ECLI:NL:RBDHA:2024:9510

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
17 juni 2024
Publicatiedatum
19 juni 2024
Zaaknummer
AWB 23-8996
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen afwijzing aanvraag machtiging tot voorlopig verblijf niet-ontvankelijk verklaard

In deze zaak hebben eisers, bestaande uit twee personen, een aanvraag ingediend voor een machtiging tot voorlopig verblijf met het doel om als familie- of gezinslid bij een derde persoon te verblijven. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft deze aanvraag op 13 oktober 2022 afgewezen. Hierop hebben eisers bezwaar aangetekend, maar dit bezwaar werd door de staatssecretaris op 20 juni 2023 ongegrond verklaard. Tegen deze beslissing hebben eisers beroep ingesteld bij de rechtbank.

De rechtbank heeft het beroep van eisers echter kennelijk niet-ontvankelijk verklaard. Dit gebeurde zonder zitting, op basis van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De rechtbank oordeelde dat eisers in hun beroepschrift geen gronden hebben vermeld en dat zij dit verzuim niet tijdig hebben hersteld. Eisers kregen de gelegenheid om hun beroepsgronden te specificeren, maar hebben hier niet op gereageerd, ondanks herhaalde verzoeken van de rechtbank.

De rechtbank benadrukt dat het essentieel is om in een beroepschrift de specifieke gronden van het beroep te vermelden. Het niet tijdig indienen van deze gronden is niet verontschuldigbaar, wat leidt tot de conclusie dat het beroep niet inhoudelijk kan worden beoordeeld. De rechtbank heeft daarom besloten dat het bestreden besluit in stand blijft en dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. K.M. de Jager en openbaar gemaakt op 10 juni 2024.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG
Zittingsplaats Middelburg
Bestuursrecht
zaaknummer: AWB 23/8996

uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[eiseres], eiseres

[eiser 1], eiser 1
[eiser 2], eiser 2
(tezamen: eisers)
V-nummers: [V-nummer 1], [V-nummer 2] en [V-nummer 3]
en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder

Inleiding

1. Eisers hebben een aanvraag ingediend tot verlening van machtiging tot voorlopig verblijf met het verblijfsdoel ‘verblijf als familie- of gezinslid bij [naam]’. Verweerder heeft bij besluit van 13 oktober 2022 de aanvraag afgewezen.
2. Eisers hebben bezwaar gemaakt tegen dit besluit door middel van een bezwaarschrift. Verweerder heeft bij het bestreden besluit van 20 juni 2023 het bezwaar ongegrond verklaard.
3. In deze uitspraak beslist de rechtbank over het beroep van eisers tegen het bestreden besluit.
4. Omdat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is, doet de rechtbank uitspraak zonder zitting. Artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) maakt dat mogelijk.

Beoordeling door de rechtbank

5. De rechtbank komt tot het oordeel dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is omdat eisers de gronden van het beroep niet hebben vermeld en dat verzuim niet tijdig hebben hersteld. De rechtbank legt hierna uit hoe zij tot dit oordeel komt.
Toetsingskader
6. Iemand die beroep instelt, moet in het beroepschrift de gronden van het beroep vermelden. [1] Dat houdt in: zeggen op welke specifieke punten hij of zij het niet eens is met het bestreden besluit. Als dat niet gebeurt, kan de rechtbank na een herstelmogelijkheid het beroep op grond van artikel 6:6 van de Awb niet-ontvankelijk verklaren. [2]
Hebben eisers de gronden tijdig vermeld?
7. Eisers hebben geen beroepsgronden vermeld in het beroepschrift. De rechtbank heeft eisers in haar aangetekende brief van 24 augustus 2023 verzocht om binnen vier weken dit verzuim te herstellen. Eisers hebben binnen die termijn geen gronden ingediend. Bij aangetekende brief van 4 oktober 2023 zijn eisers nogmaals verzocht om het verzuim te herstellen. Eisers hebben ook na deze brief geen beroepsgronden ingediend.
Is het niet tijdig vermelden van de gronden verontschuldigbaar?
8. Eisers hebben geen reden gegeven voor dit verzuim. Er is dus geen verontschuldiging voor dit verzuim gebleken.

Conclusie en gevolgen

Het beroep is daarom kennelijk niet-ontvankelijk. Dat betekent dat de rechtbank het beroep niet inhoudelijk beoordeelt en dat het bestreden besluit in stand blijft. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. K.M. de Jager, rechter, in aanwezigheid van S.A. Sewratan, griffier, op 10 juni 2024 en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
griffier
rechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Informatie over verzet

Als partijen het niet eens zijn met deze uitspraak, kunnen zij een verzetschrift sturen naar de rechtbank waarin zij uitleggen waarom zij het niet eens zijn met deze uitspraak. Het verzetschrift moet worden ingediend binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. Als partijen graag een zitting willen om het verzetschrift toe te lichten, moeten zij dit in het verzetschrift vermelden.

Voetnoten

1.Dit staat in artikel 6:5, eerste lid, aanhef en onder d, van de Awb.
2.Dit staat in artikel 6:6 van de Awb.