ECLI:NL:RBDHA:2024:8615

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
3 juni 2024
Publicatiedatum
5 juni 2024
Zaaknummer
NL24.5329 NL24.5343 NL24.5360
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van asielaanvragen en proceskostenvergoeding in bestuursrechtelijke procedure

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure betreffende de asielaanvragen van eisers, die als gezinsleden gezamenlijk zijn ingereisd. Op 13 februari 2024 hebben eisers elk afzonderlijk beroep ingesteld tegen het niet-tijdig beslissen op hun asielaanvragen, ingediend op 26 september 2022. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, als verweerder, heeft op 7 maart 2024 de asielaanvragen alsnog ingewilligd. De rechtbank heeft op basis van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak gedaan zonder zitting.

De rechtbank heeft vastgesteld dat er samenhang is tussen de zaken van eisers, aangezien zij gezamenlijk hun aanvragen hebben ingediend. De rechtbank oordeelt dat, nu de asielaanvragen zijn ingewilligd, de beroepen van eisers tegen het niet-tijdig beslissen niet-ontvankelijk zijn. Dit is in lijn met artikel 6:20, derde lid, van de Awb, dat stelt dat er geen procesbelang meer is als de eisers hun doel hebben bereikt.

Daarnaast heeft de rechtbank verweerder veroordeeld in de proceskosten van eisers, vastgesteld op € 437,50. Dit bedrag is berekend op basis van de door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand, waarbij de rechtbank de wegingsfactor 'licht' heeft toegepast, gezien het feit dat het beroep enkel betrekking had op het niet tijdig nemen van een besluit. De uitspraak is gedaan door mr. M.L. Weerkamp, rechter, en is openbaar gemaakt op www.rechtspraak.nl.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Middelburg
Bestuursrecht
zaaknummers: NL24.5329, NL24.5343 en NL24.5360

uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[eiseres] , eiseres 1

V-nummer: [V-nummer 1]

[eiser 1] , eiser 1

V-nummer: [V-nummer 2]

[eiser 2] , eiser 2

V-nummer: [V-nummer 3]
Tezamen te noemen: eisers,
(gemachtigde: mr. R.E.J.M. van den Toorn),
en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder.

Procesverloop

Eisers hebben op 13 februari 2024 elk afzonderlijk beroep ingesteld tegen het niet-tijdig beslissen op hun ingediende asielaanvragen van 26 september 2022.
Bij besluit van 7 maart 2024 heeft verweerder de asielaanvragen van eisers alsnog ingewilligd.
De rechtbank doet op grond van artikel 8:54, eerste lid, van de Awb [1] uitspraak zonder zitting.

Overwegingen

1. De rechtbank neemt samenhang aan tussen de zaken van eisers, omdat zij als gezinsleden gezamenlijk zijn ingereisd en gelijktijdig hun aanvragen hebben ingediend.
2. Voor zover de beroepen zijn gericht tegen het niet tijdig nemen van een besluit op de asielaanvragen van eisers, dient te worden vastgesteld dat met de inwilliging van deze aanvragen aan de beroepen is tegemoetgekomen, zodat eisers gelet op artikel 6:20, derde lid, van de Awb in zoverre geen procesbelang meer hebben.
3. De beroepen zijn kennelijk niet-ontvankelijk.
4. Omdat eisers vanwege het niet tijdig beslissen op hun asielaanvragen beroep hebben kunnen instellen, ziet de rechtbank aanleiding om verweerder te veroordelen in de door eisers gemaakte proceskosten Gezien de samenhang tussen de ingediende beroepen wordt op grond van artikel 3 van het Besluit proceskosten bestuursrecht de door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand vastgesteld op € 437,50 bestaande uit een punt voor het indienen van het beroepschrift met een waarde per punt van € 875 en vermenigvuldigd met wegingsfactor 0,5 (licht). De rechtbank is van oordeel dat de wegingsfactor ‘licht’ van toepassing is aangezien het beroep alleen ziet op het niet tijdig nemen van een besluit.

Beslissing

De rechtbank:
 verklaart de beroepen niet-ontvankelijk;
 veroordeelt verweerder in de proceskosten van eisers gezamenlijk tot een bedrag van € 437,50 (vierhonderdzevenendertig euro en vijftig cent).
Deze uitspraak is gedaan door mr. M.L. Weerkamp, rechter, in aanwezigheid van S.A. Sewratan, griffier, openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
De uitspraak is bekendgemaakt op:
Bent u het niet eens met deze uitspraak?
Als u het niet eens bent met deze uitspraak, kunt u een brief sturen naar de rechtbank waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een verzetschrift. U moet dit verzetschrift indienen binnen 6 weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum hierboven. Als u graag een zitting wilt waarin u uw verzetschrift kunt toelichten, kunt u dit in uw verzetschrift vermelden.

Voetnoten

1.Algemene wet bestuursrecht.