Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
[eiser] , eiser
Procesverloop
Overwegingen
Ambtshalve toetsing
Beslissing
- verklaart het beroep ongegrond;
- wijst het verzoek om schadevergoeding af.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 23 februari 2024 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure betreffende de maatregel van bewaring van een eiser van Marokkaanse nationaliteit. De eiser, die al bijna een jaar in bewaring verblijft, heeft beroep ingesteld tegen het voortduren van deze maatregel, waarbij hij ook om schadevergoeding heeft verzocht. De rechtbank heeft vastgesteld dat de maatregel van bewaring op 17 maart 2023 is opgelegd op basis van artikel 59 van de Vreemdelingenwet 2000. De rechtbank heeft geen zitting gehouden, maar heeft de zaak op basis van de ingediende stukken beoordeeld.
De rechtbank overweegt dat er zicht is op uitzetting, aangezien er een vlucht is aangevraagd en de Marokkaanse autoriteiten op de hoogte zijn gesteld van de vluchtgegevens. De rechtbank concludeert dat er geen aanleiding is om te oordelen dat de maatregel van bewaring in strijd is met de Vreemdelingenwet of dat deze niet gerechtvaardigd is. De belangenafweging die de rechtbank maakt, leidt tot de conclusie dat de belangen van de eiser niet zwaarder wegen dan de noodzaak van de maatregel van bewaring.
Uiteindelijk verklaart de rechtbank het beroep ongegrond en wijst het verzoek om schadevergoeding af. De uitspraak is openbaar gemaakt op 23 februari 2024.