ECLI:NL:RBDHA:2024:9321
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen afwijzing aanvraag persoonsgebonden budget (pgb) op grond van de Wmo 2015
In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiser tegen de afwijzing van zijn aanvraag om een maatwerkvoorziening op grond van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo 2015) in de vorm van begeleiding. Het college had de aanvraag aanvankelijk afgewezen, maar heeft later besloten tot toekenning van een persoonsgebonden budget (pgb) van € 8.102,-. Dit bedrag werd later herzien naar € 2.342,45, waarbij het college de motivering van het besluit wijzigde. De rechtbank heeft het beroep op 23 mei 2024 behandeld, waarbij de gemachtigden van zowel eiser als het college aanwezig waren. Eiser had verzocht om schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn, wat door de rechtbank werd erkend. De rechtbank concludeert dat het college de aard en omvang van de ondersteuning, het uurtarief van het pgb en de ingangsdatum van het pgb voldoende heeft gemotiveerd. Het beroep tegen het niet tijdig nemen van een besluit is niet-ontvankelijk verklaard, evenals de beroepen tegen de eerdere bestreden besluiten. Het beroep tegen het laatste bestreden besluit is ongegrond verklaard, waardoor dit besluit in stand blijft. Eiser heeft recht op vergoeding van griffierecht en proceskosten, en de Staat is veroordeeld tot schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn.