ECLI:NL:RBDHA:2024:8827
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen vrijheidsbeperkende maatregel opgelegd aan vreemdeling zonder rechtmatig verblijf
Op 7 juni 2024 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een zaak waarin eiseres, een vreemdeling zonder rechtmatig verblijf, beroep heeft ingesteld tegen een vrijheidsbeperkende maatregel die door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid was opgelegd. De maatregel, die op 2 mei 2024 was vastgesteld, verplichtte eiseres om in de gemeente Tytsjerksteradiel te verblijven, specifiek in de vrijheidsbeperkende locatie Gezinslocatie Burgum. De staatssecretaris stelde deze maatregel op omdat eiseres niet had voldaan aan de verplichting om Nederland uit eigen beweging te verlaten en omdat zij geen rechtmatig verblijf meer had. Eiseres voerde aan dat de maatregel niet in het belang van haar jongste zoon was, wiens gezondheidstoestand verslechterde, en dat zijn woonlocatie niet mocht veranderen.
De rechtbank overwoog dat het beroep van eiseres niet kon leiden tot de gewenste terugplaatsing naar reguliere opvang in Zutphen, omdat de kern van de zaak de rechtmatigheid van de vrijheidsbeperkende maatregel betrof. De rechtbank concludeerde dat de staatssecretaris terecht had vastgesteld dat eiseres geen rechtmatig verblijf meer genoot en dat de vrijheidsbeperkende maatregel gerechtvaardigd was in het belang van de openbare orde. De rechtbank oordeelde dat de staatssecretaris voldoende had gemotiveerd waarom de maatregel was opgelegd en dat het belang van de jongste zoon in de overwegingen was meegenomen door eiseres samen met haar zoon te plaatsen in een gezinslocatie. Uiteindelijk werd het beroep ongegrond verklaard en werd er geen proceskostenveroordeling opgelegd.