ECLI:NL:RBDHA:2024:9020

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
19 april 2024
Publicatiedatum
11 juni 2024
Zaaknummer
C/09/655079 / FA RK 23-7358
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Eindbeschikking gezamenlijke toegang ouders met betrekking tot Coinbase rekening

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 19 april 2024 een eindbeschikking gedaan in het kader van een procedure over gezamenlijke toegang van ouders. De zaak betreft een verzoek van de vrouw, vertegenwoordigd door advocaat mr. A. Krim, en de man, vertegenwoordigd door advocaat mr. D. Vurdelja, met betrekking tot de toegang tot de Coinbase rekening. De rechtbank had eerder op 15 februari 2024 bepaald dat de man bewijsstukken moest overleggen over de Coinbase rekening, die op 4 januari 2022 was geopend. De man diende op 8 april 2024 een F9-formulier in, maar de rechtbank heeft geen kennis genomen van zijn reactie op het formulier van de vrouw.

De rechtbank heeft de overgelegde stukken van de man beoordeeld, waaruit blijkt dat de Coinbase rekening nog bestaat en dat er in 2022 overboekingen hebben plaatsgevonden. De vrouw betwist echter dat de man een volledig beeld heeft gegeven van de transacties, aangezien er mogelijk ook in 2023 overboekingen zijn geweest. De rechtbank oordeelt dat de man moet aantonen wat het saldo op de Coinbase rekening was op de peildatum van 3 juli 2023, waarna dit saldo gelijkelijk tussen de partijen moet worden verdeeld. De rechtbank heeft de eerdere beslissingen gehandhaafd en het meer of anders verzochte afgewezen.

De beschikking is uitgesproken door mr. C.S.F. de Nijs, bijgestaan door griffier mr. R.P. Bas, en is uitvoerbaar bij voorraad verklaard. De rechtbank heeft de man opgedragen om inzage te geven in het saldo van de Coinbase rekening op de peildatum, zodat een eerlijke verdeling kan plaatsvinden.

Uitspraak

Rechtbank DEN HAAG
Enkelvoudige kamer
Rekestnummer: FA RK 23-7358
Zaaknummer: C/09/655079
Datum beschikking: 19 april 2024

Procedure gezamenlijke toegang ouders

Beschikking op het op 10 oktober 2023 ingekomen deelnameformulier van:

[de vrouw] ,

de vrouw,
wonende in [woonplaats] ,
advocaat: mr. A. Krim te Haarlem,
en

[de man] ,

de man,
met briefadres en wonende in [woonplaats] ,
advocaat: mr. D. Vurdelja te ’s-Gravenhage.

Procedure

Bij beschikking van deze rechtbank van 15 februari 2024 is bepaald dat de man binnen vier weken bewijsstukken moet overleggen waaruit het openen, het verloop en de mogelijke opheffing van de Coinbase rekening blijkt en is iedere verdere beslissing ten aanzien van de verdeling van de huwelijksgoederengemeenschap op het punt van de bitcoin rekening pro forma aangehouden tot 15 maart 2024.
De rechtbank heeft vervolgens de volgende stukken ontvangen:
  • het F9-formulier van 14 maart 2024 van de man, met bijlagen;
  • het F9-formulier van 3 april 2024 van de vrouw.
De man heeft nog een F9-formulier ingediend op 8 april 2024. Nu de rechtbank de man echter niet heeft toegestaan om nog te reageren op het formulier van de vrouw, heeft de rechtbank hiervan geen kennis genomen.

Beoordeling

De rechtbank handhaaft alles wat in de vorige beschikking is overwogen en beslist, voor zover in deze beschikking niet anders wordt overwogen of beslist.
De man heeft verschillende stukken overgelegd waaruit blijkt dat de Coinbase rekening op 4 januari 2022 is geopend en waaruit overboekingen en geannuleerde overboekingen in 2022 blijken, alsmede het huidige saldo van de Coinbase rekening (€ 2,74).
Volgens de vrouw geven de door de man overgelegde stukken nog steeds geen volledig beeld. Er zouden immers ook in 2023 overboekingen kunnen zijn geweest. De stelling van de vrouw was dat de man vanuit zijn zakelijke rekening bijna iedere maand geld stortte op de Coinbase rekening.
De rechtbank overweegt dat de man inzage heeft gegeven in het openen en de (geannuleerde) overboekingen van deze rekening. Transacties die er niet geweest zijn, kunnen niet door de man worden overgelegd. Uit het door de vrouw overgelegde onderzoek van de door haar ingeschakelde boekhouder blijkt ook dat deze de zakelijke bankrekening heeft ingezien tot en met juni 2023 en dat over die periode, derhalve tot aan de peildatum van 3 juli 2023 enkel de twee overgelegde transacties zijn gevonden.
Gebleken is dat de Coinbase rekening nog bestaat en niet is opgeheven. De rechtbank oordeelt dat de man aan de vrouw moet aantonen wat het saldo op de Coinbase rekening op de peildatum (3 juli 2023) is geweest, waarna dat saldo tussen partijen bij helfte moet worden verdeeld. De rechtbank zal aldus beslissen en het meer of anders verzochte afwijzen.

Beslissing

De rechtbank:
bepaalt dat de man aan de vrouw inzage moet verschaffen in het saldo op de Coinbase rekening op de peildatum (3 juli 2023) en bepaalt dat dat saldo tussen partijen bij helfte moet worden verdeeld;
verklaart deze beschikking tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is gegeven door mr. C.S.F. de Nijs, rechter, bijgestaan door mr. R.P. Bas als griffier, en uitgesproken op de openbare zitting van 19 april 2024.