ECLI:NL:RBDHA:2024:8898

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
26 april 2024
Publicatiedatum
10 juni 2024
Zaaknummer
NL24.13650
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek voorlopige voorziening asielaanvraag met betrekking tot verantwoordelijkheid Kroatië

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 26 april 2024 uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening in het kader van een asielaanvraag. De verzoeker, die een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd had aangevraagd, kreeg te horen dat zijn aanvraag niet in behandeling werd genomen omdat Kroatië verantwoordelijk was voor de behandeling van zijn asielverzoek. Dit besluit was genomen door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, die zich in deze procedure liet vertegenwoordigen door zijn gemachtigde, mr. D. van Hout.

De verzoeker heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. De zitting vond plaats op 23 april 2024, maar de verzoeker was niet verschenen, ondanks dat hij hiervan op de hoogte was gesteld. De voorzieningenrechter heeft het verzoek om voorlopige voorziening samen met een andere zaak, NL24.13649, behandeld.

In de uitspraak van dezelfde dag in de andere zaak is door de rechtbank al een beslissing genomen op het beroep van de verzoeker. Hierdoor was de noodzaak voor een voorlopige voorziening niet meer aanwezig. De voorzieningenrechter heeft het verzoek om voorlopige voorziening dan ook afgewezen. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. P.J.M. Mol, in aanwezigheid van griffier mr. S.J. Valk, en is openbaar gemaakt op 26 april 2024. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.

Uitspraak

uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Utrecht Bestuursrecht zaaknummer: NL24.13650
uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen

[verzoeker] , verzoeker V-nummer: [V-nummer]

(gemachtigde: mr. P.E.J.M. Bartels), en
de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder (gemachtigde: mr. D. van Hout).

Procesverloop

Bij besluit van 25 maart 2024 (het bestreden besluit) heeft verweerder de aanvraag van verzoeker tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd niet in behandeling genomen op de grond dat Kroatië verantwoordelijk is voor de behandeling daarvan.
Verzoeker heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Hij heeft verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek, samen met de zaak NL24.13649, op 23 april 2024 op zitting behandeld. Verzoeker is, met bericht van verhindering, niet verschenen. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

Overwegingen

Bij uitspraak van vandaag, zaaknummer NL24.13649, heeft de rechtbank uitspraak gedaan op het beroep. Een voorlopige voorziening is daarom niet meer nodig. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om die reden af.
Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. P.J.M. Mol, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. S.J. Valk, griffier.
De uitspraak is uitgesproken in het openbaar en bekendgemaakt op:
26 april 2024

Documentcode: [documentcode]

Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.