ECLI:NL:RBDHA:2024:912
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening asielaanvraag na eerdere uitspraak
In de zaak tussen de verzoeker, wiens naam niet is vermeld, en de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 23 januari 2024 uitspraak gedaan. De verzoeker had een asielaanvraag ingediend die op 27 oktober 2023 door de staatssecretaris was afgewezen als kennelijk ongegrond. Hierop heeft de verzoeker beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. De voorzieningenrechter heeft echter besloten dat het onderzoek ter zitting verder achterwege blijft en het onderzoek heeft gesloten.
De voorzieningenrechter heeft in zijn overwegingen verwezen naar een eerdere uitspraak van 6 december 2023, waarin de rechtbank al had geoordeeld over het beroep van de verzoeker onder zaaknummer NL23.34456. Aangezien er al een uitspraak was gedaan, was er geen noodzaak meer voor een voorlopige voorziening. Daarom heeft de voorzieningenrechter het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen.
De beslissing is genomen door mr. W. Anker, de voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. S.D.C.J. Verheezen, de griffier. De uitspraak is openbaar gemaakt via een geanonimiseerde publicatie op de website van de rechtspraak. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.