ECLI:NL:RBDHA:2024:946
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroep wegens niet-betaling griffierecht in bestuursrechtelijke procedure
In deze zaak heeft eiser op 18 oktober 2023 beroep ingesteld tegen de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, omdat verweerder niet tijdig had beslist op zijn aanvraag tot het verlenen van een machtiging tot voorlopig verblijf nareis asiel. De rechtbank, zittende in Utrecht, heeft partijen laten weten dat een zitting niet nodig was en heeft het onderzoek gesloten zonder behandeling op een zitting. Eiser was verplicht om griffierecht te betalen, vastgesteld op € 184,-, maar heeft dit bedrag niet betaald binnen de gestelde termijn. De rechtbank heeft eiser op 7 december 2023 een aangetekende brief gestuurd met de mededeling dat het griffierecht binnen twee weken moest worden betaald. Ondanks dat de brief op 11 december 2023 is bezorgd, heeft eiser het griffierecht niet voldaan en geen verontschuldiging voor dit verzuim gegeven. Gezien het niet tijdig betalen van het griffierecht, heeft de rechtbank op grond van artikel 8:41, zesde lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) het beroep niet-ontvankelijk verklaard. De uitspraak is gedaan door mr. R.J.A. Schaaf en is op 16 januari 2024 openbaar gemaakt.