ECLI:NL:RBDHA:2024:9475

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
10 juni 2024
Publicatiedatum
19 juni 2024
Zaaknummer
NL24.18944
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek voorlopige voorziening asielaanvraag

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 6 juni 2024 uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening in het kader van een asielaanvraag. Verzoekster, de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, had op 30 april 2024 een besluit genomen waarin de asielaanvraag van verzoekster niet in behandeling werd genomen, omdat Zwitserland verantwoordelijk zou zijn voor de behandeling van de aanvraag. Verzoekster heeft hiertegen beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening.

De voorzieningenrechter heeft op basis van artikel 8:83, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak gedaan zonder zitting. In de overwegingen van de uitspraak werd vermeld dat er op dezelfde dag een uitspraak was gedaan in een andere zaak (zaaknummer NL24.18943) die betrekking had op het beroep van verzoekster. Hierdoor was de noodzaak voor een voorlopige voorziening niet meer aanwezig, en heeft de voorzieningenrechter het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen.

Daarnaast werd in de uitspraak opgemerkt dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt via geanonimiseerde publicatie op de website van de rechtspraak, en er staat geen hoger beroep of verzet open tegen deze uitspraak.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG
Zittingsplaats Middelburg
Bestuursrecht
zaaknummer: NL24.18944

uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen

[verzoekster] , verzoekster

V-nummer: [V-nummer]
(gemachtigde: mr. M.P.J.W.M. Govers),
en

de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder.

Procesverloop

Bij besluit van 30 april 2024 (het bestreden besluit) heeft verweerder de asielaanvraag van verzoekster niet in behandeling genomen op de grond dat Zwitserland daarvoor verantwoordelijk is.
Verzoekster heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Zij heeft verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzieningenrechter doet op grond van artikel 8:83, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak zonder zitting.

Overwegingen

1. Bij uitspraak van vandaag, zaaknummer NL24.18943, heeft de rechtbank uitspraak gedaan op het beroep. Een voorlopige voorziening is daarom niet meer nodig. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om die reden af.
2. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan op 6 juni 2024 door mr. S.E. van de Merbel, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. S.S. van der Velde, griffier, en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
De uitspraak is bekendgemaakt op:
Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.