Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
[eiser] , eiser V-nummer: [V-nummer]
Procesverloop
Overwegingen
Zicht op uitzetting en het voortvarendheidsvereiste
Ambtshalve toetsing
Beslissing
- verklaart het beroep ongegrond;
- wijst het verzoek om schadevergoeding af.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 24 mei 2024 uitspraak gedaan in een beroep tegen de maatregel van bewaring die door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid was opgelegd aan eiser, een man van Marokkaanse nationaliteit. De maatregel van bewaring was opgelegd op 14 februari 2024 op grond van artikel 59, eerste lid, aanhef en onder a, van de Vreemdelingenwet 2000. Eiser heeft beroep ingesteld tegen het voortduren van deze maatregel en verzocht om schadevergoeding. De rechtbank heeft vastgesteld dat er geen zitting nodig was en heeft de zaak op basis van de ingediende stukken beoordeeld.
De rechtbank heeft overwogen dat de maatregel van bewaring eerder was getoetst en rechtmatig was bevonden tot het sluiten van het onderzoek in een eerdere zaak. Eiser voerde aan dat er geen zicht op uitzetting naar Marokko was en dat de Staatssecretaris onvoldoende voortvarend handelde. De rechtbank concludeerde echter dat de Staatssecretaris voldoende inspanningen had geleverd, waaronder het voeren van een vertrekgesprek en het rappelleren bij de Marokkaanse autoriteiten. De rechtbank oordeelde dat de omstandigheden van eiser, zoals zijn medewerking aan de uitzetting en de aanwezigheid van documenten, niet maakten dat de Staatssecretaris niet had mogen volstaan met schriftelijk rappelleren.
Uiteindelijk verklaarde de rechtbank het beroep ongegrond en wees het verzoek om schadevergoeding af. De uitspraak werd openbaar gemaakt op 24 mei 2024, en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze uitspraak.