ECLI:NL:RBDHA:2024:8653

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
29 mei 2024
Publicatiedatum
5 juni 2024
Zaaknummer
NL24.10008
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening in asielprocedure

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 29 mei 2024 uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening. De zaak betreft een asielaanvraag die door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid is afgewezen als kennelijk ongegrond. De verzoeker, die in deze procedure optreedt als eiser, heeft tegen dit besluit beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. De voorzieningenrechter heeft op basis van artikel 8:83, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht uitspraak gedaan zonder zitting.

In de overwegingen van de uitspraak wordt vermeld dat de rechtbank op dezelfde dag in een andere zaak, met zaaknummer NLNL24.10007, het beroep van de verzoeker ongegrond heeft verklaard. Dit heeft geleid tot de afwijzing van het verzoek om een voorlopige voorziening, aangezien de onderliggende zaak reeds ongegrond was verklaard. De voorzieningenrechter heeft ook geoordeeld dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling.

De uitspraak is gedaan door mr. J.F.I. Sinack, in aanwezigheid van mr. S.D.C.J. Verheezen als griffier. De uitspraak is openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie en er staat geen hoger beroep of verzet open tegen deze beslissing.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Middelburg
Bestuursrecht
zaaknummer: NL24.10008

uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen

[verweerder] , verzoeker

V-nummer: [V-nummer]
(gemachtigde: mr. M.C.M. van der Mark),
en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder

Procesverloop

Bij besluit van 5 maart 2024 (het bestreden besluit) heeft verweerder de asielaanvraag van verzoeker in de verlengde procedure afgewezen als kennelijk ongegrond.
Verzoeker heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Hij heeft verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.
De voorzieningenrechter doet op grond van artikel 8:83, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht uitspraak zonder zitting.

Overwegingen

1. Bij uitspraak van vandaag, zaaknummer NLNL24.10007, heeft de rechtbank
het beroep waarop dit verzoek om een voorlopige voorziening betrekking heeft ongegrond verklaard. Om die reden zal het verzoek als ongegrond worden afgewezen.
2. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. J.F.I. Sinack, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. S.D.C.J. Verheezen, griffier, en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op
www.rechtspraak.nl.
De uitspraak is bekendgemaakt op:
Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.