ECLI:NL:RBDHA:2024:9076
Rechtbank Den Haag
- Proces-verbaal
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen oplegging Educatieve Maatregel Gedrag en verkeer door CBR
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 22 mei 2024 uitspraak gedaan in een beroep van eiser tegen een besluit van het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen (CBR) waarbij een Educatieve Maatregel Gedrag en verkeer (EMG) was opgelegd. Eiser was het niet eens met de inhoud van de strafbeschikking, maar had hiertegen geen verzet aangetekend. Het CBR had het rijbewijs van eiser ongeldig verklaard omdat hij te laat had betaald voor de EMG. De rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard en geoordeeld dat het besluit van het CBR op goede gronden was genomen. Eiser had de mogelijkheid om de feiten van de strafbeschikking aan te vechten, maar had dit nagelaten. De rechtbank concludeerde dat het CBR niet verplicht was om zelf onderzoek te doen naar de feiten, aangezien er al een onherroepelijke strafbeschikking was. Eiser had ook aangevoerd dat hij zijn rijbewijs kwijt was geraakt door een misverstand met de betaling, maar de rechtbank oordeelde dat dit niet de onjuistheid van het besluit rechtvaardigde. De rechtbank benadrukte dat de gevolgen van het niet betalen van de cursus voor rekening van eiser kwamen en dat er geen onvoorziene omstandigheden waren die het besluit onterecht maakten. De uitspraak werd openbaar uitgesproken door rechter D. Biever, in aanwezigheid van griffier E.J.C. Korbee.