ECLI:NL:RBDHA:2024:9277

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
31 mei 2024
Publicatiedatum
17 juni 2024
Zaaknummer
NL23.21443
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek voorlopige voorziening in vreemdelingenzaak na afwijzing verblijfsdocument aanvraag

In deze zaak heeft verzoeker op 31 maart 2022 een aanvraag ingediend voor een verblijfsdocument EU/EER. De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft deze aanvraag op 27 oktober 2022 afgewezen. Verzoeker heeft hiertegen bezwaar gemaakt, maar dit bezwaar is op 29 juni 2023 ongegrond verklaard. Vervolgens heeft verzoeker beroep ingesteld tegen deze beslissing, onder zaaknummer NL23.21442. Tijdens de behandeling van het beroep heeft verzoeker de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening, zodat hij de uitkomst van het beroep in Nederland kan afwachten.

De voorzieningenrechter heeft in zijn beoordeling vastgesteld dat verzoeker vanwege betalingsonmacht vrijgesteld kan worden van het betalen van griffierecht. Echter, bij uitspraak van dezelfde dag heeft de meervoudige kamer van de rechtbank het beroep van verzoeker ongegrond verklaard. Gezien deze beslissing in de hoofdzaak, is er geen grond meer voor het treffen van een voorlopige voorziening. De voorzieningenrechter heeft het verzoek om voorlopige voorziening dan ook afgewezen op basis van artikel 8:83, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.

De uitspraak is gedaan door mr. R.J.A. Schaaf, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. E. Kersten, griffier. De uitspraak is openbaar uitgesproken en bekendgemaakt op 31 mei 2024. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.

Uitspraak

uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Utrecht Bestuursrecht zaaknummer: NL23.21443
uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen
[verzoeker], V-nummer: [V-nummer] , verzoeker (gemachtigde: mr. R.J.J. Flantua),
en
de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, (gemachtigde: mr. H.J. Metselaar).

Inleiding

Verzoeker heeft op 31 maart 2022 een aanvraag tot afgifte van een verblijfsdocument EU/EER ingediend. De staatssecretaris heeft deze aanvraag met het besluit van 27 oktober 2022 afgewezen. Verzoeker heeft bezwaar gemaakt tegen dit besluit. Met het besluit van 29 juni 2023 heeft de staatssecretaris dit bezwaar ongegrond verklaard. Verzoeker heeft hiertegen beroep ingesteld (zaaknummer NL23.21442).
Hangende het beroepschrift heeft verzoeker aan de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen, inhoudende dat verzoeker de behandeling van het beroep in Nederland mag afwachten.

Beoordeling door de voorzieningenrechter

3. Vanwege betalingsonmacht stelt de voorzieningenrechter verzoeker vrij van de verplichting tot het betalen van griffierecht.
4. Bij uitspraak van vandaag heeft de meervoudige kamer van deze rechtbank en zittingsplaats het beroep van verzoeker ongegrond verklaard. Gegeven deze beslissing in de hoofdzaak is er geen grond meer voor het treffen van een voorlopige voorziening. Met toepassing van artikel 8:83, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht wijst de voorzieningenrechter dit verzoek daarom af. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. R.J.A. Schaaf, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. E. Kersten, griffier.
zaaknummer: NL23.21443
2
De uitspraak is uitgesproken in het openbaar en bekendgemaakt op:
31 mei 2024

Documentcode: [documentcode]

Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.