Op 30 mei 2024 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Den Haag een beschikking gegeven over de verlenging van de ondertoezichtstelling en de machtiging tot uithuisplaatsing van de minderjarige [minderjarige 1]. De zaak betreft een verzoek van de Stichting Jeugdbescherming west Haaglanden, die de ondertoezichtstelling voor een jaar wil verlengen en tevens de machtiging tot uithuisplaatsing in een pleegzorgvoorziening. De kinderrechter heeft vastgesteld dat [minderjarige 1] goed ontwikkelt bij de grootouders en dat er een plan is om haar stapsgewijs bij de vader te laten wonen, met een volledige plaatsing begin 2025. De moeder is het eens met de wens van [minderjarige 1] om bij de vader te wonen, maar heeft zorgen over de omgang en de communicatie over haar dochter. De vader en grootouders steunen het plan van de gecertificeerde instelling. De kinderrechter heeft de ondertoezichtstelling verlengd tot 1 juni 2025 en de machtiging tot uithuisplaatsing tot 1 maart 2025, met de beslissing uitvoerbaar bij voorraad verklaard. Het verzoek voor een langere termijn is afgewezen.