Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen
[verweerder] , verzoeker
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
www.rechtspraak.nl.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 29 mei 2024 uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening. De zaak betreft een asielaanvraag die door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid is afgewezen als kennelijk ongegrond. De verzoeker, die in deze procedure optreedt als eiser, heeft tegen dit besluit beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. De voorzieningenrechter heeft op basis van artikel 8:83, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht uitspraak gedaan zonder zitting.
In de overwegingen van de uitspraak wordt vermeld dat de rechtbank op dezelfde dag in een andere zaak, met zaaknummer NLNL24.10007, het beroep van de verzoeker ongegrond heeft verklaard. Dit heeft geleid tot de afwijzing van het verzoek om een voorlopige voorziening, aangezien de onderliggende zaak reeds ongegrond was verklaard. De voorzieningenrechter heeft ook geoordeeld dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling.
De uitspraak is gedaan door mr. J.F.I. Sinack, in aanwezigheid van mr. S.D.C.J. Verheezen als griffier. De uitspraak is openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie en er staat geen hoger beroep of verzet open tegen deze beslissing.