ECLI:NL:RBDHA:2024:8715

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
5 juni 2024
Publicatiedatum
5 juni 2024
Zaaknummer
9044678.24
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor harddrugs- en wapenbezit met voorbereidingshandelingen

Op 5 juni 2024 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van het bezit van harddrugs en wapens, evenals voorbereidingshandelingen voor de handel in harddrugs. De verdachte, geboren in 1989 en op dat moment gedetineerd, werd op 7 februari 2024 aangehouden in zijn woning in 's-Gravenhage. Tijdens de doorzoeking werden aanzienlijke hoeveelheden MDMA en diverse wapens aangetroffen, waaronder een semi-automatisch pistool en een 3D-geprint vuurwapen. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie, mr. E.J. van Drongelen, in overweging genomen, evenals de argumenten van de verdediging, vertegenwoordigd door mr. J.G.W.M. Lut. De rechtbank oordeelde dat de verdachte opzettelijk aanwezig had gehad 1901,3 gram MDMA en dat hij zich schuldig had gemaakt aan voorbereidingshandelingen voor de verkoop van deze drugs. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 30 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk, met bijzondere voorwaarden zoals een meldplicht en behandeling. De rechtbank benadrukte de ernst van de feiten, gezien de impact van harddrugs op de volksgezondheid en de risico's van wapens voor de samenleving. De uitspraak is gedaan in het kader van de Wet op de Opiumwet en de Wet wapens en munitie, waarbij de rechtbank de verdachte ook aansprakelijk stelde voor de in beslag genomen goederen.

Uitspraak

Rechtbank DEN HAAG

Strafrecht
Meervoudige kamer
Parketnummer: 09/044678-24
Datum uitspraak: 5 juni 2024
Tegenspraak
De rechtbank Den Haag heeft op de grondslag van de tenlastelegging en naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting het navolgende vonnis gewezen in de zaak van de officier van justitie tegen de verdachte:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] 1989 te [geboorteplaats] ,
op dit moment gedetineerd in de penitentiaire inrichting [plaatsnaam] , locatie [locatie] .

1.Het onderzoek ter terechtzitting

Het onderzoek is gehouden op de terechtzitting van 22 mei 2024.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie mr. E.J. van Drongelen en van hetgeen door de verdachte en zijn raadsman mr. J.G.W.M. Lut naar voren is gebracht.

2.De tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd dat:
1.
hij op of omstreeks 7 februari 2024 te ’s-Gravenhage opzettelijk aanwezig heeft gehad 1901,3 gram, althans een hoeveelheid van een materiaal bevattende MDMA, zijnde MDMA een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
2.
hij op of omstreeks 7 februari 2024 te ’s-Gravenhage, om een feit, bedoeld in het vierde of vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet, te weten het opzettelijk bereiden, bewerken, verwerken, verkopen, afleveren, verstrekken en/of vervoeren, en/of het opzettelijk vervaardigen van MDMA, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende MDMA, zijnde een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens artikel 3a, vijfde lid van de Opiumwet voor te bereiden en of te bevorderen
- vacuümzakken,
- gripzakjes,
- een geldtelmachine,
- een drugstester,
- weegschalen,
- een drugspers,
- drugsstempels,
- verpakkingsmateriaal,
- een gasmasker met 5 filters en/of
- methanol;
voorhanden heeft gehad waarvan hij verdachte wist of ernstige redenen had te vermoeden dat/die bestemd was/waren tot het plegen van die feiten;
3.
hij op of omstreeks 7 februari 2024 te 's-Gravenhage telkens, twee, althans één of meer wapens van categorie III, onder 1 van de Wet wapens en munitie, te weten:
- een semi automatisch pistool, van het merk CZ, type P-10 S, kaliber 9 x 19 mm en/of
- een 3D geprint en samengesteld vuurwapen, type FGC 9 MK II, kaliber 9 x 19 mm (telkens) zijnde een vuurwapen in de vorm van een geweer, revolver en/of pistool en/of
- pistoolmunitie, 9 x 19 mm,
- knalpatronen, 9 mm P.A. Knall
voorhanden heeft gehad;
4.
hij op of omstreeks 7 februari 2024 te ’s-Gravenhage (een) wapen(s) van categorie I, onder 7° van de Wet wapens en munitie, te weten (een) door de Minister van Justitie en Veiligheid aangewezen voorwerp(en) dat/die een ernstige bedreiging van personen kon(den) vormen en/of dat/die zodanig op (een) wapen(s) gele(e)k(en) dat deze voor bedreiging of afdreiging geschikt was/waren, namelijk
- een veerdrukwapen van het merk Heckler & Koch (HK), model MP5 K, kaliber 4,5 mm en/of
- een gasdrukpistool van het merk Heckler & Koch (HK), model P30, kabiler 4,5 mm voorhanden heeft gehad;
5.
hij op of omstreeks 7 februari 2024 te 's-Gravenhage, (een) wapen(s), van categorie I, onder 1° of 3°, voorhanden heeft gehad en/of heeft gedragen, te weten:
- twee, althans een of meer valmessen,
- twee, althans een of meer boksbeugel(s) en/of
- een ploertendoder;
6.
hij op of omstreeks 7 februari 2024 te ’s-Gravenhage een wapen van categorie I, onder 1° van de Wet wapens en munitie, te weten een stiletto en/of valmes en/of twee vlindermessen voorhanden heeft gehad.

3.De bewijsbeslissing

3.1.
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat alle aan de verdachte ten laste gelegde feiten wettig en overtuigend kunnen worden bewezen.
3.2.
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft zich op het standpunt gesteld dat de verdachte dient te worden vrijgesproken van feit 2. Daarnaast heeft de verdediging vrijspraak bepleit van feit 3 voor zover dat betrekking heeft op het voorhanden hebben van het geprinte vuurwapen en de munitie, en van feit 6 voor zover dat betrekking heeft op de stiletto en één van de twee vlindermessen.
Voor zover nodig zal de rechtbank hieronder ingaan op de door de raadsman gevoerde verweren.
3.3.
Gebruikte bewijsmiddelen
De rechtbank heeft in de bijlage opgenomen de wettige bewijsmiddelen met de voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden.
3.4.
Bewijsoverwegingen
Bewijsoverweging ten aanzien van feit 2
De verdediging heeft het verweer gevoerd dat de verdachte geen (voorwaardelijk) opzet heeft gehad op het plegen van voorbereidingshandelingen in de zin van de Opiumwet. Daarnaast is een deel van de aangetroffen goederen niet van de verdachte, maar van een ander voor wie hij de goederen in bewaring heeft genomen.
De rechtbank verwerpt deze verweren en overweegt daartoe als volgt.
Uit de bewijsmiddelen blijkt dat er in de woning van de verdachte goederen zijn aangetroffen die kunnen worden gebruikt bij het verwerken, vervaardigen en verkopen van harddrugs. De goederen lagen verspreid door de woning van de verdachte en veelal in het zicht. In de inloopkast in de slaapkamer van de verdachte zijn daarnaast drie vaten met methanol aangetroffen, een grondstof voor het verwerken van harddrugs. Bovendien is in de woning van de verdachte een grote hoeveelheid MDMA gevonden. Gelet op de combinatie van de goederen, de hoeveelheid, de aard en de omstandigheden waaronder deze zijn aangetroffen, kan het niet anders zijn dan dat deze goederen bestemd waren tot het plegen van voorbereidingshandelingen in de zin van de Opiumwet en dat de verdachte dat wist. De stelling dat de verdachte de goederen slechts in bewaring heeft genomen voor een ander en zelf niet de intentie heeft gehad tot het plegen van de voorbereidingshandelingen, is niet aannemelijk geworden.
Het voorgaande brengt mee dat het onder feit 2 ten laste gelegde wettig en overtuigend kan worden bewezen.
Bewijsoverweging ten aanzien van feit 3
De rechtbank is met de verdediging van oordeel dat de onder feit 3 ten laste gelegde pistoolmunitie en knalpatronen geen wapens in de zin van categorie III onder 1 van de Wet wapens en munitie (hierna: WWM) betreffen. De rechtbank gaat niet mee in het betoog van de officier van justitie dat munitie moet worden aangemerkt als een ‘essentieel onderdeel van een vuurwapen’. Er is immers niet voldaan aan de definitie daarvan in artikel 1, aanhef en onder 17°, van de WWM. De rechtbank komt daarom tot een beperktere bewezenverklaring van feit 3.
De rechtbank verwerpt het verweer dat de verdachte dient te worden vrijgesproken van het voorhanden hebben van het ten laste gelegde geprinte wapen. Uit de bewijsmiddelen blijkt immers dat het aangetroffen geprinte wapen een vuurwapen in de zin van categorie III onder 1 van de WWM is.
Bewijsoverweging ten aanzien van feit 6
Tot slot heeft de verdediging partiële vrijspraak bepleit ten aanzien van feit 6, in zoverre dat slechts het voorhanden hebben van
éénvalmes en
éénvlindermes bewezen kan worden verklaard. De rechtbank volgt dit verweer en overweegt dat niet is gebleken dat de door de wapenexperts onderzochte stiletto een stiletto betreft die bij de verdachte is aangetroffen. Daarnaast blijkt uit de bewijsmiddelen dat er één vlindermes is aangetroffen. De rechtbank spreekt de verdachte daarom in zoverre vrij.
3.5.
De bewezenverklaring
De rechtbank is met betrekking tot de ten laste gelegde feiten van oordeel dat deze feiten wettig en overtuigend zijn bewezen. De rechtbank verklaart ten laste van de verdachte bewezen dat:
1.
hij op 7 februari 2024 te ’s-Gravenhage opzettelijk aanwezig heeft gehad 1901,3 gram van een materiaal bevattende MDMA, zijnde MDMA, een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I;
2.
hij op 7 februari 2024 te ’s-Gravenhage, om een feit, bedoeld in het vierde lid van artikel 10 van de Opiumwet, te weten het opzettelijk verwerken, verkopen, verstrekken en het opzettelijk vervaardigen van MDMA, zijnde een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, voor te bereiden en te bevorderen
- vacuümzakken,
- gripzakjes,
- een geldtelmachine,
- een drugstester,
- weegschalen,
-
onderdelen vaneen drugspers,
te weten drugsstempels,
- verpakkingsmateriaal,
- een gasmasker met 5 filters en
- methanol;
voorhanden heeft gehad waarvan hij, verdachte, wist dat die bestemd waren tot het plegen van die feiten;
3.
hij op 7 februari 2024 te 's-Gravenhage, twee wapens van categorie III onder 1 van de Wet wapens en munitie, te weten:
- een semi automatisch pistool van het merk CZ, type P-10 S, kaliber 9 x 19 mm en
- een 3D geprint en samengesteld vuurwapen, type FGC 9 MK II, kaliber 9 x 19 mm, zijnde een vuurwapen in de vorm van een geweer voorhanden heeft gehad;
4.
hij op 7 februari 2024 te ’s-Gravenhage wapens van categorie I onder 7° van de Wet wapens en munitie, te weten door de Minister van Justitie en Veiligheid aangewezen voorwerpen die een ernstige bedreiging van personen konden vormen en die zodanig op wapens geleken dat deze voor bedreiging of afdreiging geschikt waren, namelijk
- een veerdrukwapen van het merk Heckler & Koch (HK), model MP5 K, kaliber 4,5 mm en
- een gasdrukpistool van het merk Heckler & Koch (HK), model P30, ka
liber 4,5 mm voorhanden heeft gehad;
5.
hij op 7 februari 2024 te 's-Gravenhage wapens van categorie I onder 3°
van de Wet wapens en munitievoorhanden heeft gehad, te weten:
- twee v
ilmessen,
- twee boksbeugels en
- een ploertendoder;
6.
hij op 7 februari 2024 te ’s-Gravenhage wapen
svan categorie I onder 1° van de Wet wapens en munitie, te weten een valmes en
eenvlindermes, voorhanden heeft gehad;
Voor zover in de tenlastelegging type- en taalfouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd en gecursiveerd weergegeven, zonder dat de verdachte daardoor in de verdediging is geschaad.

4.De strafbaarheid van het bewezen verklaarde

Het bewezen verklaarde is volgens de wet strafbaar, omdat er geen feiten of omstandigheden aannemelijk zijn geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.

5.De strafbaarheid van de verdachte

De verdachte is eveneens strafbaar, omdat er geen feiten of omstandigheden aannemelijk zijn geworden die zijn strafbaarheid uitsluiten.

6.De strafoplegging

6.1.
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat de verdachte wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 36 maanden, met aftrek van de tijd in voorarrest doorgebracht.
6.2.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman van de verdachte heeft zich op het standpunt gesteld dat kan worden volstaan met een onvoorwaardelijke gevangenisstraf gelijk aan het voorarrest en een taakstraf van 240 uur. Daarnaast heeft de raadsman aangevoerd dat sprake is van een vormverzuim omdat er onrechtmatig is binnengetreden in de woning van de verdachte. Dit dient te leiden tot strafvermindering.
6.3.
Het oordeel van de rechtbank
Na te melden straf is in overeenstemming met de ernst van de gepleegde feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en gegrond op de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, zoals daarvan tijdens het onderzoek op de terechtzitting is gebleken. De rechtbank neemt hierbij in het bijzonder het volgende in aanmerking.
Ernst van de feiten
De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan drugs- en wapengerelateerde feiten. Dit is een kwalijke zaak. Door het strafbaar stellen van voorbereidingshandelingen in de Opiumwet en het daarop gestelde wettelijke strafmaximum, is tot uiting gebracht dat tegen drugshandel, ook wanneer deze zich nog in de voorbereidende fase bevindt, krachtig dient te worden opgetreden. Harddrugs zijn zeer schadelijk voor de volksgezondheid en vormen daarnaast een bedreiging voor de samenleving in het algemeen vanwege de criminaliteit en de overlast die de handel in en het gebruik van verdovende middelen met zich meebrengt. De verdachte heeft bijgedragen aan die bedreigingen voor de volksgezondheid en de samenleving in het algemeen.
Verder vormt het ongecontroleerde bezit van wapens een onaanvaardbaar risico voor de veiligheid van personen. De rechtbank vindt het zorgelijk dat de verdachte een arsenaal aan wapens thuis had liggen en met ogenschijnlijk gemak spreekt over het verkrijgen en verzamelen daarvan. Het voorhanden hebben van vuurwapens leidt immers, vooral in het criminele drugscircuit, al te vaak ook tot het daadwerkelijk gebruik daarvan, met alle gevolgen van dien. De omstandigheid dat de verdachte zowel wapens als drugs bij hem thuis had liggen, weegt de rechtbank dan ook in strafverzwarende zin mee.
Strafblad
De rechtbank heeft kennisgenomen van het strafblad van de verdachte van 10 april 2024. Daaruit blijkt dat de verdachte, hoewel hij een omvangrijk strafblad heeft, niet eerder is veroordeeld voor de bij dit vonnis bewezen verklaarde drugs- en wapenfeiten.
Persoon van de verdachte
De rechtbank heeft kennisgenomen van een reclasseringsadvies over de verdachte van 17 mei 2024. Daaruit blijkt onder andere dat de reclassering risico’s ziet in het sociale netwerk en de financiële situatie van de verdachte. Een (deels) negatief sociaal netwerk wordt niet uitgesloten. Daarnaast heeft de verdachte schulden. De reclassering acht, gelet op de leefsituatie van de verdachte, de inzet van interventies aangewezen om het recidiverisico terug te dringen. Gelet daarop heeft de reclassering geadviseerd om de verdachte bij een veroordeling een (deels) voorwaardelijke straf op te leggen met als bijzondere voorwaarden een meldplicht, ambulante behandeling, inspannen voor dagbesteding, meewerken aan schuldhulpverlening en meewerken aan middelencontrole. De rechtbank ziet, anders dan de officier van justitie, in de bestaande problematiek ten aanzien van de leefgebieden van de verdachte aanleiding om aan de verdachte voornoemde bijzondere voorwaarden op te leggen.
Strafvermindering vanwege een vormverzuim?
De rechtbank verwerpt het verweer dat de verdachte strafvermindering moet krijgen omdat sprake is van een vormverzuim en overweegt daartoe als volgt. Uit het dossier is gebleken dat de verbalisanten bij de aanhouding van de verdachte reeds in het bezit waren van een machtiging tot binnentreden. Tijdens de aanhouding van de verdachte in zijn woning zag een verbalisant een drietal messen, dat in het zicht op de salontafel lag. Hierna liep de verbalisant een rondje door de woning van de verdachte waarbij hij in een op een kier staand geldkistje munitie zag liggen. Naar aanleiding daarvan is in overleg met de hulpofficier van justitie besloten om de woning van de verdachte te doorzoeken, waarbij wapens, drugs en drugsgerelateerde goederen zijn aangetroffen. De rechtbank is van oordeel dat er geen sprake is van een vormverzuim en verwerpt het verweer.
Straf
Gelet op wat hiervoor is overwogen, is de rechtbank van oordeel dat niet kan worden volstaan met een lichtere of andere sanctie dan een straf die onvoorwaardelijke vrijheidsbeneming van lange duur met zich brengt. Bij de bepaling van de hoogte van de gevangenisstraf heeft de rechtbank aansluiting gezocht bij de landelijke oriëntatiepunten voor straftoemeting. Daarin is voor het aanwezig hebben van 1500-2000 gram harddrugs als uitgangspunt vermeld een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van zeven maanden. Voor het in een woning aanwezig hebben van een wapen van categorie III onder 1, wordt als uitgangspunt vermeld een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van vier maanden. Daar komen de onder feit 4, 5 en 6 bewezen verklaarde feiten nog eens bij. Voor de bewezen verklaarde voorbereidingshandelingen in de zin van de Opiumwet, heeft de rechtbank bij gebrek aan oriëntatiepunten aansluiting gezocht in de jurisprudentie.
Gelet op al hetgeen hiervoor is overwogen, is de rechtbank van oordeel dat een gevangenisstraf voor de duur van 30 maanden passend en geboden is. De rechtbank zal een deel van die straf, te weten 6 maanden, voorwaardelijk opleggen, met een proeftijd van twee jaren en daaraan de door de reclassering geadviseerde voorwaarden verbinden, om de verdachte ervan te weerhouden zich in de toekomst opnieuw aan strafbare feiten schuldig te maken en te bewerkstelligen dat een oplossing wordt gevonden voor de problematiek van de verdachte en zo de kans op recidive terug te dringen.

7.De in beslag genomen voorwerpen

7.1.
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat de op de lijst van in beslag genomen voorwerpen onder 2, 18, 19 en 20 tot en met 24 genoemde voorwerpen – te weten: nephorloges – dienen te worden teruggegeven aan de wettelijke eigenaar, namelijk de merkhouder (waaronder Rolex), en niet aan de verdachte. De onder 8, 10 en 17 genoemde voorwerpen – te weten: telefoons – kunnen wel worden geretourneerd aan de verdachte.
Ten aanzien van de overige op de lijst van in beslag genomen voorwerpen genoemde voorwerpen heeft de officier van justitie geen standpunt ingenomen.
7.2.
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft verzocht om teruggave van de horloges aan de verdachte.
7.3.
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank zal een beslissing nemen op alle goederen van de beslaglijst, nu zij het onvoldoende duidelijk vindt waar de verdachte precies afstand van heeft gedaan.
Verbeurdverklaring
De rechtbank zal de op de beslaglijst onder 1, 3 tot en met 7, 9, 11, 12, 13, 15 en 16 genoemde voorwerpen, verbeurd verklaren. Deze voorwerpen zijn voor verbeurdverklaring vatbaar, aangezien deze voorwerpen aan verdachte toebehoren en met betrekking tot deze voorwerpen het onder 2 bewezen verklaarde feit is begaan.
Bij de vaststelling van deze bijkomende straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de draagkracht van verdachte.
Onttrekking aan het verkeer
De rechtbank zal de op de beslaglijst onder 25 tot en met 33 genoemde voorwerpen onttrekken aan het verkeer. Deze voorwerpen zijn voor onttrekking aan het verkeer vatbaar, aangezien met betrekking tot deze voorwerpen de onder 3 tot en met 6 bewezen verklaarde feiten zijn begaan en deze voorwerpen van zodanige aard zijn dat het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met de wet of met het algemeen belang.
Teruggave aan de verdachte
Nu het belang van strafvordering zich daartegen niet meer verzet, zal de rechtbank de teruggave aan de verdachte gelasten van de op de beslaglijst onder 2, 18, 19 en 20 tot en met 24 genoemde voorwerpen, te weten de horloges. Dit geldt ook voor de onder 8, 10 en 17 genoemde voorwerpen, te weten de telefoons. Tot slot zal de rechtbank de teruggave aan de verdachte van het op de beslaglijst onder 14 genoemde, te weten een computer, gelasten.

8.De toepasselijke wetsartikelen

De op te leggen straf en maatregel zijn gegrond op de artikelen:
- 14 a, 14b, 14c, 33, 33a, 36b, 36c en 57 van het Wetboek van Strafrecht;
- 2, 10 en 10a van de Opiumwet, en de daarbij behorende lijst I;
- 13, 26 en 55 van de Wet wapens en munitie.
Deze voorschriften zijn toegepast zoals zij ten tijde van het bewezen verklaarde rechtens golden dan wel ten tijde van deze uitspraak rechtens gelden.

9.De beslissing

De rechtbank:
verklaart wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte de onder 1, 2, 3, 4, 5 en 6 ten laste gelegde feiten heeft begaan, zoals hierboven onder 3.5 bewezen is verklaard, en dat het bewezen verklaarde uitmaakt:
ten aanzien van feit 1:
opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2 onder C van de Opiumwet gegeven verbod;
ten aanzien van feit 2:
om een feit, bedoeld in het vierde lid van artikel 10 van de Opiumwet, voor te bereiden of te bevorderen, voorwerpen en stoffen voorhanden hebben, waarvan hij weet dat zij bestemd zijn tot het plegen van dat feit;
ten aanzien van feit 3:
handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie en het feit begaan met betrekking tot een vuurwapen van categorie III, meermalen gepleegd;
ten aanzien van feit 4:
handelen in strijd met artikel 13, eerste lid, van de Wet wapens en munitie, meermalen gepleegd;
ten aanzien van feit 5:
handelen in strijd met artikel 13, eerste lid, van de Wet wapens en munitie, meermalen gepleegd;
ten aanzien van feit 6:
handelen in strijd met artikel 13, eerste lid, van de Wet wapens en munitie, meermalen gepleegd;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij;
verklaart het bewezen verklaarde en de verdachte daarvoor strafbaar;
veroordeelt de verdachte tot:
een gevangenisstraf voor de duur van
30 (dertig) MAANDEN;
bepaalt dat de tijd door de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van het onvoorwaardelijk gedeelte van de hem opgelegde gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht;
bepaalt dat een gedeelte van die straf, groot
6 (zes) MAANDEN, niet zal worden tenuitvoergelegd onder de algemene voorwaarde dat de veroordeelde zich voor het einde van de hierbij op
twee jaren vastgestelde proeftijdniet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
en onder de bijzondere voorwaarden dat de veroordeelde:
Meldplicht
- zich gedurende de proeftijd meldt bij SVG Reclassering Fivoor op het adres Johanna Westerdijkplein 40, 2521 EN te Den Haag op door de reclassering te bepalen tijdstippen, zo frequent en zolang deze de reclassering dat noodzakelijk acht;
Ambulante behandeling
- zich gedurende de proeftijd onder behandeling stelt van de Forensische Polikliniek Fivoor of een soortgelijke zorgverlener, te bepalen door de reclassering op de tijden en plaatsen als door of namens die zorginstelling aan te geven, waaronder het innemen van medicijnen kan vallen, indien de zorginstelling dit nodig vindt;
Dagbesteding
- zich inspant voor het vinden en behouden van betaald werk, onbetaald werk en/of vrijetijdsbesteding, met een vaste structuur, ter voorkoming van het delictgedrag;
Meewerken aan schuldhulpverlening
- meewerkt aan het aflossen van zijn schulden en het treffen van afbetalingsregelingen, ook als dit inhoudt meewerken aan schuldhulpverlening in het kader van de Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen. De veroordeelde geeft inzicht in zijn financiën en schulden;
Meewerken aan middelencontrole
- meewerkt aan controle van het gebruik van alcohol en drugs om het middelengebruik te beheersen. De reclassering kan urineonderzoek en ademonderzoek (blaastest) gebruiken voor de controle. De reclassering bepaalt hoe vaak de veroordeelde wordt gecontroleerd.
geeft opdracht aan Reclassering Nederland tot het houden van toezicht op de naleving van voormelde voorwaarden en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden;
voorwaarden daarbij zijn dat de veroordeelde gedurende de proeftijd:
- ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking zal verlenen aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
- medewerking zal verlenen aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14c, zesde lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang als de reclassering dit noodzakelijk acht daaronder begrepen;
verklaart verbeurd de op de beslaglijst onder 1, 3 tot en met 7, 9, 11, 12, 13, 15 en 16 genoemde voorwerpen, te weten:
1. STK Zak (Omschrijving: Kleine gripzakjes, PL1500-2024039611-3090331);
3. 1 STK Computer (Omschrijving: Geldtelmachine, 1500-2024039611-3090426);
4. 1 STK Kantoorbenodigdheden (Omschrijving: sealmachine met sealbags, PL1500-2024039611-3090446);
5. 50 STK Fust (Omschrijving: Sealbags, PL1500-2024039611-3090438);
6. 1 STK Masker (Omschrijving: PL1500-2024039611-3090436);
7. 50 STK Fust (Omschrijving: sealbags, PL1500-2024039611-3090416);
9. 1 STK Ampul (Omschrijving: PL1500-2024039611-3090463, Drostenole enanthate);
11. 1 STK Keukenartikel (Omschrijving: PL1500-2024039611-3090494, On Balance);
12. 60 STK Persluchtapparaat (Omschrijving: PL1500-2024039611-3090489);
13. 1 STK Verdovende Middelen (Omschrijving: PL1500-2024039611-3090512);
15. 1 STK Flipper (Omschrijving: PL1500-2024039611-3090519, Flipper Zero);
16. 1 STK Weegapparatuur (Omschrijving: PL1500-2024039611-3090477, Ralight 25/1 Kg);
verklaart onttrokken aan het verkeer de op de beslaglijst onder 25 tot en met 33 genoemde voorwerpen, te weten:
25. 1 STK Wapen (Omschrijving: L1500-2024039611-3091465, Zwart, merk: Heckler & Koch P30);
26. 1 STK Wapen (Omschrijving: PL1500-2024039611-3091466, Zwart, merk: Heckler & Koch Mp5 K);
27. 1 STK Wapen (Omschrijving: PL1500-2024039611-3091469, zwart, merk: Fgc-9 Mk II);
28. 1 STK Wapen (Omschrijving: L1500-2024039611-3091471, Zwart, merk: Cz P-10 S);
29. 25 STK Wapen (Omschrijving: PL1500-2024039611-3091473);
30. 2 STK Wapen (Omschrijving: PL1500-2024039611-3091478, Umarex);
31. 1 BUS Pepperspray (Omschrijving: PL1500-2024039611-3091652);
32. 2 STK Vlindermes (Omschrijving: PL1500-2024039611-3091653);
33. 1 STK Slagwapen (Omschrijving: PL1500-2024039611—3091656, zwart);
gelast de teruggave aan de verdachte van de op de beslaglijst onder 2, 8, 10, 17 tot en met 24 genoemde voorwerpen, te weten:
2. 1 STK Horloge (Omschrijving: PL1500-2024039611-3090380, zwart, merk: Theorema);
8. 1 STK Telefoontoestel (Omschrijving: 2024039611-3090455, zwart, merk: Samsung);
10. 1 STK Telefoontoestel (Omschrijving: PL1500-2024039611-3090466, Google);
17. 1 STK Telefoontoestel (Omschrijving: PL1500-2024039611-3090523, Iphone);
18. 1 STK Horloge (Omschrijving: PL1500-2024039611-3090510, Goud, merk: Versace);
19. 1 STK Horloge (Omschrijving: PL1500-2024039611-3090498, Zilver, merk: Rolex);
20. 1 STK Horloge (Omschrijving: PL1500-2024039611-3090441, Goud, merk: Pionier);
21. 1 STK Horloge (Omschrijving: PL1500-2024039611-3090424, Michael Kors);
22. 1 STK Horloge (Omschrijving: PL1500-2024039611-3090400, Rolex);
23. 1 STK Horloge (Omschrijving: PL1500-2024039611-3090504, Rolex);
24. 1 STK Horloge (Omschrijving: PL1500-2024039611-3090532, Citizen).
Dit vonnis is gewezen door
mr. M. Diepenhorst, voorzitter,
mr. J.R.K.A.M. Waasdorp, rechter,
mr. E. Boot, rechter,
in tegenwoordigheid van mr. R.J. Groeneveld, griffier,
en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank van 5 juni 2024.
Bijlage I
Bewijsmiddelen
Wanneer hierna wordt verwezen naar een proces-verbaal, wordt - tenzij anders vermeld - bedoeld een ambtsedig proces-verbaal, opgemaakt in de wettelijke vorm door (een) daartoe bevoegde opsporingsambtena(a)r(en). Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, betreft dit de pagina’s van het proces-verbaal met het nummer PL1500-2024039611 en van het aanvullend proces-verbaal met het nummer PL1500-2024040144, van de politie eenheid Den Haag, met bijlagen (het proces-verbaal doorgenummerd pagina 1 t/m 121 en het aanvullend proces-verbaal doorgenummerd 1 t/m 15).
Ten aanzien van feit 1, 2, 3, 4, 5 en 6:
1. Een proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt op 7 februari 2024, voor zover inhoudende (p. 20-21):
Op woensdag 7 februari 2024 omstreeks 6:00 uur was ik, verbalisant [verbalisant 1] , in uniform gekleed op politiebureau [straatnaam] te Den Haag. De hulpofficier van justitie F.C. de Koster had voor een machtiging tot binnentreden afgegeven voor het adres [adres] te den Haag. [verdachte] staat hier als enige ingeschreven in het BRP-register. Omstreeks 6:30 uur belde collega [verbalisant 2] aan. Ik hoorde de man bij de voordeur verklaren dat hij [verdachte] was.
Ik liep naar de woonkamer en zag hier een glazen salontafel. Ik zag hier drie messen. Ik vermoedde door de vorm dat één van de messen een valmes was en de andere een vlindermes.
2. Een proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt op 7 februari 2024, voor zover inhoudende (p. 23-25 van het proces-verbaal):
Op woensdag 7 februari 2024 om 8:03 uur was ik, verbalisant [verbalisant 1] , in de
woning gelegen aan de [adres] te Den Haag. Ik was deze woning eerder binnengetreden met een machtiging tot binnentreden ter aanhouding van de gesignaleerde [verdachte] . Tijdens de doorzoeking werden uiteindelijk de volgende goederen in beslag genomen:
Woonkamer:
Kast links naast de deur.
Op deze kast werd tevens een wapenstok aangetroffen.
In deze zelfde kast werd aangetroffen:
- Vacuumzakken (3090446)
- lege gripzakjes (3090438)
- geldtelmachine (3090426)
- boksbeugel (Hello Kitty)
- cocaïnetest (3090512)
Hier werd aangetroffen:
- hoeveelheid lege gripzakjes (3090331)
Verder werd er in deze kast aangetroffen:
- Boksbeugel
Midden in de woonkamer stond een glazen salontafel. Onder het blad bevond zich
Een houten lade. Hierin werd aangetroffen:
- kleine weegschaal met resten witte substantie (3090494)
Op de rugleuning van de bank stond een zwart geldkistje.
Hierin zaten:
- Boterhamzakje met patronen
Slaapkamer:
Bij binnenkomst van de slaapkamer bevond zich direct rechts een oude kledingkast
zonder deur.
Hierin werd aangetroffen:
Een textiel schoudertas met hierin:
- 1 zak met brokken drugs, vermoedelijk MDMA. 409,5 gram (3090376)
- 1 zak groene pillen, 218 gram (3090393)
- 3 zakken roze pillen (3090319, 268 gram)
- 1 zak met gele brokken, 1078 gram (3090372)
Verder werd er in de kast aangetroffen:
- Een grote weegschaal (3090477)
- Onderdelen voor een pers (stempels)
- Verpakkingsmateriaal (3090416)
In de slaapkamer stond ook een grote kledingkast.
Hierin werd aangetroffen:
- een gasmasker met 5 filters
- Een lang wapen, dit betreft een 3 geprint vuurwapen
De kluis werd later geopend. In de kluis werd aangetroffen:
- Een gasdrukwapen
- Een airsoftwapen
- Een handvuurwapen
- Een zakje patronen
Inbouwkast:
In de inbouwkast werden aangetroffen:
- 3 volle vaten Methanol (3090471)
3. Een proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt op 28 februari 2024, voor zover inhoudende (p. 8 -11 van het proces-verbaal):
Wij, verbalisanten [verbalisant 3] , [verbalisant 4] en [verbalisant 5] , verklaren het volgende:
De aangeboden partij vermoedelijke verdovende middelen bestond uit:
Sporendrager
Aantal/eenheid : 519 stuks
Goednummer : PL1500-2024039611-3090393
Object : Verdovende middelen
Inhoud : Groenkleurige tabletten met logo
Omschrijving
Wij zagen een vacuumzak met hierin 519 groenkleurige tabletten met het ' Rolex
‘logo met een totaal netto vastgesteld gewicht van 199,3 gram (weging Narcotica).
Hier hebben wij een, nader te onderzoeken, monster van gemaakt en voorzien van SIN: AARJ6105NL.
Sporendrager:
Aantal/eenheid : 595 stuks
Goednummer: PL1500-2024039611-3090319
Object: Verdovende middelen
Inhoud : Roze gekleurde tabletten
Omschrijving
Wij zagen een vacuumzak met hierin 595 roze gekleurde tabletten, in de vorm van
Een masker en de tekst 'La Casa De Papel' met een totaal netto vastgesteld gewicht
Van 248,6 gram (weging Narcotica). Hier hebben wij een, nader te onderzoeken,
monster van gemaakt en voorzien van SIN: AARJ6106NL.
Sporendrager
Aantal/eenheid : Eén ziplock zak
Goednummer : PL1500-2024039611-3090376
Object : Verdovende middelen
Inhoud : Bruinkleurige brokken
Omschrijving
Wij zagen een vacuumzak met hierin een ziplock zak, van met merk 'Albert
Heijn' met hierin bruinkleurige brokken met een totaal netto vastgesteld gewicht van
394,1 gram (weging Narcotica). Hier hebben wij een, nader te onderzoeken, monster
van gemaakt en voorzien van SIN: AARJ6107NL.
Sporendrager
Aantal/eenheid: Eén vacuumzak
Goednummer: PL1500-2024039611-3090372
Object: Verdovende middelen
Inhoud: Beigekleurige brokken
Omschrijving
Wij zagen een vacuumzak met hierin beigekleurige brokken met een totaal netto
vastgesteld gewicht van 1059,3 gram (weging Narcotica). Hier hebben wij een,
nader te onderzoeken, monster van gemaakt en voorzien van SIN: AARJ6108NL.
4. Een geschrift, te weten een rapportage van het Nederlands Forensisch Instituut d.d. 22 februari 2024, voor zover inhoudende (p. 12 van het aanvullend proces-verbaal):
Kenmerk: AARJ6105NL
Omschrijving FO: tablet, groen, uit 199,3 gram;
Conclusie: bevat MDMA
5. Een geschrift, te weten een rapportage van het Nederlands Forensisch Instituut d.d. 22 februari 2024, voor zover inhoudende (p. 13 van het aanvullend proces-verbaal):
Kenmerk: AARJ6106NL
Omschrijving FO: tablet, roze, uit 248,6 gram;
Conclusie: bevat MDMA
6. Een geschrift, te weten een rapportage van het Nederlands Forensisch Instituut d.d. 22 februari 2024, voor zover inhoudende (p. 14 van het aanvullend proces-verbaal):
Kenmerk: AARJ6107NL
Omschrijving FO: brokken, bruin, uit 394,1 gram
Conclusie: bevat MDMA
7. Een geschrift, te weten een rapportage van het Nederlands Forensisch Instituut d.d. 22 februari 2024, voor zover inhoudende (p. 15 van het aanvullend proces-verbaal):
Kenmerk: AARJ6108NL
Omschrijving FO: brokken, beige, uit 1059,3 gram
Conclusie: bevat MDMA
Ten aanzien van feit 3:
8. Een proces-verbaal inzake van de Dienst Regionale Recherche, Afdeling Specialistische Ondersteuning, Team Forensische Opsporing Wapens, Munitie en Explosieven d.d. 7 februari 2024, voor zover inhoudende (p. 111-114 van het proces-verbaal):
Aantreffen wapen
Het wapen werd aangetroffen in een kluis welke tijdens de doorzoeking werd aangetroffen in perceel [adres] te Den Haag.
Omschrijving wapen:
Soort wapen: Semi automatisch pistool
Merk: CZ
Model: P-10 S
Kaliber: 9 x 19 mm
Dit wapen is een vuurwapen in de zin van artikel 1 onder 3, gelet op artikel 2, lid 1, categorie III sub 1 van de Wet wapens en munitie.
9. Een proces-verbaal inzake van de Dienst Regionale Recherche, Afdeling Specialistische Ondersteuning, Team Forensische Opsporing Wapens, Munitie en Explosieven d.d. 7 februari 2024, voor zover inhoudende (p. 115-118 van het proces-verbaal):
Aantreffen wapen: Het wapen werd aangetroffen tijdens de doorzoeking in perceel [adres] te Den Haag.
Omschrijving wapen:
Soort wapen: 3D geprint en samengesteld vuurwapen
Model: FGC 9 MK II
Kaliber: 9 x 19 mm
Dit wapen is een vuurwapen in de zin van artikel 1 onder 3, gelet op artikel 2, lid 1, categorie III sub 1 van de Wet wapens en munitie.
Ten aanzien van feit 4:
10. Een proces-verbaal inzake van de Dienst Regionale Recherche, Afdeling Specialistische Ondersteuning, Team Forensische Opsporing Wapens, Munitie en Explosieven d.d. 7 februari 2024, voor zover inhoudende (p. 33-35 van het proces-verbaal):
Aantreffen wapen: Het wapen werd aangetroffen tijdens de doorzoeking in perceel
[adres] te Den Haag.
Omschrijving wapen:
Doort wapen: Veerdrukwapen
Merk: Heckler & Koch ( HK)
Model: MP5 K
Kaliber: 4,5 mm
Het wapen vertoont voor wat betreft vorm en afmetingen een sprekende gelijkenis
met een vuurwapen van het merk Heckler & Koch, model MP5 K zie foto. Derhalve
is dit voorwerp een wapen in de zin van artikel 2 lid 1, categorie I sub 7 van de Wet
wapens en munitie, gelet op artikel 3 onder a van de Regeling wapens en munitie.
11. Een proces-verbaal inzake van de Dienst Regionale Recherche, Afdeling Specialistische Ondersteuning, Team Forensische Opsporing Wapens, Munitie en Explosieven d.d. 7 februari 2024, voor zover inhoudende (p. 36-38 van het proces-verbaal):
Aantreffen wapen: Het wapen werd aangetroffen tijdens de doorzoeking in perceel [adres] te Den Haag
Omschrijving wapen:
Soort wapen: Gasdrukpistool
Merk: Heckler & Koch ( HK)
Model: P30
Kaliber: 4,5 mm
Het wapen vertoont voor wat betreft vorm en afmetingen een sprekende gelijkenis
met een vuurwapen van het merk Heckler & Koch, model P30 zie bijlage. Derhalve
is dit voorwerp een wapen in de zin van artikel 2 lid 1, categorie I sub 7 van de Wet
wapens en munitie, gelet op artikel 3 onder a van de Regeling wapens en munitie.
Ten aanzien van feit 5:
12. Een geschrift, te weten een kennisgeving van inbeslagneming met Registratienummer PL1500-2024039611-82, voor zover inhoudende (p. 93-95 van het proces-verbaal):
Inbeslagneming
Plaats : [adres] , 2515 NT 's-Gravenhage
Datum en tijd : 9 februari 2024 te 14:00 uur )
Omstandigheden: Aangetroffen in woning verdachte
Volgnummer 3
Goednummer : PL1500-2024039611-3091656
Categorie omschrijving : Wapens/munitie/springstof
Object : Slagwapen (Ploertendoder)
Kleur : Zwart
Volgnummer 4
Goednummer : PL1500-2024039611-3091657
Categorie omschrijving : Wapens/munitie/springstof
Object : Steekwapen (Vilmes)
Aantal/eenheid : 2 stuks
13. Een proces-verbaal inzake van de Dienst Regionale Recherche, Afdeling Specialistische Ondersteuning, Team Forensische Opsporing Wapens, Munitie en Explosieven d.d. 9 februari 2024, voor zover inhoudende (p. 40-41 van het proces-verbaal):
Ik, [brigadier van politie] , brigadier van politie, werkzaam als materiedeskundige wapens munitie en explosieven bij het Team Forensische Opsporing, verklaar het volgende:
De wapens werden aangetroffen tijdens de doorzoeking in perceel [adres]
te Den Haag.
Omschrijving wapen
Soort wapen: Vilmes
Aantal: Twee stuks
Een mes waarvan het heft haaks op het lemmet staat of geplaatst kan worden en dat
bestemd is om bij gebruik in de palm van de hand te worden gehouden, terwijl het lemmet tussen de vingers door naar buiten steekt. Deze voorwerpen zijn een wapen in de zin van artikel 2 lid 1 categorie I, onder 3 van de WWM, gelet op artikel 2, lid 1, onder d van de RWM.
14. Een proces-verbaal inzake van de Dienst Regionale Recherche, Afdeling Specialistische Ondersteuning, Team Forensische Opsporing Wapens, Munitie en Explosieven d.d. 9 februari 2024, voor zover inhoudende (p. 51-52 van het proces-verbaal):
Ik, [brigadier van politie] , brigadier van politie, werkzaam als
materiedeskundige wapens munitie en explosieven bij het Team Forensische
Opsporing, verklaar het volgende:
De wapens werden aangetroffen tijdens de doorzoeking in perceel [adres]
te Den Haag
Soort wapen: Boksbeugel
Aantal: Twee stuks
Een om de hand sluitende ring, of om de vingers sluitende, onderling met elkaar verbonden, ringen, al dan niet voorzien van op of aan die ring bevestigde uitsteeksels. Deze voorwerpen zijn een wapen in de zin van artikel 2 lid 1 categorie I sub 3 van de Wet wapens en munitie.
15. Een proces-verbaal inzake van de Dienst Regionale Recherche, Afdeling Specialistische Ondersteuning, Team Forensische Opsporing Wapens, Munitie en Explosieven d.d. 9 februari 2024, voor zover inhoudende (p. 53-54 van het proces-verbaal):
Ik, [brigadier van politie] , brigadier van politie, werkzaam als materiedeskundige wapens munitie en explosieven bij het Team Forensische Opsporing, verklaar het volgende:
Het wapen werd aangetroffen tijdens de doorzoeking in perceel [adres] te Den Haag.
Soort wapen: Ploertendoder
Dit voorwerp is een wapen in de zin van artikel 2 lid 1, categorie 1 sub 3 van de Wet wapens en munitie.
Ten aanzien van feit 6:
16. Een proces-verbaal inzake van de Dienst Regionale Recherche, Afdeling Specialistische Ondersteuning, Team Forensische Opsporing Wapens, Munitie en Explosieven d.d. 9 februari 2024, voor zover inhoudende (p. 44-45 van het proces-verbaal):
Ik, [brigadier van politie] , brigadier van politie, werkzaam als materiedeskundige wapens munitie en explosieven bij het Team Forensische Opsporing, verklaar het volgende:
Het wapen werd aangetroffen tijdens de doorzoeking in perceel [adres]
te Den Haag
Omschrijving wapen: Valmes
Een valmes is een mes waarvan het lemmet door een druk- of een vergelijkbaar ontgrendelingsmechanisme, dan wel door een zwaaibeweging of door zwaartekracht, rechtstandig uit het heft wordt gebracht. Derhalve is dit voorwerp een wapen in de zin van artikel 2, lid 1 categorie I, onder 1 van de Wet Wapens en Munitie, gelet op artikel 2, lid 1 onder b van de Regeling Wapens en Munitie.
17. Een proces-verbaal inzake van de Dienst Regionale Recherche, Afdeling Specialistische Ondersteuning, Team Forensische Opsporing Wapens, Munitie en Explosieven d.d. 9 februari 2024, voor zover inhoudende (p. 46-48 van het proces-verbaal):
Ik, [brigadier van politie] , brigadier van politie, werkzaam als materiedeskundige wapens munitie en explosieven bij het Team Forensische Opsporing, verklaar het volgende:
Aantreffen wapen: De wapens werden aangetroffen tijdens de doorzoeking in perceel [adres] te Den Haag.
Omschrijving wapen: Vlindermes
Een vlindermes is een mes waarvan het heft in de lengterichting in tweeën is gedeeld en waarvan het lemmet naar buiten wordt gebracht door elk van de delen van het heft in tegenovergestelde richting zijdelings open te vouwen. Derhalve zijn deze voorwerpen een wapen in de zin van artikel 2, lid 1 categorie I, onder 1 van de Wet Wapens en Munitie, gelet op artikel 2, lid 1 onder c van de Regeling Wapens en Munitie.