Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
[eiser] , eiser
Procesverloop
Overwegingen
Zicht op uitzetting
Belangenafweging
Ambtshalve toetsing
Beslissing
- verklaart het beroep ongegrond;
- wijst het verzoek om schadevergoeding af.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 25 januari 2024 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure betreffende de maatregel van bewaring van een eiser van Marokkaanse nationaliteit. De maatregel van bewaring was opgelegd door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid op 17 maart 2023, op basis van artikel 59, eerste lid, aanhef en onder a, van de Vreemdelingenwet 2000. Eiser heeft beroep ingesteld tegen het voortduren van deze maatregel en verzocht om schadevergoeding. De rechtbank heeft bepaald dat een onderzoek ter zitting achterwege blijft en heeft de zaak op basis van de ingediende stukken beoordeeld.
De rechtbank overweegt dat de maatregel van bewaring rechtmatig was tot het moment van het sluiten van het onderzoek dat aan een eerdere uitspraak van 4 januari 2024 ten grondslag lag. Eiser heeft aangevoerd dat er geen redelijk vooruitzicht op uitzetting is, aangezien hij langer dan tien maanden in bewaring verblijft zonder dat er een laissez passer is afgegeven door de Marokkaanse autoriteiten. De rechtbank concludeert echter dat er geen aanleiding is om te oordelen dat er geen zicht op uitzetting is, aangezien verweerder actief heeft verzocht om de afgifte van een laissez passer en dat de afgifte hiervan afhankelijk is van de Marokkaanse autoriteiten.
De rechtbank komt tot de conclusie dat de belangenafweging in het voordeel van de voortduring van de maatregel van bewaring uitvalt. Eiser heeft geen nieuwe feiten of omstandigheden aangevoerd die de rechtbank zouden moeten doen besluiten om de maatregel op te heffen. Het beroep van eiser wordt ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding wordt afgewezen. De uitspraak is gedaan door mr. D. Verduijn, rechter, en is openbaar gemaakt op 25 januari 2024.