ECLI:NL:RBDHA:2024:948
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van het beroep tegen het niet in behandeling nemen van een asielaanvraag op basis van de Dublinverordening
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag op 25 januari 2024, wordt het beroep van eiser tegen het niet in behandeling nemen van zijn asielaanvraag beoordeeld. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft de aanvraag op 6 december 2023 niet in behandeling genomen, omdat Tsjechië verantwoordelijk zou zijn voor de aanvraag. De rechtbank heeft het beroep, samen met een andere zaak, op 10 januari 2024 behandeld. Eiser betoogt dat de staatssecretaris niet kan uitgaan van het interstatelijk vertrouwensbeginsel, omdat Tsjechië ernstige tekortkomingen kent in de asielprocedure en opvangvoorzieningen. Hij verwijst naar rapporten die deze tekortkomingen onderbouwen, maar de rechtbank oordeelt dat eiser niet aannemelijk heeft gemaakt dat er geen vertrouwen kan worden gesteld in de Tsjechische autoriteiten.
De rechtbank legt uit dat de Dublinverordening bepaalt dat een asielaanvraag niet in behandeling wordt genomen als een andere lidstaat verantwoordelijk is. In dit geval heeft Nederland een verzoek om overname aan Tsjechië gedaan, dat is geaccepteerd. Eiser heeft niet kunnen aantonen dat hij bij terugkeer naar Tsjechië een reëel risico loopt op een behandeling in strijd met de mensenrechten. De rechtbank concludeert dat de staatssecretaris terecht heeft geoordeeld dat de asielaanvraag van eiser niet in behandeling hoeft te worden genomen.
Daarnaast heeft eiser een beroep gedaan op artikel 16 en 17 van de Dublinverordening, omdat zijn moeder in Nederland verblijft en medische zorg nodig heeft. De rechtbank oordeelt dat eiser niet voldoende heeft aangetoond dat er een afhankelijkheidsrelatie bestaat die het noodzakelijk maakt dat zijn asielaanvraag in Nederland wordt behandeld. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond, wat betekent dat de staatssecretaris de asielaanvraag van eiser terecht niet in behandeling heeft genomen. Eiser krijgt geen proceskostenvergoeding.