ECLI:NL:RBDHA:2024:8773

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
6 juni 2024
Publicatiedatum
6 juni 2024
Zaaknummer
NL24.17416
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening in asielzaak wegens niet-ontvankelijkheid

In de zaak tussen [naam], verzoeker, en de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder, heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 6 juni 2024 uitspraak gedaan. Verzoeker had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd, welke door verweerder op 19 april 2024 was afgewezen als kennelijk ongegrond. Tegen deze afwijzing heeft verzoeker beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. De zitting vond plaats op 4 juni 2024 in Groningen, waar beide partijen zich lieten vertegenwoordigen door hun gemachtigden.

De voorzieningenrechter heeft in zijn overwegingen vastgesteld dat in een eerdere uitspraak, zaaknummer NL24.17415, het beroep van verzoeker niet-ontvankelijk was verklaard wegens het ontbreken van procesbelang. Verzoeker had zich sinds de melding van de MOB op 21 mei 2024 niet meer gemeld en was niet aanwezig op de zitting. Hierdoor ging de voorzieningenrechter ervan uit dat verzoeker ook geen prijs meer stelde op een beslissing over zijn verzoek om voorlopige voorziening. Dit leidde tot de conclusie dat het procesbelang in de onderhavige zaak eveneens was komen te vervallen.

De voorzieningenrechter heeft daarom het verzoek om voorlopige voorziening niet-ontvankelijk verklaard. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. N.M. van Waterschoot, in aanwezigheid van griffier R. de Boer, en is openbaar gemaakt via een geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Groningen
Bestuursrecht
zaaknummer: NL24.17416

uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen

[naam] , verzoeker

V-nummer: [nummer]
(gemachtigde: mr. H.J.M. Nijholt),
en

de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder

(gemachtigde: mr. R.R. de Groot).

Procesverloop

Bij besluit van 19 april 2024 (het bestreden besluit) heeft verweerder de aanvraag van verzoeker tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd in de algemene procedure afgewezen als kennelijk ongegrond.
Verzoeker heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Hij heeft verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek, tezamen met de zaak NL24.17415 (het beroep), op 4 juni 2024 op zitting behandeld. Partijen hebben zich laten vertegenwoordigen door hun gemachtigden.

Overwegingen

1. Bij uitspraak van vandaag, zaaknummer NL24.17415, heeft de rechtbank het beroep niet-ontvankelijk verklaart wegens het ontbreken van procesbelang: Eiser heeft zich sinds de MOB-melding van 21 mei 2024 niet meer gemeld, de gemachtigde van eiser weet niet waar eiser verblijft en eiser was evenmin op zitting aanwezig. Onder deze omstandigheden gaat de voorzieningenrechter er van uit dat eiser kennelijk ook geen prijs meer stelt op een beslissing over zijn verzoek tot het treffen van een voorlopige voorziening. Derhalve is ook het procesbelang in de onderhavige voorlopige voorziening komen te ontvallen. De voorzieningenrechter verklaart het verzoek daarom niet-ontvankelijk.
2. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter verklaart het verzoek om voorlopige voorziening niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. N.M. van Waterschoot, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van R. de Boer, griffier en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl.
De uitspraak is bekendgemaakt op:
Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.