In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag op 6 juni 2024, wordt het beroep van eiser, een man van Sierra Leoonse afkomst, tegen de afwijzing van zijn asielaanvraag beoordeeld. Eiser, die stelt homoseksueel te zijn, heeft op 16 september 2021 een aanvraag tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel ingediend. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft deze aanvraag op 24 oktober 2023 afgewezen als kennelijk ongegrond. De rechtbank behandelt ook het verzoek om een voorlopige voorziening van eiser.
Tijdens de zitting op 24 april 2024 heeft de rechtbank vastgesteld dat eiser inconsistenties vertoont in zijn verklaringen over zijn identiteit en homoseksuele geaardheid. Eiser heeft verklaard dat hij [naam 1] is, geboren op [geboortedag 1] 1999, maar verweerder heeft twijfels over zijn identiteit, vooral omdat eiser eerder een Schengenvisum heeft verkregen op basis van een ander paspoort met een andere naam en geboortedatum. De rechtbank oordeelt dat verweerder zich op het standpunt heeft kunnen stellen dat eiser zijn identiteit niet aannemelijk heeft gemaakt.
Daarnaast heeft de rechtbank geoordeeld dat de verklaringen van eiser over zijn homoseksuele geaardheid niet geloofwaardig zijn. Eiser heeft summier verklaard over zijn gevoelens en heeft inconsistenties vertoond in zijn verklaringen over zijn relaties. De rechtbank concludeert dat de staatssecretaris de aanvraag terecht als kennelijk ongegrond heeft afgewezen. Het beroep van eiser wordt ongegrond verklaard, en het verzoek om een voorlopige voorziening wordt niet-ontvankelijk verklaard. Eiser krijgt geen vergoeding van zijn proceskosten.