ECLI:NL:RBDHA:2024:9038

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
10 mei 2024
Publicatiedatum
11 juni 2024
Zaaknummer
C/09/664883 / JE RK 24-703
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Machtiging gesloten jeugdhulp voor minderjarige met gedragsproblematiek en middelengebruik

Op 10 mei 2024 heeft de kinderrechter in de Rechtbank Den Haag een beschikking gegeven in de zaak van een minderjarige, geboren in 2009, die onder voogdij staat van de Stichting Jeugdbescherming west Haaglanden. De kinderrechter heeft een machtiging verleend voor gesloten jeugdhulp, gezien de ernstige zorgen over de ontwikkeling van de minderjarige. De minderjarige vertoont wegloopgedrag, gedragsproblematiek en middelengebruik, en houdt zich niet aan afspraken en dagbesteding. De gecertificeerde instelling heeft verzocht om een machtiging voor een gesloten accommodatie voor de duur van zes maanden, omdat de huidige situatie niet veilig is en de minderjarige zich onttrekt aan de hulpverlening. Tijdens de mondelinge behandeling heeft de minderjarige, vertegenwoordigd door haar advocaat, verweer gevoerd, maar de advocaat heeft geen verweer gevoerd tegen de duur van de gesloten machtiging, omdat er tijd nodig is om een passende oplossing te vinden. De kinderrechter heeft geoordeeld dat jeugdhulp noodzakelijk is en dat er geen minder ingrijpende mogelijkheden zijn om de problemen van de minderjarige te behandelen. De machtiging is verleend voor de periode van 10 mei 2024 tot 10 november 2024.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Team Jeugd- en Zorgrecht
Zaaknummer: C/09/664883 / JE RK 24-703
Datum uitspraak: 10 mei 2024
Beschikking van de kinderrechter over een machtiging gesloten jeugdhulp
in de zaak van
Stichting Jeugdbescherming west Haaglanden, gevestigd te Den Haag,
hierna te noemen de gecertificeerde instelling,
over
[minderjarige], geboren op [geboortedag] 2009 in [geboorteplaats] ,
hierna te noemen: [minderjarige] ,
advocaat: mr. A.A.G. Balkenende te Katwijk.

1.Het verloop van de procedure

1.1.
De kinderrechter neemt de volgende stukken mee in haar beoordeling:
- het verzoekschrift met bijlagen, ontvangen op 18 april 2024;
- de instemmende verklaring van de gedragswetenschapper van 20 april 2024.
1.2.
De mondelinge behandeling met gesloten deuren heeft plaatsgevonden op 10 mei 2024. Daarbij waren aanwezig:
- [minderjarige] met haar advocaat;
  • [naam 1] en [naam 2] namens de gecertificeerde instelling
  • [naam 3] , de begeleidster van [minderjarige] van Jeugdformaat.

2.De feiten

2.1.
[minderjarige] is erkend door de heer [naam 4] .
2.2.
Bij beschikking van 4 juli 2019 is [minderjarige] onder voogdij gesteld van de Stichting Jeugdbescherming west Haaglanden.
2.3.
[minderjarige] verblijft in een maatwerkvoorziening van Jeugdformaat .
2.4.
De kinderrechter in deze rechtbank heeft bij beschikking van 6 november 2023 een machtiging verleend [minderjarige] gedurende dag en nacht uit huis te plaatsen in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp tot 10 mei 2024.

3.Het verzoek

3.1.
De gecertificeerde instelling verzoekt een machtiging om [minderjarige] in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp te doen opnemen en te doen verblijven voor de duur van zes maanden.
3.2.
Het volgende ligt aan het verzoek ten grondslag. Sinds eind december 2023 is [minderjarige] in een maatwerkvoorziening van Jeugdformaat in Den Haag geplaatst. Het doel van deze plaatsing was het bieden van een overbruggingsplek naar een perspectiefbiedend gezinshuis voor [minderjarige] , maar gezien de mate van gedragsproblematiek is een gezinshuis als perspectief volgens de gecertificeerde instelling en jeugdformaat op dit moment niet haalbaar. Jeugdformaat geeft aan de veiligheid van [minderjarige] niet meer te kunnen waarborgen. [minderjarige] onttrekt zich aan toezicht en laat zeer zelfbepalend en destructief gedrag zien. Zij komt niet naar dagbesteding, houdt zich niet aan de afspraken en stelt zich verbaal dreigend op als zij haar zin niet krijgt. Daarnaast blijft [minderjarige] vaak meerdere uren en nachten weg en gaat zij tegen de afspraken in vaak naar haar moeders huis toe. Door het middelengebruik van de moeder en de personen die bij moeder thuis komen is dit geen veilige plek voor [minderjarige] . Ook zijn er sterke vermoedens van alcohol en drugsgebruik en onveilig seksueel contact. [minderjarige] begeeft zich in onveilige situaties, maakt een ongelukkige en sombere indruk en het ontbreekt aan een dagstructuur. In de huidige plaatsing lukt het niet om [minderjarige] de structuur en veiligheid te bieden die zij nodig heeft. Hierdoor ziet Jeugdbescherming west op dit moment geen andere mogelijkheid dan opnieuw een machtiging gesloten uithuisplaatsing voor [minderjarige] te verzoeken voor de duur van 6 maanden om haar veiligheid te waarborgen. Jeugdbescherming west zal gedurende de gesloten plaatsing in samenwerking met het expertiseteam op zoek gaan naar een alternatief behandelaanbod waarbinnen [minderjarige] in een open setting wel de structuur en veiligheid geboden wordt die zij nodig heeft en er een nieuw perspectief voor [minderjarige] kan ontstaan. Ter zitting brengt de gecertificeerde instelling nog naar voren dat de veiligheid van [minderjarige] niet langer gewaarborgd kan worden op de huidige plek en op 17 mei 2024 de plaatsing wordt beëindigd. Voor de gesloten plaatsing wordt er gekeken naar een plaatsing verder weg van Den Haag, zodat [minderjarige] minder makkelijk naar haar moeder of oude connecties kan gaan.

4.De standpunten

4.1.
Door en namens [minderjarige] is er verweer gevoerd tegen het verzochte. [minderjarige] geeft aan dat er veel over haar wordt geschreven maar het onterecht is dat men beweert dat zij niet veilig is en er zorgen over haar zijn. Ze geeft aan dat ze op haar plek zit en goed om kan gaan met de vrijheden die zij heeft en zich probeert aan de afspraken te houden. Hoewel dit misschien een paar keer niet goed is gegaan, is een gesloten plaatsing niet nodig. De advocaat benadrukt het belang van een plan voor de langere termijn en dat de komende maanden gebruikt moeten worden om een geschikte plek voor [minderjarige] te vinden. De advocaat voert daarom geen verweer tegen de duur van de gesloten machtiging, omdat de tijd moet worden genomen voor het vinden van een passende oplossing.
4.2.
Desgevraagd geeft de begeleider van Jeugdformaat aan dat met het team is besproken dat de huidige plek niet de meest geschikte plek is voor [minderjarige] . [minderjarige] houdt zich niet aan de gemaakte afspraken, kan de deur uit wanneer ze wil en het is onduidelijk of ze daadwerkelijk op de opgegeven locatie verblijft, als ze die al doorgeeft. Er zijn ook zorgen over de plekken waar [minderjarige] verblijft en haar gebruik van middelen. Op dit moment gaat [minderjarige] niet naar school, omdat ze eerst moet laten zien dat ze zich aan de regels kan houden voordat ze naar school kan gaan. De begeleidster van Jeugdformaat merkt echter op dat zij zich altijd veilig voelt in de buurt van [minderjarige] .

5.De beoordeling

5.1.
De kinderrechter is van oordeel dat jeugdhulp noodzakelijk is in verband met ernstige opgroei- of opvoedingsproblemen die de ontwikkeling van [minderjarige] naar volwassenheid ernstig belemmeren. Deze problemen maken dat het verblijf in een gesloten accommodatie noodzakelijk en geschikt is om te voorkomen dat [minderjarige] zich onttrekt aan de jeugdhulp die zij nodig heeft of daaraan door anderen wordt onttrokken. Het is niet gebleken dat er minder ingrijpende mogelijkheden zijn om deze problemen te behandelen (artikel 6.1.2, tweede lid, Jeugdwet (Jw)).
5.2.
Daartoe wordt als volgt overwogen. Ter zitting en uit de stukken blijkt dat er zeer ernstige zorgen bestaan over de ontwikkeling van [minderjarige] . Het is duidelijk dat de huidige plek geen passende plek is voor [minderjarige] en bovendien wordt haar plaatsing op 17 mei 2024 beëindigd omdat haar veiligheid niet gewaarborgd kan worden. Gelet op de forse zorgen, waaronder haar wegloopgedrag, gedragsproblematiek, middelengebruik, het niet nakomen van dagbesteding en afspraken, zijn de kaders van de geslotenheid belangrijk om te voorkomen dat [minderjarige] zich onttrekt aan de hulpverlening. Op dit moment lijkt [minderjarige] nog niet te weten hoe ze verantwoordelijk met de vrijheden om moet gaan die ze heeft gekregen. Ondanks meerdere kansen en waarschuwingen lijkt de hulpverlening niet voldoende te zijn om haar hierbij te ondersteunen. In de komende periode is het belangrijk dat er weer rust en stabiliteit voor [minderjarige] komt en zij zich bevindt op een veilige plek. Daarnaast moet ze opnieuw leren hoe ze verantwoord met haar vrijheden om kan gaan. Om te voorkomen dat [minderjarige] wegloopt, is een plaatsing binnen de kader en structuur van de gesloten groep noodzakelijk. Een plaatsing buiten de omgeving van Den Haag is wenselijk, om de verleidingen van haar sociale netwerk te verminderen. De kinderrechter merkt nog op dat als er zich positieve veranderingen voordoen, een gesloten machtiging niet noodzakelijk hoeft te zijn voor een periode van zes maanden maar dat staat uiteraard ter discretie van de gecertificeerde instelling.
5.3.
Omdat de voogdij over [minderjarige] bij de gecertificeerde instelling berust, is een ondertoezichtstelling van [minderjarige] niet vereist (artikel 6.1.2, derde lid, onder b, Jeugdwet).
5.4.
De kinderrechter zal de machtiging voor een gesloten accommodatie voor jeugdhulp verlenen, en wel voor de periode van zes maanden.

6.De beslissing

De kinderrechter:
6.1.
verleent een machtiging om [minderjarige] te doen opnemen en te doen verblijven in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp met ingang van 10 mei 2024 tot 10 november 2024.Deze beslissing is gegeven en in het openbaar uitgesproken op 10 mei 2024 door mr. J. Visser, kinderrechter, in aanwezigheid van mr. B. Boogaarts als griffier, en op schrift gesteld op 22 mei 2024.
Tekst