Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
[eiser] , eiser
Inleiding
Beoordeling door de rechtbank
Conclusie
Beslissing
- verklaart het beroep ongegrond;
- wijst het verzoek om schadevergoeding af.
Rechtbank Den Haag
Op 7 mei 2024 heeft de staatssecretaris eiser in vreemdelingenbewaring gesteld op grond van artikel 59a, eerste lid, van de Vreemdelingenwet 2000. Eiser, die stelt de Turkse nationaliteit te hebben, is het niet eens met deze maatregel en heeft beroep ingesteld, dat ook als verzoek om schadevergoeding wordt aangemerkt. De rechtbank heeft het beroep op 21 mei 2024 behandeld, waarbij eiser is verschenen met zijn gemachtigde en een tolk. De staatssecretaris was vertegenwoordigd door zijn gemachtigde. De rechtbank beoordeelt of de bewaring van eiser rechtmatig is. De staatssecretaris heeft zware gronden aangevoerd voor de bewaring, waaronder dat eiser Nederland niet op de voorgeschreven wijze is binnengekomen en zich eerder aan het toezicht heeft onttrokken. De rechtbank oordeelt dat deze gronden feitelijk juist en voldoende gemotiveerd zijn. Eiser heeft zonder geldig reisdocument Nederland binnengekomen en heeft zich gedurende zes jaar illegaal in Nederland bevonden zonder melding te maken van zijn verblijf. De rechtbank concludeert dat er een significant risico is dat eiser zich aan het toezicht zal onttrekken, wat de maatregel van bewaring rechtvaardigt. Eiser's verzoek om een lichter middel wordt afgewezen, omdat dit onvoldoende garantie biedt voor zijn terugkeer. De rechtbank heeft ambtshalve getoetst of de maatregel van bewaring onrechtmatig was, maar oordeelt dat dit niet het geval is. Het beroep wordt ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding wordt afgewezen. De uitspraak is gedaan door mr. N.M. Spelt, rechter, in aanwezigheid van mr. S.J. Valk, griffier, en is op 28 mei 2024 bekendgemaakt.