ECLI:NL:RBDHA:2024:9109

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
14 juni 2024
Publicatiedatum
12 juni 2024
Zaaknummer
24/1275
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Ambtenarenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beoordeling van de afstand woon-werkverkeer en de berekeningswijze door de staatssecretaris van Defensie

In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag op 14 juni 2024, in de zaak tussen eiser en de staatssecretaris van Defensie, wordt het beroep van eiser tegen de vaststelling van de afstand voor woon-werkverkeer beoordeeld. Eiser, die op 12 juni 2023 is verhuisd, stelt dat de door verweerder vastgestelde afstand van 23 kilometer niet klopt en dat deze 25 kilometer zou moeten zijn. Verweerder heeft de afstand vastgesteld op basis van een loonstrook en houdt vast aan deze berekening, ondanks de claim van eiser dat de routeplanner een fout bevat.

Tijdens de zitting op 21 mei 2024 blijkt dat de gemeten reisafstand inmiddels is aangepast naar 27 kilometer door een update van de routeplanner. Verweerder bevestigt dat de routeplanner periodiek wordt geüpdatet, maar dat voor de rechtszekerheid altijd wordt vastgehouden aan het eerder toegekende aantal kilometers. Eiser krijgt wel een vergoeding voor de 27 kilometer vanaf de zittingsdatum, maar zijn beroep blijft ongegrond voor de periode daarvoor.

De rechtbank concludeert dat de door verweerder gehanteerde berekeningswijze voor de afstand woon-werkverkeer niet onredelijk is. Eiser krijgt geen terugbetaling van griffierecht of proceskosten. De uitspraak benadrukt het verschil in berekening tussen woon-werkverkeer en dienstreizen, waarbij verweerder de afstand van postcode naar postcode hanteert, in tegenstelling tot de adres-naar-adres berekening voor woon-werkverkeer. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG
Bestuursrecht
zaaknummer: SGR 24/1275

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 14 juni 2024 in de zaak tussen

[eiser] , uit [woonplaats] , eiser

(gemachtigde: mr. T.A. van Helvoort),
en

de staatssecretaris van Defensie, verweerder

(gemachtigde: mr. M. Frishert).

Inleiding

1. In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiser tegen de vaststelling van de afstand dagelijks reizen voor woon-werkverkeer.
1.1.
Verweerder heeft deze afstand met de loonstrook van 21 augustus 2023 vastgesteld. Met het bestreden besluit van 2 januari 2024 op het bezwaar van eiser is verweerder bij de vaststelling gebleven.
1.2.
Verweerder heeft op het beroep gereageerd met een verweerschrift.
1.3.
De rechtbank heeft het beroep op 21 mei 2024 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: eiser, de gemachtigde van eiser en de gemachtigde van verweerder.

Beoordeling door de rechtbank

Waar gaat deze zaak over?
2. Eiser is met ingang van 12 juni 2023 verhuisd. Daardoor is de afstand woon- werkverkeer door verweerder aangepast naar 23 kilometer enkele reis. Eiser stelt dat 23 kilometer woon- werkverkeer niet klopt met de werkelijkheid, dat moet 25 kilometer zijn. Verweerder heeft in het bestreden besluit vastgehouden aan 23 kilometer en daarvoor verwezen naar de vaste wijze waarop de routeplanner toegepast dient te worden.
Wat vindt eiser in beroep?
3. Het is voor eiser onbegrijpelijk dat hoewel hij een kilometer verder van werk is gaan wonen, de reisafstand een kilometer korter is geworden. Als eiser een dienstreis aanvraagt komt hij uit op 25 kilometer afstand. Daarvoor wordt dezelfde routeplanner gebruikt. Er lijkt een fout in de routeplanner te zitten zodat het niet redelijk is om uit te gaan van de 23 kilometer zoals verweerder dat doet.
Juridisch kader
4. Op grond van artikel 1, eerste lid, van het Verplaatsingskostenbesluit defensie (VKBD) wordt verstaan onder afstand bij gebruik van ander vervoer dan openbaar vervoer: het aantal kilometers gemeten langs de gebruikelijke openbare weg te bepalen aan de hand van een bij ministeriële regeling vastgestelde routeplanner, met dien verstande dat bij meer dan één plaats van tewerkstelling die zich niet binnen één complex of terrein bevinden de grootste afstand geldt;
Op grond van artikel 1, van de Verplaatsingskostenregeling defensie wordt verstaan onder routeplanner:
1°. voor het bepalen van de afstand gemeten langs de gebruikelijke openbare weg als bedoeld in artikel 1 van het Verplaatsingskostenbesluit defensie, hanteert het Ministerie van Defensie de routeplanner Andes Nav Teq.
2°. de afstand wordt berekend met de opties: auto en snelste, waarbij tolwegen en veerpont zoveel als mogelijk vermeden wordt, en
3°. de routeplanner is gekoppeld aan Defensie Intranettoepassing Dienstreis Opdrachten.
Wat is het oordeel van de rechtbank?
5. De rechtbank merkt allereerst op dat ter zitting is gebleken dat de gemeten reisafstand voor woon- werkverkeer van eiser inmiddels is bepaald op 27 kilometer. Dit is veroorzaakt door een update van de routeplanner. Verweerder heeft ter zitting bevestigd dat de routeplanner periodiek een update krijgt zodat het aantal kilometers kan fluctueren. Voor de rechtszekerheid wordt echter altijd vastgehouden aan het eenmaal toegekende aantal kilometers. De vergoeding zou in voorkomende gevallen immers ook lager kunnen uitvallen. Aan eiser is toegezegd dat hij vanaf de datum van de zitting bij de rechtbank een vergoeding zal krijgen voor 27 kilometer reisafstand. Omdat de vergoeding niet met terugwerkende kracht wordt aangepast heeft eiser nog procesbelang bij zijn beroep voor de periode vanaf de aanvraag tot aan de zitting bij de rechtbank.
6. Verweerder heeft toegelicht dat hij bij dienstreizen de afstand van ‘postcode naar postcode’ berekent en niet van ‘adres naar adres’ zoals bij de afstand van woon-werkverkeer. Er is dan ook een verschil in de instellingen van de routeplanner in de selfservice van medewerkers en die van personeelszaken. Dat verklaart het verschil tussen de reisafstand die eiser zelf uit de routeplanner krijgt en de afstand waar verweerder van uit gaat bij het beoordelen van het rekest. Dit maakt niet dat de door verweerder gehanteerde berekeningswijze voor de afstand woon-werkverkeer onredelijk is. Daarbij acht de rechtbank van belang dat dienstreizen en woon-werkverkeer geen gelijke gevallen zijn. Verweerder heeft toegelicht dat de reisafstand bij dienstreizen niet van ‘adres naar adres’ wordt berekend, omdat het regelmatig voorkomt dat gebruikers bij het invoeren van dienstreizen het precieze adres van de bestemming niet weten en omdat het vaak niet mogelijk is om op de exacte plaats van bestemming te parkeren.

Conclusie en gevolgen

7. Het beroep is ongegrond. Dat betekent dat de afstand dagelijks reizen voor woon-werkverkeer vanaf datum rekest tot aan de zitting bij de rechtbank niet wordt aangepast. Eiser krijgt daarom het griffierecht niet terug. Hij krijgt ook geen vergoeding van zijn proceskosten.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. G.P. Kleijn, rechter, in aanwezigheid van mr. A. Badermann, griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 14 juni 2024.
griffier
rechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Informatie over hoger beroep

Een partij die het niet eens is met deze uitspraak, kan een hogerberoepschrift sturen naar de Centrale Raad van Beroep waarin wordt uitgelegd waarom deze partij het niet eens is met deze uitspraak. Het hogerberoepschrift moet worden ingediend binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. Kan de indiener de behandeling van het hoger beroep niet afwachten, omdat de zaak spoed heeft, dan kan de indiener de voorzieningenrechter van de Centrale Raad van Beroep vragen om een voorlopige voorziening (een tijdelijke maatregel) te treffen.