3.5.Gebruikte bewijsmiddelen ten aanzien van feit 3 en bewijsoverweging
De rechtbank heeft de hierna opgenomen wettige bewijsmiddelen met de voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden.
1. De verklaring van de verdachte, afgelegd op de terechtzitting van 12 januari 2024, voor zover inhoudende:
Het geld was geprint. Ik heb het geprint zien worden. Ik had het bij mij om het te laten overkomen of ik veel geld had, terwijl ik het op dat moment niet breed had. Het was de bedoeling om indruk te maken. We zijn naar Hoofddorp gegaan, omdat we zouden gaan investeren in softdrugs. [aangever 2] heeft mij geprobeerd te beroven omdat hij dacht dat ik geld bij mij had, maar dat was het nepgeld.
2. Het proces-verbaal van aanhouding, opgemaakt op 1 oktober 2023, voor zover inhoudende (p. 39-41):
Op 1 oktober 2023 werd op de locatie Visbanken te 's-Gravenhage, aangehouden als verdachte:
Achternaam: [achternaam verdachte]
Voornamen: [namen]
Nadat [achternaam verdachte] over was gebracht naar politiebureau Jan Hendrikstraat, werd er bij de insluitingsfouillering een stapel vermoedelijk nep geld aangetroffen.
3. Het proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt op 1 oktober 2023, voor zover inhoudende (p. 25):
Ik, [verbalisant] , was belast met de insluitingsfouillering van [verdachte] . Tijdens deze fouillering trof ik:
- 120 biljetten van 50 euro ter waarde van 6000 euro,
- 177 biljetten van 20 euro ter waarde van 3540 euro.
4. Het proces-verbaal forensisch technisch onderzoek valse bankbiljetten, opgemaakt op 2 oktober 2023, voor zover inhoudende (p. 71):
Ik ben werkzaam als documentdeskundige. Bij het door mij ingestelde onderzoek aan de falsificaten, zag ik dat, onder andere, de navolgende echtheidskenmerken ontbraken:
- De gebruikte reproductietechniek wijkt af van het origineel;
- Het originele watermerk ontbreekt in het papier;
- De originele veiligheidsdraad ontbreekt in het papier.
Conclusie:
Het onderzoek wees uit dat de bankbiljetten vals waren.
Bewijsoverweging:
Uit de bewijsmiddelen blijkt dat de verdachte op 1 oktober 2023 is aangehouden terwijl hij in het bezit was van een grote hoeveelheid valse bankbiljetten. De verdachte wist op het moment dat hij deze biljetten ontving, dat het vals geld betrof. Anders dan de raadsman heeft bepleit, is de rechtbank van oordeel dat de verdachte het oogmerk heeft gehad om voormelde biljetten als echt en onvervalst uit te geven. De rechtbank overweegt daartoe als volgt.
De verdachte heeft verklaard dat hij de stapel valse geldbiljetten bij zich had om de suggestie te wekken dat hij over veel geld beschikte en om daarmee indruk te maken. De rechtbank stelt vast dat de biljetten, die zijn getoond op de terechtzitting, er op het eerste oog als echte biljetten uitzien. De verdachte had ook de intentie om de indruk te wekken dat het echt geld was. De verdachte heeft verder verklaard dat hij het nepgeld bij zich had toen hij onderweg was naar Hoofddorp met de intentie om te investeren in softdrugs. De verdachte heeft tegelijk verklaard dat hij het op dat moment niet breed had. De rechtbank is van oordeel dat dit sterke aanwijzingen zijn dat de verdachte van plan was om het aangetroffen nepgeld te gebruiken door het als echt en onvervalst uit te geven bij één van zijn zogenoemde investeringen. Dit leidt ertoe dat de rechtbank feit 3 wettig en overtuigend bewezen acht.