ECLI:NL:RBDHA:2024:954
Rechtbank Den Haag
- Wraking
- Rechtspraak.nl
Afwijzing wrakingsverzoek tegen kantonrechter in civiele procedure
Op 29 januari 2024 heeft de meervoudige wrakingskamer van de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan op het wrakingsverzoek van een verzoeker tegen kantonrechter mr. C.W.D. Bom. Het verzoek tot wraking was ingediend naar aanleiding van een mondelinge behandeling op 24 november 2023, waarbij verzoeker niet was opgeroepen. Verzoeker stelde dat dit en andere omstandigheden, zoals de behandeling van zijn zaak en de rol van de kantonrechter, leidden tot een schending van zijn recht op een eerlijk proces. De wrakingskamer heeft de gronden van verzoeker beoordeeld en geconcludeerd dat er geen objectief gerechtvaardigde schijn van partijdigheid was. De wrakingskamer oordeelde dat de kantonrechter niet onpartijdig was en dat de procedure correct was verlopen. Het verzoek tot wraking werd afgewezen, en de procedure in de hoofdzaak werd voortgezet in de stand waarin deze zich bevond ten tijde van het indienen van het wrakingsverzoek. De beslissing werd openbaar uitgesproken en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze beslissing.