Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
[eiser] , eiser V-nummer: [V-nummer]
Procesverloop
Overwegingen
Zicht op uitzetting en het voortvarendheidsvereiste
Belangenafweging
Beslissing
- verklaart het beroep ongegrond;
- wijst het verzoek om schadevergoeding af.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 8 mei 2024 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure betreffende de maatregel van bewaring van een Algerijnse eiser. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid had op 1 maart 2024 de maatregel van bewaring opgelegd op grond van artikel 59, eerste lid, aanhef en onder a, van de Vreemdelingenwet 2000. Eiser heeft beroep ingesteld tegen het voortduren van deze maatregel en verzocht om schadevergoeding. De staatssecretaris heeft op 25 april 2024 de maatregel opgeheven en eiser uitgezet naar Algerije. Eiser handhaafde zijn beroep met betrekking tot de schadevergoeding, ondanks de opheffing van de bewaring.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de beoordeling zich beperkt tot de vraag of de tenuitvoerlegging van de maatregel van bewaring onrechtmatig was voorafgaand aan de opheffing. De rechtbank heeft eerder, in een uitspraak van 10 april 2024, geoordeeld dat de maatregel van bewaring tot dat moment rechtmatig was. De rechtbank concludeert dat er geen grond is voor de stelling dat de bewaring onrechtmatig was en dat de staatssecretaris voldoende voortvarend heeft gehandeld bij de voorbereiding van de uitzetting. De rechtbank wijst het beroep van eiser ongegrond en het verzoek om schadevergoeding af, met de overweging dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling.
De uitspraak is openbaar gemaakt op 8 mei 2024 en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze beslissing.