ECLI:NL:RBDHA:2024:8687
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening asielaanvraag
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 30 mei 2024 uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening in het kader van een asielaanvraag. Verzoekster, vertegenwoordigd door haar gemachtigde mr. A. Jhingoer, heeft tegen het besluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid beroep ingesteld. Dit besluit, genomen op 2 april 2024, hield in dat de asielaanvraag van verzoekster in de algemene procedure buiten behandeling is gesteld. Verzoekster heeft de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen, maar de voorzieningenrechter heeft besloten dat het onderzoek ter zitting verder achterwege blijft en het onderzoek heeft gesloten.
De voorzieningenrechter heeft in zijn overwegingen vastgesteld dat verzoekster, geboren in 1995, de Turkmeense nationaliteit heeft. Tevens is er op dezelfde dag uitspraak gedaan in een andere zaak (zaaknummer NL24.15291) die betrekking heeft op het beroep van verzoekster. Aangezien er inmiddels een uitspraak is gedaan op het beroep, is de noodzaak voor een voorlopige voorziening komen te vervallen. Daarom heeft de voorzieningenrechter het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen. De uitspraak is gedaan door mr. M.J. Schouw, in aanwezigheid van griffier mr. S.S. van der Velde, en is openbaar gemaakt via een geanonimiseerde publicatie op de website van de rechtspraak. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.