3.5.De bewezenverklaring
De rechtbank is met betrekking tot de ten laste gelegde feiten van oordeel dat deze feiten wettig en overtuigend zijn bewezen. De rechtbank verklaart ten laste van de verdachte bewezen dat:
1
hij op 4 maart 2024 te Leidschendam en Voorburg, gemeente Leidschendam-Voorburg
als bestuurder van een voertuig (Seat Leon, op
hetmoment van aanhouding voorzien
van kenteken [kenteken 1] ), daarmee rijdende op de weg, om en nabij de Elzendreef te
Voorburg, zich opzettelijk zodanig heeft gedragen dat de verkeersregels in ernstige
mate werden geschonden door,
- meerder
emalen door een rood verkeerslicht te rijden,
- op een vluchtstrook
enbusbaan, te rijden waar het voor auto's niet was toegestaan,
- diverse voertuigen in te halen op een plek waar dit niet toegestaan was,
- het negeren van een stopteken,
- de auto te besturen onder invloed van drugs,
- de auto te besturen zonder geldig rijbewijs,
door welke verkeersgedragingen van verdachte levensgevaar of gevaar voor zwaar
lichamelijk letsel voor anderen te duchten was;
2
hij op 4 maart 2024 te Leidschendam en Voorburg een voertuig, te weten een personenauto, heeft bestuurd na gebruik van een in artikel 2, van het Besluit alcohol, drugs en geneesmiddelen in het verkeer, aangewezen stof als bedoeld in artikel 8, eerste lid van de Wegenverkeerswet 1994, te weten amfetamine, terwijl ingevolge een onderzoek in de zin van artikel 8 van genoemde
wet, het gehalte in zijn bloed van de bij die stof vermelde meetbare stof 100 microgram (amfetamine) per liter (bloed) bedroeg, zijnde hoger dan de in artikel 3 van het genoemd Besluit, bij die stof vermelde grenswaarde;
3
hij op 4 maart 2024 te Voorburg, gemeente Leidschendam-Voorburg
kentekenplaten met nummer [kenteken 1] ,
-voorhanden heeft gehad,
en
-
daarvangebruik heeft gemaakt, terwijl hij, verdachte, redelijkerwijs moest vermoeden dat die voorwerpen - onmiddellijk of middellijk - afkomstig waren uit enig misdrijf;
4
hij op 13 februari 2024 te Rotterdam enig goed, dat geheel aan Tankstation [naam]
toebehoorde heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, welke diefstal werd gevolgd van geweld en bedreiging met geweld tegen [de man] , gepleegd met het oogmerk om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, door:
- tegen die [de man] meerdere malen te zeggen "ik maak je dood" en "ga weg, ga weg. ik maak je dood" en
- die [de man] dreigend een kettingzaag te tonen en
- die [de man] weg te duwen;
5
hij op 13 februari 2024 te Rotterdam kentekentekenplaten met nummer
[kenteken 2]
- voorhanden heeft gehad,
en
-
daarvangebruik heeft gemaakt,
terwijl hij, verdachte, redelijkerwijs moest vermoeden dat die voorwerpen - onmiddellijk of middellijk - afkomstig waren uit enig misdrijf;
6
hij op 4 maart 2024 te Voorburg opzettelijk heeft vervoerd, in elk geval opzettelijk aanwezig heeft gehad, ongeveer 8,9 gram van een materiaal bevattende MDMA, zijnde een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I.
Voor zover in de tenlastelegging type- en taalfouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd en gecursiveerd weergegeven, zonder dat de verdachte daardoor in de verdediging is geschaad.