De redengevende omschrijving van het pand [adres 2] luidt:
“Pakhuis uit het einde van de 19e eeuw met een gevel aan de [straat 1] en een gevel aan de [straat 2] . De gevels zijn van baksteen. Die aan de [straat 1] is het rijkst geornamenteerd.
Zijde [straat 1] :
Het pand is drie bouwlagen hoog en verdeeld in drie traveeën. De gevel wordt geleed door horizontale gele baksteenlagen. De bakstenen gevel heeft een gepleisterde plint.
Op de begane grond bevinden zich twee vensters met een middenstijl. Het rechter venster heeft een voor bedrijfspanden kenmerkende diagonale roedenverdeling. Bij het linker venster is de roedenverdeling verwijderd. De vensters worden overspannen door een hanekam van rode en gele baksteen. In de middentravee bevinden zich openslaande deuren waarboven een bovenlicht. Op de eerste verdieping bevinden zich in de zijtraveeën twee vensters met middenstijl en ramen met een diagonale roedenverdeling. De vensters worden overspannen door een hanekam van rode en gele baksteen. Tevens bevinden zich openslaande deuren op de eerste verdieping. Boven de deuren bevindt zich een houten paneel.
Op de tweede verdieping bevinden zich in de buitenste traveeën vensters met ramen met een diagonale roedenverdeling die worden overspannen door een hanekam van rode en gele baksteen. In de middentravee bevinden zich openslaande deuren die worden overspannen door een hanekam van rode en gele baksteen met daarin aangebracht een geprofileerde hijsbalk.
De deuren van de begane grond, de eerste en de tweede verdieping zijn verticaal in één kozijn gevat.
Aan de zijkanten van de gevel bevinden zich hoeklisenen. Deze vinden een voortzetting door middel van een getrapte tandlijst waarboven een doorgaande geprofileerde houten dakrand de topgevel afsluit. De puntgevel heeft een rechte bekroning.
Zijde [straat 2] :
De bakstenen gevel heeft een gepleisterde plint.
Op de begane grond zijn twee vensters met middenstijl en een deurkozijn met dubbele deuren met onderpanelen en glasruiten en een tweeruits bovenlicht. De vensters worden overspannen door een hanekam van rode en gele baksteen. Tussen de begane grond en verdieping bevindt zich een gele baksteenlaag. Op de eerste verdieping bevinden zich twee vensters met een diagonale roedenverdeling.
Deze vensters worden overspannen door een hanekam. Tevens bevinden zich op de eerste verdieping openslaande opgeklampte deuren met glasruiten en erboven een houten paneel. Tussen de eerste en tweede verdieping bevindt zich een gele baksteenlaag.
Op de tweede verdieping bevinden zich twee vensters met diagonale roedenverdeling, die worden overspannen door een hanekam, en openslaande deuren met erboven een hanekam. De deuren van de begane grond, de eerste en tweede verdieping zijn verticaal gevat in één kozijn.
Het pand heeft een tuitgevel, afgedekt door een doorgaande rollaag.”