ECLI:NL:RBDHA:2024:94
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen terugvordering bijstandslening en dwangsombesluit
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag op 4 januari 2024, met zaaknummers SGR 21/1750 en SGR 21/6117, beoordeelt de rechtbank de beroepen van eiseres tegen besluiten van het college van burgemeester en wethouders van Den Haag. Eiseres had eerder een bijstandslening ontvangen, maar het college vorderde een bedrag van € 77.200,20 terug, omdat eiseres volgens hen niet meewerkte aan het vestigen van een krediethypotheek. De rechtbank had eerder in een uitspraak van 12 november 2020 bepaald dat het college de door eiseres overgelegde stukken moest beoordelen en een nieuw besluit moest nemen. Het college heeft echter onvoldoende uitvoering gegeven aan deze opdracht, wat leidde tot de gegrondverklaring van het beroep tegen het terugvorderingsbesluit. Het beroep tegen het dwangsombesluit werd ongegrond verklaard, omdat het college tijdig op de ingebrekestelling had gereageerd. De rechtbank vernietigde het bestreden besluit van het college en droeg hen op een nieuw besluit te nemen met inachtneming van de eerdere uitspraak. Eiseres kreeg recht op vergoeding van griffierecht en proceskosten.