Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
[eiser] , eiser V-nummer: [V-nummer]
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
- verklaart het beroep ongegrond;
- wijst het verzoek om schadevergoeding af.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 16 mei 2024 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure betreffende de maatregel van bewaring van een Algerijnse eiser. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid had op 5 februari 2024 de maatregel van bewaring opgelegd op grond van de Vreemdelingenwet 2000. Eiser heeft beroep ingesteld tegen het voortduren van deze maatregel en verzocht om schadevergoeding. De staatssecretaris heeft op 7 mei 2024 de maatregel opgeheven, maar eiser bleef van mening dat de staatssecretaris onvoldoende voortvarend handelde in het proces van zijn uitzetting.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de maatregel van bewaring eerder rechtmatig was, zoals blijkt uit een eerdere uitspraak van 29 maart 2024. De beoordeling van de rechtmatigheid van het voortduren van de maatregel beperkt zich tot de periode na het sluiten van dat onderzoek. Eiser betoogde dat er geen zicht op uitzetting meer was, omdat de staatssecretaris niet voldoende actie ondernam en er geen presentatie gepland was bij de Algerijnse autoriteiten.
De rechtbank oordeelde echter dat er in het algemeen zicht op uitzetting naar Algerije bestaat en dat de staatssecretaris afhankelijk is van de Algerijnse autoriteiten voor de voortgang van het onderzoek. De rechtbank concludeerde dat de staatssecretaris voldoende inspanningen had geleverd en dat eiser niet actief meewerkte aan zijn uitzetting. Daarom werd het beroep ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding afgewezen. De uitspraak is openbaar gemaakt op 16 mei 2024.