ECLI:NL:RBDHA:2024:8563
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen last onder dwangsom voor vergunningvrij bouwwerk bij beschermd rijksmonument
Op 10 mei 2024 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in de zaak tussen eisers en het college van burgemeester en wethouders van Den Haag. Het beroep van eisers tegen de aan hen opgelegde last onder dwangsom van 8 maart 2022 is ongegrond verklaard. De last was opgelegd omdat eisers zonder omgevingsvergunning een terras met overkapping en berging hadden gerealiseerd in de tuin van hun woning, die een beschermd rijksmonument is. De rechtbank oordeelde dat de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) van toepassing blijft, aangezien de overtreding vóór de inwerkingtreding van de Omgevingswet had plaatsgevonden.
Eisers betoogden dat het bouwwerk vergunningvrij mocht worden gerealiseerd, maar de rechtbank stelde vast dat het bouwwerk niet voldoet aan de voorwaarden voor vergunningvrij bouwen, omdat het zich bij een rijksmonument bevindt. De rechtbank concludeerde dat handhavend optreden gerechtvaardigd is, gezien het algemeen belang van handhaving en het ontbreken van concreet zicht op legalisatie van het bouwwerk. De rechtbank verwierp ook het beroep op het gelijkheidsbeginsel, omdat eisers niet voldoende concrete vergelijkingen hebben aangedragen.
De rechtbank heeft de last onder dwangsom gehandhaafd en de begunstigingstermijn verlengd tot vier weken na de uitspraak, om te voorkomen dat eisers direct een dwangsom verbeuren. De uitspraak is openbaar gedaan en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot hoger beroep.