Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
1..[eiser 1] , te [plaats 1] ,2. [eiser 2] , te [plaats 2] ,3. [eiser 3] , te [plaats 1] ,4. [eiser 4] , te [plaats 1] ,
Natuur en Voedselkwaliteit), te Den Haag,
1.De procedure
- het tussenvonnis van 24 januari 2024 en de daarin genoemde stukken,
- de akte nadere uitlating van [eisers] ,
- de antwoordakte van de Staat.
2.De verdere beoordeling
De indeling van dit vonnis
allekoeien voor
alleliters melk die zijn geproduceerd, dus ook de koeien die met zelf geproduceerd voer konden worden gevoederd. Wanneer [eisers] 12 extra koeien had gehad, had [eisers] voor die koeien méér ruwvoer moeten inkopen. Al die koeien hadden dus hogere ruwvoerkosten per liter melk gehad dan het bedrag aan ruwvoerkosten dat in tabel 5 is berekend, aldus de Staat. Ook de mestafzetkosten voor de 12 koeien zijn volgens de Staat hoger, omdat de mest van deze dieren niet op eigen land kan worden afgezet.
allevoerkosten (en mestafzetkosten) per liter melk op het melksaldo had moeten corrigeren, alvorens de door de Staat genoemde (aan het KWIN ontleende) kosten voor de aankoop van ruwvoer en de afzet van mest van dit melksaldo af te trekken. [eisers] heeft een – volgens hem juiste – herberekening in tabel 14 (randnummer 9 van zijn akte) uiteengezet. Uit die herberekening blijkt, aldus [eisers] , dat de melksaldi en de gemiste melkinkomsten juist hoger uitkomen (ook hoger dan eerder door [eisers] berekend), namelijk op in totaal € 183.817,53.
extranetto-inkomsten die [eisers] had ontvangen, als hij over de genoemde periode 12 melkkoeien méér zou hebben gehad. Om die gemiste melkinkomsten inzichtelijk te krijgen moet worden onderzocht:
- i) welk bedrag [eisers] tussen 2015 en 2020 voor deze 12 koeien extra had ontvangen aan melkgeld en omzet en aanwas (
- ii) welk bedrag hij dan eveneens, voor deze zelfde 12 melkkoeien, over diezelfde periode extra kwijt was geweest aan voerkosten en andere kosten die aan deze 12 koeien waren verbonden (
allevoerkosten uit het melksaldo moeten worden gehaald. Hiervoor onder 2.4 is al inzichtelijk gemaakt dat de voerkosten die in het melksaldo zijn betrokken, niet alleen aangekocht
ruwvoer omvatten maar (vooral) ook aangekocht
krachtvoer en andere kosten zoals vitaminen. [eisers] heeft niet onderbouwd dat (en zo ja, waarom) voor de 12 koeien geen (of minder) krachtvoer had hoeven worden ingekocht. De rechtbank gaat ervan uit dat ook voor de 12 koeien eenzelfde hoeveelheid krachtvoer had moeten worden ingekocht als voor de rest van de (bestaande) veestapel. De rechtbank volgt de Staat dan ook in zijn stelling dat voor de berekening van het melksaldo van de 12 koeien alleen de
ruwvoercomponent moet worden gecorrigeerd.
3.Samenvatting
- een bedrag van € 108.057,31 aan gemiste melkinkomsten over de jaren 2015 tot en met 2020 (zie rov. 2.22 van dit vonnis),
- een bedrag van € 1.104,- aan VVO’s (Tussenvonnis II, rov. 2.29),
- een bedrag van € 3.940,- voor het rapport van Agro-advies (Tussenvonnis I, rov. 5.37).
€ 178,-(plus de verhoging zoals vermeld in de beslissing)