ECLI:NL:RBDHA:2024:8857
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Verlenging afkoelingsperiode in akkoordprocedure ex artikel 376 Faillissementswet
In deze beschikking van de Rechtbank Den Haag, gedateerd 7 juni 2024, is het verzoek van verzoekster, een besloten vennootschap, om verlenging van de afkoelingsperiode in het kader van een akkoordprocedure ex artikel 376 Faillissementswet (Fw) toegewezen. De rechtbank heeft vastgesteld dat verzoekster belangrijke vooruitgang heeft geboekt in de voorbereiding van het akkoord, waaronder de afronding van de jaarrekening over 2023 en het bereiken van overeenstemming met de verhuurder over een tussentijdse beëindiging van de huurovereenkomst. Verzoekster heeft ook een goedkoper huurpand gevonden, wat leidt tot aanzienlijke kostenbesparingen, en heeft plannen om het personeelsbestand verder te reduceren.
De rechtbank heeft de procedure beoordeeld aan de hand van de ingediende processtukken, waaronder eerdere beschikkingen en verzoekschriften. Tijdens de behandeling op 28 mei 2024 zijn de indirect bestuurder van verzoekster en haar advocaat gehoord. De rechtbank heeft vastgesteld dat de belangen van de schuldeisers niet wezenlijk worden geschaad door de verlenging van de afkoelingsperiode, en dat de kans op een hogere uitkering aan schuldeisers bij een succesvolle herstructurering groter is dan bij een faillissement.
De rechtbank heeft geconcludeerd dat de verlenging van de afkoelingsperiode noodzakelijk is om de onderneming van verzoekster voort te zetten tijdens de onderhandelingen over het akkoord. De rechtbank heeft het verzoek tot verlenging van de afkoelingsperiode met drie maanden, van 13 mei 2024 tot 13 augustus 2024, toegewezen.