op de voet van artikel 1019h Rv. De gevorderde dwangsommen zullen worden gemaximeerd zoals gevorderd.
Slotsom in conventie ten aanzien van [bedrijfsnaam, sub 2]
5.31.
Nu [bedrijfsnaam, sub 2] geen verweer heeft gevoerd en het gevorderde jegens haar de rechtbank niet onrechtmatig of ongegrond voorkomt, zal de jegens haar ingestelde vordering worden toegewezen, met dien verstande dat [bedrijfsnaam, sub 2] (slechts) zal worden bevolen aan afgifte mee te werken op de wijze zoals bepaald in het dictum.
In voorwaardelijke reconventie
5.32.
Global Beverage heeft reconventionele vorderingen ingesteld onder de voorwaarden dat de rechtbank in conventie zal oordelen dat Polmos terecht een beroep doet op artikel 9 lid 4 UMVo en dat geen sprake is van uitputting van de merkrechten van Polmos. Nu het beroep van Polmos op artikel 9 lid 4 UMVo slaagt en het beroep van Global Beverage op uitputting faalt, zijn de voorwaarden waaronder de vorderingen in reconventie zijn ingesteld, in vervulling gegaan.
5.33.
Global Beverage vordert in reconventie – kort gezegd – dat Polmos onder last van een dwangsom zal worden veroordeeld mee te werken aan ‘heretikettering’ van de Belvedere Goederen. Dit laatste – naar de rechtbank begrijpt – door eraan mee te werken dat de Belvedere Goederen worden voorzien van authentieke labels.
5.34.
Nu Polmos in conventie een geslaagd beroep doet op artikel 9 lid 4 UMVo, staat vast dat sprake is van inbreuk op de Belvedere Merken. De reconventionele vorderingen van Global Beverage hebben als strekking dat haar inbreukmakend handelen wordt opgeheven, door Polmos als merkhouder tot bepaalde handelingen te verplichten. Er valt echter geen rechtsregel aan te wijzen – en Global Beverage heeft ook geen poging daartoe ondernomen – die kan dienen als grondslag voor toewijzing van die vorderingen. Deze komen dan ook niet voor toewijzing in aanmerking.
Slotsom in voorwaardelijke reconventie
5.35.
De vorderingen in voorwaardelijke reconventie zullen worden afgewezen, met veroordeling van Global Beverage in de proceskosten van Polmos op de voet van artikel 1019h Rv.
Proceskosten
5.36.
Polmos maakt ten aanzien van Global Beverage aanspraak op vergoeding van haar (volledige) proceskosten zoals bedoeld in artikel 1019h Rv. Ten aanzien van [bedrijfsnaam, sub 2] maakt Polmos uitdrukkelijk geen aanspraak op een proceskostenveroordeling, zodat ten aanzien van [bedrijfsnaam, sub 2] geen kostenveroordeling zal worden uitgesproken.
5.37.
Global Beverage zal, als de grotendeels in het ongelijk gestelde partij, worden veroordeeld in de proceskosten van Polmos. Het partijdebat heeft zich voornamelijk afgespeeld in conventie. De procedure in conventie en reconventie zien vrijwel geheel op de handhaving van rechten van intellectuele eigendom (hierna: IE), waarbij geen partijdebat is gevoerd over de subsidiair aangevoerde stellingen van Polmos over onrechtmatige daad. De rechtbank zal, gelet op dit alles, bij de begroting van de proceskosten 90% van de kosten toewijzen aan de conventie en 10% van de kosten aan de reconventie, waarbij het aandeel van deze procedure dat niet ziet op de handhaving van rechten van IE wordt gesteld op nihil.
5.38.
Polmos heeft haar kosten gespecificeerd op in totaal € 28.375,50, waarvan € 25.537,95 in conventie en € 2.837,50 in reconventie.
5.39.
Om de redelijkheid en evenredigheid van de opgevoerde kosten te kunnen beoordelen, wordt aansluiting gezocht bij de Indicatietarieven in IE-zaken (versie april 2017). De daarin vermelde tarieven worden geacht redelijk en evenredig te zijn. De onderhavige zaak valt naar het oordeel van de rechtbank onder de categorie ‘normaal na aanvullende conclusiewisseling’ met een maximumtarief van € 20.000,--. Nu de declaraties van Polmos in conventie hoger zijn dan het maximumtarief, komen zij in conventie tot dit maximum voor toewijzing in aanmerking. Dat betekent dat 90% van het maximale bedrag voor vergoeding in aanmerking komt, zijnde (90% x € 20.000,-- =) € 18.000,--.
5.40.
Het toe te wijzen bedrag wordt voor wat betreft de conventie vermeerderd met het griffierecht van € 2.161,-- , de kosten van de dagvaarding (€ 125,03) en verschotten (bestaande uit niet betwiste koerierskosten en kosten voor monsterneming van in totaal € 1.727,29), waarmee het totaalbedrag voor de conventie uitkomt op € 22.013,32. Met betrekking tot de in de dagvaarding genoemde beslagkosten is ter zitting namens Polmos verklaard dat deze niet langer worden gevorderd.
5.41.
Nakosten behoren tot de proceskosten. De nakosten worden altijd toegewezen, ook als deze niet expliciet zijn gevorderd en de rechtbank zal deze kosten in dit geval toerekenen aan de conventie. De nakosten worden begroot op het bedrag genoemd in het liquidatietarief civiel (per 1 februari 2024 een bedrag van € 278,-- zonder betekening bij een procedure in conventie en reconventie). Dit bedrag wordt onvoorwaardelijk toegewezen. In geval van betekening wordt een extra component aan salaris (per 1 februari 2024 een bedrag van € 92,-- extra) en de explootkosten van betekening toegekend. Deze kosten worden voorwaardelijk toegekend, te weten als de veroordeelde niet binnen veertien dagen na aanschrijving aan het vonnis heeft voldaan en vervolgens betekening van de uitspraak heeft plaatsgevonden.
5.42.
In reconventie komt nog 10% van het Indicatietarief van € 20.000,-- voor vergoeding in aanmerking. Het gevorderde bedrag van € 2.837,50 wordt daarom gemaximeerd tot (10% x € 20.000 =) € 2.000,--.
Wettelijke rente
5.43.
De wettelijke rente over de proceskosten in conventie zal worden toegewezen zoals weergegeven in het dictum. Over de proceskosten in reconventie heeft Polmos geen wettelijke rente gevorderd.

6.De beslissing

De rechtbank
In conventie
6.1.
beveelt Global Beverage om binnen vijf dagen na betekening van dit vonnis alle Belvedere Goederen die zich in Nederland bevinden onder Global Beverage, of namens Global Beverage onder derden in Nederland, ter vernietiging af te (doen) geven aan het door Polmos ingeschakelde vernietigingsbedrijf Demontage Werkplaats Zeeland B.V.;
6.2.
veroordeelt Global Beverage om aan Polmos een dwangsom te betalen van € 10.000,-- voor iedere dag of gedeelte daarvan dat zij het hiervoor onder 6.1 opgenomen bevel geheel of gedeeltelijk overtreedt, tot een maximum van € 100.000,-- is bereikt;
6.3.
veroordeelt Global Beverage tot betaling aan Polmos van alle kosten die verband houden met de vernietiging zoals bevolen onder 6.1;
6.4.
beveelt [bedrijfsnaam, sub 2] mee te werken aan de afgifte ter vernietiging door Global Beverage aan Polmos door die afgifte te dulden van de Belvedere Goederen die zich ten behoeve van Global Beverage bij [bedrijfsnaam, sub 2] bevinden;
6.5.
veroordeelt Global Beverage in de proceskosten aan de zijde van Polmos, begroot op € 22.013,32, te vermeerderen met de wettelijke rente zoals bedoeld in artikel 6:119 BW over dit bedrag met ingang van de vijftiende dag na betekening van dit vonnis tot de dag van volledige betaling;
6.6.
veroordeelt Global Beverage tot betaling aan Polmos van de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op € 278,-- aan salaris advocaat, te vermeerderen met € 92,-- aan salaris advocaat en met de explootkosten als Global Beverage niet binnen veertien dagen na aanschrijving aan dit vonnis heeft voldaan en vervolgens betekening van dit vonnis heeft plaatsgevonden, en te vermeerderen met de wettelijke rente zoals bedoeld in artikel 6:119 BW over de nakosten met ingang van de vijftiende dag na betekening van dit vonnis tot de dag van volledige betaling;
In reconventie
6.7.
wijst de vorderingen van Global Beverage af;
6.8.
veroordeelt Global Beverage in de proceskosten aan de zijde van Polmos, begroot op € 2.000,--;
In conventie en in reconventie
6.9.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
6.10.
wijst af het anders of meer gevorderde.
Dit vonnis is gewezen door mr. L. Kelkensberg, in samenwerking met de griffier mr. E.E. de Vos, en in het openbaar uitgesproken op 19 juni 2024.

Voetnoten

1.Definitie gehanteerd door Polmos, niet door de rechtbank.
2.Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering.
3.Burgerlijk Wetboek.
4.​Verordening (EU) 2017/1001 van het Europees Parlement en de Raad van 14 juni 2017 inzake het Uniemerk (Uniemerkenverordening).
5.Vgl. HvJEU 22 januari 2015, C-441/13 (Hejduk), HvJEU 3 oktober 2013, zaaknr. C-170/12 (Pinckney/KDG Mediatech).
6.Verordening (EU) nr. 952/2013 tot vaststelling van het Douanewetboek van de Unie.
7.HvJ 18 oktober 2005, C-405/03, ECLI:EU:C:2005:616 (Class/SKB).
8.Auteurswet.
9.Berner Conventie voor de bescherming van werken van letterkunde en kunst van 9 september 1886.
10.HR 27 januari 1995, ECLI:NL:HR:1995:ZC1628 (Bigott/Doucal), r.o. 3.2.2.