ECLI:NL:RBDHA:2024:8631
Rechtbank Den Haag
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Verlening van een aansluitende zorgmachtiging in het kader van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg
Op 17 mei 2024 heeft de Rechtbank Den Haag een beschikking gegeven inzake de verlening van een aansluitende zorgmachtiging voor betrokkene, geboren op [geboortedag] 1988 te [geboorteplaats]. De officier van justitie had op 29 april 2024 een verzoek ingediend voor deze zorgmachtiging, gebaseerd op de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz). Tijdens de mondelinge behandeling op 17 mei 2024 was de betrokkene niet aanwezig, maar zijn advocaat heeft namens hem het woord gevoerd. De advocaat pleitte primair voor afwijzing van het verzoek, stellende dat het goed gaat met betrokkene, die medicatietrouw is en zijn afspraken nakomt. Subsidiair werd verzocht om alleen die vormen van verplichte zorg toe te wijzen die noodzakelijk en voorzienbaar zijn.
De rechtbank heeft vastgesteld dat betrokkene lijdt aan schizofrenie en een stoornis in middelengebruik, wat leidt tot ernstig nadeel. De rechtbank oordeelde dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn en dat betrokkene beperkte ziektebesef en -inzicht heeft. De rechtbank verleende de zorgmachtiging, waarbij verschillende vormen van verplichte zorg zijn toegewezen, waaronder het toedienen van medicatie, het verrichten van medische controles, en het insluiten van betrokkene indien nodig. De machtiging geldt tot en met 17 mei 2025.
De rechtbank overwoog dat de voorgestelde verplichte zorg noodzakelijk is om het ernstig nadeel af te wenden en dat er geen minder bezwarende alternatieven zijn. De beslissing is genomen met inachtneming van de veiligheid van betrokkene en de voorwaarden voor deelname aan het maatschappelijk leven. De beschikking is uitgesproken ter openbare zitting van 17 mei 2024.