3.3.Gebruikte bewijsmiddelen
De rechtbank heeft hierna opgenomen de wettige bewijsmiddelen met de voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden.
Wanneer hierna wordt verwezen naar een proces-verbaal, wordt - tenzij anders vermeld - bedoeld een ambtsedig proces-verbaal, opgemaakt in de wettelijke vorm door (een) daartoe bevoegde opsporingsambtena(a)r(en). Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, betreft dit de pagina’s van het proces-verbaal met het nummer DH1R023043 / 2023127649, van de politie eenheid Den Haag, district Den Haag-Centrum, met bijlagen (doorgenummerd pagina 1 t/m 284).
1. Het proces-verbaal van bevindingen van 3 mei 2023, voor zover inhoudende (p. 59):
Op vrijdagavond 28 april 2023, omstreeks 23:30 uur was er een grote uitslaande brand aan de [adres 2] te Den Haag.
2. Het proces-verbaal van forensisch brandonderzoek woning, opgemaakt op 9 mei 2023, voor zover inhoudende (p. 247 en 248):
Betreft: Proces-verbaal forensisch brandonderzoek woning [adres 2] ‘s-Gravenhage
Het perceel [adres 2] betreft een etagewoning gelegen op de eerste en tweede etage in een pand met meerdere soortgelijke woningen.
Via de trap werd de overloop van de eerste etage bereikt. Op de wanden en plafond was veel roet zichtbaar. In de achterkamer en de keuken was roetaanslag zichtbaar. In de voorste kamer, in gebruik als woonkamer, was meer roetaanslag en zware brandschade zichtbaar. In deze woonkamer kon de brandhaard worden gelokaliseerd. In de voorgevel waren drie ramen opgenomen. Deze ramen waren met houten platen afgedicht. De dubbelglas ruiten waren kapot. Zichtbaar was dat het glas van het raam in de uiterst rechterzijde in de voorgevel, van binnenuit gezien, door hitte inwerking was aangetast en deels versmolten. Op het plafond in de hoek rechts bij de voorgevel, was schade zichtbaar. Het gipsplaten plafond was hier voor een groot deel weg. Daarboven was een deel van het oude plafond zichtbaar. Dit bestond uit riet afgewerkt met pleisterwerk. Op de muur van de voorgevel en de rechter zijmuur met schouw, was grote brandschade zichtbaar. Er was een V-vormig brand patroon zichtbaar op die muren.
Op de vloer midden in de woonkamer werden de verbrande resten van een houten
hoekzitbank aangetroffen. Op de hoeken van die bank werden resten van
textielbekleding en schuimrubber meubelvulling aangetroffen. Het betrof een houten hoekzitbank die in twee delen aan elkaar bevestigd kon worden. In de hoek, gevormd door de twee delen, was de brandschade het grootst, met name aan de achterzijde. Het hout en de meubelstoffen waren volledig verbrand. Deze hoekbank kon aan de hand van het brandbeeld langs de muren worden teruggeplaatst op de originele plek. De hoekbank had in de hoek van de voorgevel en de rechter zijmuur gestaan. Het brandbeeld aan de hoekbank was visueel passend in het brandbeeld aan de voorgevel en de rechtermuur. De houten hoekbank kon worden aangemerkt als de brandhaard. Aan de hoekbank waren geen technische voorzieningen aanwezig.
Op de muur van de voorgevel, achter de hoekbank, werden de verbrande resten van een wandcontactdoos aangetroffen. In deze wandcontactdoos werden geen stekkers
aangetroffen. Er was kennelijk niets aangesloten op deze wandcontactdoos. Naast deze wandcontactdoos werd een aansluitkastje van de centrale antenne installatie (CAI) aangetroffen. Op dit aansluitkastje was niets aangesloten.
Op grond van deze bevindingen kon een technische oorzaak voor het ontstaan van de brand worden uitgesloten.
De brand had gewoed in de houten hoekbank in de woonkamer. Het meest aannemelijke scenario voor het ontstaan van de brand is het al dan niet opzettelijk bijbrengen dan wel achterlaten van vuur in enigerlei vorm aan of op deze hoekbank. Vanuit deze hoekbank had het vuur zich uitgebreid naar de rest van de woonkamer.
Vanaf de overloop werd via de trap de tweede etage bereikt. Zichtbaar was dat in de
slaapkamers en de badkamer zware roetaanslag aanwezig was.
Bij deze brand was gemeen gevaar voor goederen en levensgevaar voor personen te
duchten. De brand was in de late avond tegen middernacht ontdekt, in de voor de nachtrust bestemde tijd. In de onder- en naast gelegen panden waren personen aanwezig. Indien de brand niet tijdig was opgemerkt en geblust, moet niet uitgesloten worden geacht dat de brand zich naar die woningen had kunnen uitbreiden.
3. De eigen waarneming van de rechtbank, gedaan op de terechtzitting van 22 mei 2024:
De rechtbank heeft ter terechtzitting de camerabeelden, gemaakt vanaf de [adres 3] , getoond. Op deze beelden is het circa 54 minuten vroeger dan de werkelijke tijd. Te zien is dat op 28 april 2023 om 22:33:40 uur een persoon uit de woning aan de [adres 2] komt. Vanaf 22:33:48 uur is op de plaats van die woning een oranje gloed zichtbaar die steeds groter en feller wordt.
4. De verklaring van de verdachte, afgelegd op de terechtzitting van 22 mei 2024, voor zover inhoudende:
U vraagt mij of ik de persoon ben die op de camerabeelden gemaakt vanaf de [adres 3] op 28 april 2023 om 22:33:40 uur uit de woning komt. Dat ben ik.