Uitspraak
Rechtbank DEN HAAG
Beschikking van de kinderrechter
Afwijzing machtiging tot uithuisplaatsing
Stichting Jeugdbescherming west Zuid-Holland,
[de moeder] ,
Ali Sherafnya,
Het procesverloop
- het verzoekschrift, met bijlagen;
- de brief van 30 mei 2024 van de gecertificeerde instelling, met bijlagen.
gecombineerde behandelingvan zowel onderhavig verzoek als het verzoek ten aanzien van de verlenging van de ondertoezichtstelling (C/09/665110 / JE RK 24-742) en het verzoek ten aanzien van het gezag (C/09/628373 / FA RK 22-2562). Op deze laatste verzoeken is bij afzonderlijke beschikking beslist.
- [naam 1] en [naam 2] namens de gecertificeerde instelling;
- de moeder, bijgestaan door haar advocaat;
- de vader, bijgestaan door zijn advocaat.
Feiten
- De vader en de moeder hebben een affectieve relatie met elkaar gehad.
- [minderjarige 1] en [minderjarige 2] zijn erkend door de vader.
- [minderjarige 1] en [minderjarige 2] verblijven feitelijk bij de moeder.
- De kinderen staan vanaf 22 juni 2018 onder toezicht van Jeugdbescherming west.
- De kinderrechter in deze rechtbank heeft, voor zover hier relevant, bij beschikking van 31 mei 2024 (C/09/665110 / JE RK 24-742) de ondertoezichtstelling van [minderjarige 1] en [minderjarige 2] verlengd voor een periode van zes maanden, van 22 juni 2024 tot 22 december 2024, en de behandeling van het verzoek voor het overige aangehouden tot een nader te bepalen zitting.
- Bij beschikking van deze rechtbank van 14 juni 2024 (C/09/628373 / FA RK 22-2562) is bepaald dat de vader voortaan, gezamenlijk met de moeder, het gezag zal toekomen over [minderjarige 1] en [minderjarige 2] .