Uitspraak
Rechtbank DEN HAAG
Raadkamernummer 23-031914
1.Het verzoek tot uitlevering en de overgelegde stukken
- een origineel of een authentiek afschrift van een door de daartoe bevoegde autoriteiten van de verzoekende staat gegeven bevel tot aanhouding van de opgeëiste persoon, betrekking hebbende op de feiten waarvoor de uitlevering wordt gevraagd;
- een uiteenzetting van de feiten waarvoor de uitlevering wordt gevraagd;
- de tekst van de toepasselijke rechtsvoorschriften;
- stukken met betrekking tot de identiteit van de opgeëiste persoon en zijn nationaliteit;
- informatie betreffende het verloop van de verjaringstermijn.
- een uittreksel uit de Justitiële Documentatie van 20 februari 2024, betreffende de opgeëiste persoon;
- stukken met betrekking tot de voorlopige aanhouding en de uitleveringsdetentie van de opgeëiste persoon;
- de schriftelijke vordering van de officier van justitie te Den Haag van 21 december 2023, bij de rechtbank ingekomen op 21 december 2023, strekkende tot het in behandeling nemen van genoemd uitleveringsverzoek, alsmede inhoudende de vordering tot gevangenneming / gevangenhouding van de opgeëiste persoon;
- een brief van de raadsvrouw van 23 februari 2024;
- de officiële vertalingen van de als bijlagen bij de brief van 23 februari 2024 verstuurde Turkse nieuwsartikelen, bij de rechtbank ingekomen op 28 februari 2024;
- de schriftelijke samenvatting van de officier van justitie te Den Haag, overgelegd ter zitting op 1 maart 2024, houdende diens opvatting omtrent de toelaatbaarheid van het uitleveringsverzoek;
- de pleitnotities van de raadsvrouw van de opgeëiste persoon, overgelegd ter zitting op 1 maart 2024.
2.Het onderzoek ter zitting
3.Beoordeling van de toelaatbaarheid van de gevraagde uitlevering
4.De toepasselijke verdrags- en wetsartikelen
5.Beslissing
Raadkamernummer 23-031914