ECLI:NL:RBDHA:2024:8520
Rechtbank Den Haag
- Wraking
- A.M.A. Keulen
- E.A.W. Schippers
- R.E. Perquin-Joosten
- Rechtspraak.nl
Afwijzing wrakingsverzoek wegens gebrek aan objectieve vrees voor partijdigheid van de rechter
Op 3 juni 2024 heeft de meervoudige wrakingskamer van de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan op het wrakingsverzoek van verzoekster, die zich wilde verzetten tegen de rechter mr. D. Biever. Het verzoek tot wraking was ingediend naar aanleiding van de behandeling van twee zaken waarin verzoekster betrokken was, namelijk SGR 23/3547 en SGR 24/2330, tegen de minister van Financiën. Verzoekster stelde dat de rechter de schijn van partijdigheid had gewekt door zijn houding en het stellen van gesloten vragen tijdens de zitting. Ze voerde aan dat de rechter haar standpunt verkeerd had geïnterpreteerd en dat hij niet voldoende vragen had gesteld aan de wederpartij.
De wrakingskamer heeft het verzoek tot wraking afgewezen. De kamer oordeelde dat de wijze waarop de rechter vragen stelde niet leidde tot een objectief gerechtvaardigde vrees voor vooringenomenheid. De rechter had blijk gegeven van een zorgvuldige afweging en had verzoekster voldoende gelegenheid gegeven om haar standpunt toe te lichten. De wrakingskamer benadrukte dat eerdere beslissingen van de rechter in andere zaken niet automatisch leiden tot een vermoeden van partijdigheid in de huidige procedure. De wrakingskamer concludeerde dat er geen bijzondere omstandigheden waren die een zwaarwegende aanwijzing voor partijdigheid opleverden.
De beslissing van de wrakingskamer houdt in dat de behandeling van de onder 2.1 vermelde zaken wordt voortgezet in de stand waarin deze zich bevonden ten tijde van het indienen van het wrakingsverzoek. De beslissing is openbaar uitgesproken en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze uitspraak.