ECLI:NL:RBDHA:2024:8518

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
5 juni 2024
Publicatiedatum
4 juni 2024
Zaaknummer
09/343276-23
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Meervoudige strafzaak tegen verdachte voor meerdere overvallen op tankstations met bedreiging

Op 5 juni 2024 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van meerdere overvallen op tankstations in de periode van 1 december 2023 tot en met 26 december 2023. De verdachte, geboren in 2001, werd beschuldigd van afpersing en poging tot afpersing, waarbij hij telkens dreigde met geweld en een wapen. De rechtbank heeft op basis van getuigenverklaringen, camerabeelden en forensisch bewijs, waaronder DNA- en vingerafdrukken, vastgesteld dat de verdachte betrokken was bij de overvallen. De rechtbank oordeelde dat de verdachte op 12 december 2023 in Zoetermeer een medewerker van een Esso-tankstation heeft gedwongen tot de afgifte van geld en sigaretten. Op 23 december 2023 heeft hij geprobeerd een Total Energies-tankstation in Leiden te overvallen, en op 26 december 2023 heeft hij opnieuw een poging gedaan in Zoetermeer. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van vier jaar, met aftrek van de tijd in voorarrest doorgebracht, en heeft schadevergoedingen toegewezen aan de benadeelde partijen. De rechtbank heeft de vorderingen van de benadeelde partijen toegewezen, waarbij de verdachte verplicht werd om schadevergoedingen te betalen aan de slachtoffers van de overvallen.

Uitspraak

Rechtbank DEN HAAG

Strafrecht
Meervoudige kamer
Parketnummers: 09/343276-23 en 09/147465-24 (ttz. gev.)
Datum uitspraak: 5 juni 2024
Tegenspraak
De rechtbank Den Haag heeft op de grondslag van de tenlastelegging en naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting het navolgende vonnis gewezen in de zaak van de officier van justitie tegen de verdachte:
[verdachte],
geboren op [geboortedag] 2001 te [geboorteplaats] ,
BRP-adres: [adres 1] , [postcode 1] te [woonplaats 1] ,
thans gedetineerd in de penitentiaire inrichting [plaats 1] ,
locatie [locatie] .

1.Het onderzoek ter terechtzitting

Het onderzoek is gehouden op de terechtzitting van 22 mei 2024.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie mr. L. Post en van hetgeen door de verdachte en zijn raadsman mr. J.J.J. van Rijsbergen naar voren is gebracht.

2.De tenlastelegging

parketnummer 09/343276-23 (hierna dagvaarding I)
Aan de verdachte is - na wijzigingen van de tenlastelegging op de terechtzittingen van 12 april 2024 en 22 mei 2024 - ten laste gelegd dat:
1
hij op of omstreeks 12 december 2023 te Zoetermeer met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen, door geweld en/of bedreiging met geweld [naam 1] heeft gedwongen tot de afgifte van een contant geldbedrag van 600 euro, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan Esso, gelegen aan de [adres 2] te Zoetermeer en/of een derde toebehoorde(n), door:
- aan die [naam 1] het scherm van zijn, verdachtes, telefoon met de tekst: “dit is een overval. Ik wil dat je alle inhoud van de kassa en sigaretten in een tas doet. Ik heb een wapen”, althans woorden van gelijke bedreigende aard en/of strekking te tonen; en/of
- te kloppen op zijn, verdachtes, jaszak en te roepen: “sneller, anders gebruik ik mijn wapen”, althans woorden van gelijke bedreigende aard en/of strekking;
2
hij op of omstreeks 23 december 2023 te Leiden ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [naam 2] te dwingen tot de afgifte van enig geldbedrag, in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan Total Energies, gelegen aan de [adres 3] te Leiden en/of een derde toebehoorde(n), aan die [naam 2] het scherm van zijn, verdachtes, telefoon met de tekst: "ik heb een wapen bij me, geef mij geld binnen een minuut, anders schiet ik je kapot", althans woorden van gelijke bedreigende aard en/of strekking heeft getoond; en/of "geef me geld, geef me geld, anders ga ik naar je huis", althans woorden van gelijke bedreigende aard en/of strekking heeft geroepen, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
3
hij op of omstreeks 23 december 2023 te Zoetermeer met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [naam 3] heeft gedwongen tot de afgifte van een contant geldbedrag van 700 euro, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan Esso, gelegen aan de [adres 5] te Zoetermeer, en/of een derde toebehoorde(n), door:
- aan die [naam 3] het scherm van zijn, verdachtes, telefoon met een onbekend gebleven tekst te tonen en/of
- “ ik weet waar je woont, ik heb een wapen”, althans woorden van gelijke bedreigende aard en/of strekking te roepen;
4
hij op of omstreeks 26 december 2023 te Leiden ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [naam 4] te dwingen tot de afgifte van enig geldbedrag, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan Total Energies, gelegen aan de [adres 3] te Leiden, en/of een derde toebehoorde(n), aan die [naam 4] het scherm van zijn, verdachtes, telefoon met de tekst: "ik heb een wapen, doe geld in de tas, ik weet waar je woont", althans woorden van gelijke bedreigende aard en/of strekking heeft getoond en/of "ik ga eerlijk zijn. Ik weet waar je woont. Je moet deze tas vullen met geld", althans woorden van gelijke bedreigende aard en/of strekking heeft geroepen, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
5
hij op of omstreeks 26 december 2023 te Zoetermeer tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [naam 5] te dwingen tot de afgifte van enig geldbedrag, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [benzinestation] , gelegen aan de [adres 4] te Zoetermeer, en/of een derde toebehoorde(n), aan die [naam 5] het scherm van zijn, verdachtes, telefoon met de tekst: "ik wil geld, ik ben bewapend”, althans woorden van gelijke bedreigende aard en/of strekking heeft getoond en/of "ik ga eerlijk zijn. Ik weet waar je woont.”, althans woorden van gelijke bedreigende aard en/of strekking heeft geroepen, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.
parketnummer 09/147465-24 (hierna dagvaarding II)
Aan de verdachte is ten laste gelegd dat:
hij op of omstreeks 1 december 2023 te Leeuwarden met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [naam 6] heeft gedwongen tot de afgifte van enig geldbedrag, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan die Shell [adres 7] en/of een derde toebehoorde(n), door
- aan die [naam 1] het scherm van zijn, verdachtes, telefoon te laten zien met de
tekst: "ik heb een vuurwapen bij me. Ik wil geld. Je moet dit overhandigen binnen 10
tellen", althans woorden van gelijke bedreigende aard en/of strekking.

3.De bewijsbeslissing

3.1.
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gerekwireerd tot vrijspraak van de bij dagvaarding I onder 1 en 2 ten laste gelegde feiten. Ten aanzien van de bij dagvaarding I onder 3, 4, 5 en dagvaarding II ten laste gelegde feiten heeft de officier van justitie gerekwireerd tot bewezenverklaring, met uitzondering van het bij dagvaarding I onder 5 ten laste gelegde medeplegen.
3.2.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft zich primair op het standpunt gesteld dat er sprake is van een onrechtmatige aanhouding, waardoor een onherstelbaar vormverzuim in het vooronderzoek heeft plaatsgevonden. De raadsman heeft bepleit dat ten gevolge hiervan al het na de aanhouding verzamelde bewijsmateriaal dient te worden uitgesloten van het bewijs, waardoor niet wettig en overtuigend kan worden bewezen dat de verdachte de ten laste gelegde feiten heeft begaan en hij derhalve moet worden vrijgesproken van alle ten laste gelegde feiten.
Subsidiair heeft de raadsman zich op het standpunt gesteld dat de verdachte van alle ten laste gelegde feiten moet worden vrijgesproken, omdat de feiten op basis van het dossier niet wettig en overtuigend zijn bewezen.
3.3.
Gebruikte bewijsmiddelen
De rechtbank heeft in de bijlage opgenomen de wettige bewijsmiddelen met de voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. De rechtbank overweegt ten aanzien van het bewijs verder nog het volgende.
3.4.
Bewijsoverwegingen
Rechtmatigheid van de aanhouding
De rechtbank volgt de raadsman niet in zijn standpunt dat er sprake is van een onrechtmatige aanhouding, waardoor een onherstelbaar vormverzuim in het vooronderzoek zou hebben plaatsgevonden. Op 29 december 2023 heeft de officier van justitie toestemming gegeven voor de aanhouding buiten heterdaad van [naam 7] , een van verdachtes broers. De aanleiding daarvoor was gelegen in de omstandigheid dat het telefoonnummer + [telefoonnummer] gebruik had gemaakt van basisstations in de directe omgeving van twee van de plaatsen delict, genoemd bij dagvaarding I. Dat telefoonnummer stond op naam van een vrouw die samen een kind heeft met [naam 7] . Verder vertoonde de RDW-foto van [naam 7] gelijkenissen in ogen en wenkbrauwen met de verdachte van de overvallen. Om die reden bestond bij de politie het vermoeden dat [naam 7] de gebruiker was van telefoonnummer + [telefoonnummer] en bij de overvallen betrokken was. De politie heeft de woning, waar het mobiele toestel dat gebruik maakte van telefoonnummer + [telefoonnummer] zich begaf, betreden teneinde [naam 7] aan te houden. Eenmaal in de woning bleken drie personen qua uiterlijk sterke gelijkenissen te vertonen met [naam 7] . Een van hen identificeerde zich als de verdachte, maar de andere twee personen deden of ze de politie niet konden verstaan en identificeerden zich niet. Daardoor kon de politie niet met zekerheid vaststellen of één van deze personen wel of niet [naam 7] was. Omdat de vingerafdrukken van de drie personen met behulp van een database op het politiebureau vergeleken konden worden met die van [naam 7] stond de politie voor de keuze om alle drie de mannen aan te houden en mee te nemen naar het bureau voor de verificatie van de vingerafdrukken, of om niemand aan te houden ondanks de sterke gelijkenis met de gezochte persoon en ondanks het feit dat de gezochte telefoon ook op dat adres aanwezig was. Gelet op de omstandigheden waaronder drie gelijkende mannen zijn aangetroffen, konden zij naar het oordeel van de rechtbank alledrie beschouwd worden als mogelijk te zijn [naam 7] , en konden zij dus alledrie rechtmatig worden aangehouden. Gelet op het belang om de verdachte van meerdere overvallen op tankstations aan te houden in plaats van hem gelegenheid te geven te ontkomen, en gelet op het gegeven dat kort na aankomst op het bureau duidelijkheid zou ontstaan, voldoet de beslissing om alle drie de mannen mee te nemen bovendien aan redelijke eisen van proportionaliteit en subsidiariteit.
Eens te meer komt de verdachte geen beroep toe op de onrechtmatigheid van zijn aanhouding, omdat het in feite de gebruiker van het telefoonnummer + [telefoonnummer] was die de politie zocht, terwijl abusievelijk [naam 7] als zodanig was aangemerkt. Dat kwam doordat de verdachte, die de daadwerkelijke gebruiker van dat nummer was, de telefoon had laten registeren op de naam van de vriendin van [naam 7] . Dat werd voor de politie duidelijk toen bleek dat het mobiele toestel dat gebruik maakte van het telefoonnummer + [telefoonnummer] zich tegelijkertijd met de verdachte naar het politiebureau verplaatste. Oftewel, de politie had de persoon die zij zocht aangehouden, maar had daar mede door toedoen van de verdachte zelf een onjuiste naam aan gekoppeld. Ten overvloede merkt de rechtbank op dat als er al sprake zou zijn geweest van een onrechtmatige aanhouding, en dus een vormverzuim, dit vrijwel direct is hersteld doordat de officier van justitie kort na de aanhouding van de verdachte alsnog toestemming heeft gegeven voor die aanhouding.
De rechtbank komt tot de conclusie dat geen sprake is geweest van een onherstelbaar vormverzuim in het vooronderzoek, zodat geen aanleiding bestaat om over te gaan tot bewijsuitsluiting.
Eén dader, de modus operandi en schakelbewijs
De raadsman heeft zich verder op het standpunt gesteld dat de zes ten laste gelegde feiten niet door één dader zijn gepleegd. De rechtbank volgt de raadsman niet in dat standpunt. Uit de aangiften en camerabeelden volgt dat de dader steeds een specifieke modus operandi hanteerde. Deze modus operandi is in alle zes zaken dezelfde. De dader komt telkens met een telefoon in de rechterhand een tankstation binnen en toont dan bij het raam van het kassacompartiment het beeldscherm van die mobiele telefoon, met daarop een getypte tekst, aan de medewerkers van de tankstations. Die tekst moet dan duidelijk maken dat een overval plaatsvindt, en dat er geld gegeven moet worden, en dan wordt een plastic tas in de lade naar de kassamedewerker gedaan, kennelijk bedoeld om het geld in te doen. Op het beeldscherm of mondeling wordt daaraan dan in de meeste gevallen nog toegevoegd dat de dader een vuurwapen heeft en/of dat hij weet waar de kassamedewerker woont. Dat mogelijk niet iedere keer precies dezelfde mobiele telefoon is gebruikt, zoals de verdediging heeft aangevoerd, doet niet aan die werkwijze af.
Naast de specifieke modus operandi, komen meerdere uiterlijke kenmerken van de dader met elkaar overeen. De dader heeft telkens een licht getinte huid en donkere wenkbrauwen. Ook het postuur van de dader lijkt telkens hetzelfde, met uitzondering van de bij dagvaarding I onder feit 4 ten laste gelegde poging, waar de dader een voller postuur lijkt te hebben. Dit kan echter een vertekend beeld zijn, bijvoorbeeld door mogelijk extra kleding, zoals een extra jas die de dader toen onder zijn jas aanhad. De raadsman heeft ter terechtzitting bepleit dat er veel verschillen bestaan in de beschrijvingen van de verdachte door getuigen en verbalisanten. Hoewel er inderdaad verschillen bestaan in de verschillende beschrijvingen, neemt dat niet weg dat de signalementen naar het oordeel van de rechtbank telkens op hoofdlijnen met elkaar overeenkomen. Voorts bestaan er ook nog overeenkomsten tussen de kledingstukken van de dader. Zo draagt de dader dezelfde soort jas ten tijde van de bij dagvaarding I onder 1, 2 en 3 ten laste gelegde feiten, heeft hij dezelfde soort trainingsbroek aan ten tijde van de bij dagvaarding I onder 1 en dagvaarding II ten laste gelegde feiten Ook draagt hij bij alle ten laste gelegde feiten gezichtsbedekking, meestal een bivakmuts. Op de telefoon van de verdachte zijn opvallend veel selfies aangetroffen van de verdachte met een bivakmuts op. De verklaring ter terechtzitting dat hij die altijd op heeft bij het karten wordt niet ondersteund door vaststellingen door de politie dat rond de selfies ook foto’s van het karten in het fotoalbum op de telefoon zitten. Tot slot heeft de aangever van het bij dagvaarding I onder 4 ten laste gelegde feit verklaard dat hij de dader herkende van de foto van de dader van het bij dagvaarding I onder 2 ten laste gelegde feit. Dat gaat in beide gevallen om een poging tot een overval op het tankstation Total Energies aan [adres 3] te Leiden, slechts drie dagen na elkaar.
Telefoongegevens
De verdachte heeft verklaard dat hij de enige gebruiker was van telefoonnummer + [telefoonnummer] . Uit de historische verkeersgegevens van dit telefoonnummer is gebleken dat het telefoonnummer telkens kort voor of na de overvallen gebruik maakte van bepaalde basisstations. De tankstations waar de overvallen en pogingen daartoe zijn gepleegd vallen telkens binnen het theoretische bereik van die basisstation. Dat geldt alleen niet voor de bij dagvaarding I onder 2 ten laste gelegde poging. In dat geval maakte het telefoonnummer ongeveer tien minuten voor het delict gebruik van een basisstation dat zich op de route tussen verdachtes woonplaats Zoetermeer en het tankstation Total Energies aan de [adres 3] in Leiden bevindt. Het is echter, zoals ter terechtzitting aan de orde is gesteld, zeer goed mogelijk om vanaf die positie binnen tien minuten met de auto naar tankstation Total Energies aan de [adres 3] in Leiden te rijden, zodat ook het gebruik van dat basisstation het andere bewijs verder ondersteunt.
Naast het onderzoek naar de historische verkeersgegevens van het telefoonnummer, heeft ook onderzoek plaatsgevonden naar de bij de verdachte inbeslaggenomen iPhone. Aan de hand daarvan is ten aanzien van een aantal momenten de locatie van de iPhone vastgesteld. Daarbij geldt een foutmarge van maximaal 250 meter. De iPhone bevond zich ten tijde van de bij dagvaarding I onder 3 ten laste gelegde overval op dezelfde plek als het betreffende tankstation. Verder blijkt dat kort voor die overval een notitie op de iPhone is aangemaakt en dat deze binnen het tijdsbestek van enkele minuten na de overval is weggehaald. Ten aanzien van de bij dagvaarding I onder 4 ten laste gelegde poging blijkt dat de iPhone zich tien minuten voor het delict vlakbij het betreffende tankstation bevond. In het kader van de bij dagvaarding I onder 5 ten laste gelegde poging is op de camerabeelden van een woning op [adres 6] waargenomen dat een persoon tussen 20:43:54 uur en 20:54:09 uur in de buurt van het tankstation op [adres 6] stond. De kleding van deze persoon komt overeen met de kleding van de persoon die ongeveer om 21:00 uur heeft gepoogd om het tankstation even verderop aan de [adres 4] te overvallen. De bij de verdachte inbeslaggenomen iPhone bevond zich van 20:42:42 uur tot 20:53:49 uur op dezelfde plek op [adres 6] als waar de betreffende persoon is gezien op de camerabeelden. Verder blijkt dat de verdachte kort voor het delict berichten via Whatsapp naar zijn vriendin heeft gestuurd waarin hij aangeeft dat zijn telefoon uit zal gaan wegens een update. Het valt op dat een soortgelijke situatie zich voordeed ten tijde van de bij dagvaarding I onder 2 ten laste gelegde poging. Toen reageerde de verdachte kort voor en na het delict niet meer op berichten van zijn vriendin, waarna hij het bericht stuurde dat zijn telefoon was uitgevallen.
Kortom, door middel van de locatiebepalingen van zijn telefoon kan de verdachte bij meerdere (pogingen tot) overvallen op de plaatsen delict in Zoetermeer, Leiden en zelfs Leeuwarden worden geplaatst. Met betrekking tot Leeuwarden heeft de verdachte verklaard dat hij daar een broer heeft wonen bij wie hij heeft verbleven in de twee weken waarin een door hem gepleegde winkeldiefstal plaatsvond en waarin ook de overval plaatsvond. Uit het dossier komt naar voren dat de dader van de overval voor het laatst is gezien in de straat waar de broer van de verdachte woont.
De verdachte heeft slechts voor de lokalisering van zijn telefoon op de plaats delict van het bij dagvaarding I onder 4 ten laste gelegde feit een verklaring gegeven, namelijk dat hij met een door hem bestelde Ubertaxi van het tankstation waar zijn vriend en hij een auto hadden achtergelaten en waar later de overval zou plaatsvinden naar huis is gegaan. Verdachte zijn telefoon zou intussen in die auto zijn achtergebleven. De rechtbank houdt de verdachte echter aan zijn verklaring die hij op 30 december 2023 tegenover de politie heeft afgelegd (p. 216-217). Hierin zegt hij dat
zijn vriendmet een taxi een bepaald voorwerp is gaan halen en dat hijzelf intussen in de auto heeft gewacht. Hij heeft toen een game gespeeld op zijn telefoon. Ook als ervan zou worden uitgegaan dat de verdachte wel met de taxi is meegereisd, sluit dit niet uit dat hij snel daarna weer terug is gereisd. Gelet op het tijdstip waarop de Ubertaxi blijkens een emailbericht in Zoetermeer is aangekomen, was er voldoende tijd om weer bij het tankstation terug te zijn op het moment dat daar de overval plaatsvond. Hij heeft dus anders dan hij beweert, geen sluitend alibi. Integendeel, zijn verklaring dat hij met zijn vriend in ieder geval vóór de overval bij het tankstation was en het emailbericht van Uber dat hij daar een taxi heeft besteld, brengen hem eens te meer op de plaats delict. En het feit dat hij niet veel later, eenmaal na de (mislukte) overval, ook op [adres 3] nog gefilmd is door de bodycam van een surveillerende agent, bevestigt eens te meer dat de verdachte ofwel daar al die tijd is gebleven ofwel daar na de taxirit naar Zoetermeer tijdig vóór de (mislukte) overval is teruggekeerd.
Dactyloscopische sporen
Bij het laatstgenoemde feit heeft de dader de plastic tas in het tankstation achtergelaten. Op die tas zijn verschillende sporen, te weten vingerafdrukken, aangetroffen. Ten aanzien van één van deze sporen zijn twee dactyloscopische onderzoekers ervan overtuigd dat deze door de verdachte is geplaatst. Ook is DNA op de tas aangetroffen dat in sterke mate overeenkomt met dat van de verdachte. De rechtbank is van oordeel dat deze sporen als dadersporen kunnen worden aangemerkt en acht de verklaring van de verdachte, dat hij de plastic tas waarschijnlijk uit de auto van zijn vriend heeft gegooid en dat daarom zijn vingerafdruk op de tas is aangetroffen, onaannemelijk.
De aangetroffen broek
De rechtbank heeft reeds aangekaart dat de dader dezelfde soort trainingsbroek droeg ten tijde van de bij dagvaarding I onder 1 en dagvaarding II ten laste gelegde feiten. Op 29 december 2024 heeft een doorzoeking plaatsgevonden op [adres 10] te Zoetermeer, de woning waar de verdachte is aangehouden. Bij die doorzoeking is een opvallende trainingsbroek aangetroffen die sterke overeenkomsten vertoont met de broek die de dader droeg ten tijde van de bij dagvaarding I onder 1 en dagvaarding II ten laste gelegde feiten.
De schoudertas
Een paar dagen voor de overval van het tankstation in Leeuwarden op 1 december 2023, het bij dagvaarding II ten laste gelegde feit, is de verdachte in Leeuwarden op heterdaad betrapt op een winkeldiefstal bij de Jumbo. Hij droeg bij die winkeldiefstal volgens de beveiliger een zwarte schoudertas om zijn rechterschouder. De tas hing daarbij op zijn linkerheup. De verdachte heeft ter terechtzitting bevestigd dat hij die tas toen droeg en heeft desgevraagd verklaard dat aan de zijkant een bepaald (merk)embleem zat. De dader van de overval op het tankstation droeg blijkens de camerabeelden ook een zwarte schoudertas om zijn rechterschouder, waarbij de tas op zijn linkerheup hing. Ook daarop was aan de zijkant een merkembleem te zien.
De verdachte heeft geen logische of aannemelijke verklaring gegeven voor de aanwezigheid van zijn telefoon op of dichtbij (aangestraalde zendmasten bij) de plaats delict ten tijde van het delict en voor al het andere dat hierboven in onderlinge samenhang is overwogen.
Vrijspraak medeplegen
Naar het oordeel van de rechtbank biedt het dossier onvoldoende aanknopingspunten om bij feit 5 onder dagvaarding I te kunnen spreken van een nauwe en bewuste samenwerking tussen de verdachte en een ander persoon. De rechtbank zal de verdachte derhalve vrijspreken van het bij dit feit ten laste gelegde medeplegen.
Conclusie
De gebezigde bewijsmiddelen en al hetgeen hierboven is overwogen, in onderlinge samenhang bezien, wijzen naar het oordeel van de rechtbank zodanig in de richting van de verdachte dat van hem een aannemelijke verklaring hieromtrent mag worden verwacht. De verschillende verklaringen van de verdachte, die naar het oordeel van de rechtbank onduidelijk, inconsequent en onaannemelijk zijn, hebben de rechtbank niet doen twijfelen aan de overtuiging die zij heeft gekregen op basis van de gebezigde bewijsmiddelen en hetgeen daaromtrent is overwogen. De rechtbank komt derhalve tot de conclusie dat alle ten laste gelegde feiten wettig en overtuigend zijn bewezen, met uitzondering van het bij dagvaarding I onder 5 ten laste gelegde medeplegen.
3.5.
De bewezenverklaring
De rechtbank verklaart ten laste van de verdachte bewezen dat:
dagvaarding I
1
hij op 12 december 2023 te Zoetermeer met het oogmerk om zich wederrechtelijk te bevoordelen door bedreiging met geweld [naam 1] heeft gedwongen tot de afgifte van een contant geldbedrag van
ongeveer600 euro, in elk geval enig goed, dat aan Esso, gelegen aan de [adres 2] te Zoetermeer toebehoorde, door:
- aan die [naam 1] het scherm van zijn, verdachtes, telefoon met de tekst: “dit is een overval. Ik wil dat je alle inhoud van de kassa en sigaretten in een tas doet. Ik heb een wapen”, te tonen; en
- te kloppen op zijn, verdachtes, jaszak en te roepen: “sneller, anders gebruik ik mijn wapen”, althans woorden van gelijke bedreigende aard en strekking;
2
hij op 23 december 2023 te Leiden ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om met het oogmerk om zich wederrechtelijk te bevoordelen door bedreiging met geweld [naam 2] te dwingen tot de afgifte van enig geldbedrag, dat aan Total Energies, gelegen aan de [adres 3] te Leiden toebehoorde, aan die [naam 2] het scherm van zijn, verdachtes, telefoon met de tekst: “ik heb een wapen bij me, geef mij geld binnen een minuut, anders schiet ik je kapot” heeft getoond en “geef me geld, geef me geld, anders ga ik naar je huis” heeft geroepen, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
3
hij op 23 december 2023 te Zoetermeer met het oogmerk om zich wederrechtelijk te bevoordelen door bedreiging met geweld [naam 3] heeft gedwongen tot de afgifte van een contant geldbedrag van
ongeveer700 euro, in elk geval enig goed, dat aan Esso, gelegen aan de [adres 5] te Zoetermeer toebehoorde, door:
- aan die [naam 3] het scherm van zijn, verdachtes, telefoon met een onbekend gebleven tekst te tonen en
- “ ik weet waar je woont, ik heb een wapen” te
zeggen;
4
hij op 26 december 2023 te Leiden ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om met het oogmerk om zich wederrechtelijk te bevoordelen door bedreiging met geweld [naam 4] te dwingen tot de afgifte van enig geldbedrag, dat aan Total Energies, gelegen aan de [adres 3] te Leiden toebehoorde, aan die [naam 4] het scherm van zijn, verdachtes, telefoon met de tekst: "ik heb een wapen, doe geld in de tas, ik weet waar je woont", heeft getoond en "ik ga eerlijk zijn. Ik weet waar je woont. Je moet deze tas vullen met geld" heeft ge
zegd, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
5
hij op 26 december 2023 te Zoetermeer ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om met het oogmerk om zich wederrechtelijk te bevoordelen door bedreiging met geweld
[naam 5]te dwingen tot de afgifte van enig geldbedrag, dat aan [benzinestation] , gelegen aan de [adres 4] te Zoetermeer toebehoorde, aan die
[naam 5]het scherm van zijn, verdachtes, telefoon met de tekst: "ik wil geld, ik ben bewapend”, althans woorden van gelijke bedreigende aard en strekking heeft getoond en "Ik weet waar je woont.”, althans woorden van gelijke bedreigende aard en strekking heeft ge
zegd, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.
dagvaarding II
hij op 1 december 2023 te Leeuwarden met het oogmerk om zich wederrechtelijk te bevoordelen door bedreiging met geweld [naam 6] heeft gedwongen tot de afgifte van enig geldbedrag, dat aan die Shell [adres 7] toebehoorde, door
- aan die [naam 6] het scherm van zijn, verdachtes, telefoon te laten zien met de
tekst: "ik heb een vuurwapen bij me. Ik wil geld. Je moet dit overhandigen binnen 10
tellen", althans woorden van gelijke bedreigende aard en strekking.
Voor zover in de tenlastelegging type- en taalfouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd en gecursiveerd weergegeven, zonder dat de verdachte daardoor in de verdediging is geschaad.

4.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde is volgens de wet strafbaar, omdat er geen feiten of omstandigheden aannemelijk zijn geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.

5.De strafbaarheid van de verdachte

De verdachte is eveneens strafbaar, omdat er geen feiten of omstandigheden aannemelijk zijn geworden die zijn strafbaarheid uitsluiten.

6.De strafoplegging

6.1.
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat de verdachte voor vier van de zes feiten wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 48 maanden, met aftrek van de tijd in voorarrest doorgebracht, waarvan 12 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaren en dat daaraan de bijzondere voorwaarden zoals opgenomen in het reclasseringsadvies van 10 april 2024 worden gekoppeld, waarbij het tankstation Shell [adres 7] te Leeuwarden aan het locatieverbod wordt toegevoegd.
6.2.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft verzocht om, als de verdachte niet wordt vrijgesproken, rekening te houden met het gegeven dat de verdachte geen relevante justitiële documentatie heeft. Voorts heeft de raadsman zich op het standpunt gesteld dat de eis van de officier van justitie te hoog is en dat het geëiste voorwaardelijke strafdeel in de praktijk in het nadeel van de verdachte zal uitpakken. Volgens de raadsman ligt het namelijk in de rede dat de verdachte bij het uitzitten van een geheel onvoorwaardelijke gevangenisstraf in aanmerking zal komen voor voorwaardelijke invrijheidstelling. Indien de rechtbank een voorwaardelijke gevangenisstraf toch nodig acht, verzoekt de raadsman om dit strafdeel groter te laten zijn dan de periode van voorwaardelijke invrijheidstelling ingeval geen voorwaardelijk strafdeel zou worden opgelegd.
6.3.
Het oordeel van de rechtbank
Na te melden straf is in overeenstemming met de ernst van de gepleegde feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en gegrond op de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, zoals daarvan tijdens het onderzoek op de terechtzitting is gebleken. De rechtbank neemt hierbij in het bijzonder het volgende in aanmerking.
Ernst van de feiten
De verdachte heeft zich binnen een tijdsbestek van minder dan één maand schuldig gemaakt aan drie geslaagde overvallen op tankstations (drie maal afpersing) en drie mislukte overvallen op tankstations (drie maal poging tot afpersing). Daarbij heeft de verdachte telkens gedreigd met geweld door aan de medewerkers van de tankstations kenbaar te maken dat hij een (vuur)wapen bij zich zou dragen. Door zijn handelen heeft de verdachte voor de medewerkers beangstigende situaties gecreëerd. Het is algemeen bekend dat slachtoffers van dit soort feiten langdurig nadelige psychische gevolgen kunnen ondervinden. Dat daar ook in deze zaak sprake van is, blijkt uit het schade-onderbouwingsformulier bij de vordering tot schadevergoeding van [naam 6] . Bovendien worden door dit soort feiten ook de gevoelens van onveiligheid in de samenleving versterkt. Des te meer omdat de overvallen, en de pogingen daartoe, alle zes binnen één maand zijn gepleegd. Verder heeft de verdachte middels zijn handelen getoond geen respect te hebben voor andermans eigendom en heeft hij overlast en schade veroorzaakt voor de eigenaren van de tankstations. De verdachte heeft zich van al deze gevolgen kennelijk geen rekenschap gegeven en heeft slechts oog gehad voor zijn eigen financiële gewin.
Persoon van de verdachte
De rechtbank heeft kennisgenomen van het strafblad van de verdachte van 2 mei 2024, waaruit blijkt dat hij in de vijf jaren voorafgaand aan de bewezenverklaarde feiten niet is veroordeeld voor soortgelijke feiten. De rechtbank zal het strafblad dan ook niet meewegen bij het bepalen van de op te leggen straf.
De rechtbank heeft voorts kennisgenomen van de reclasseringsadviezen over de verdachte van 2 januari 2024 en 10 april 2024. De reclassering heeft geconcludeerd dat de verdachte zijn leven op orde heeft en dat er geen aanwijzingen bestaan dat er sprake zou zijn van middelen- dan wel psychische problematiek. Verder heeft de reclassering ook geen risico verhogende factoren aangetroffen. Op het sociale netwerk van de verdachte heeft de reclassering geen goed zicht weten te verkrijgen. Wegens de ontkennende houding van de verdachte, heeft de reclassering geen inschatting kunnen maken ten aanzien van het risico op recidive. De reclassering adviseert toepassing van het volwassenenstrafrecht en acht het bij veroordeling van belang om de zogenoemde overvallersaanpak te hanteren en verder als bijzondere voorwaarden een locatieverbod (t.a.v. de desbetreffende tankstations) en een locatiegebod (t.a.v. verdachtes verblijfadres) op te leggen.
Bij de politie, de rechter-commissaris en ter terechtzitting van 22 mei 2024 heeft de verdachte telkens enige betrokkenheid bij de overvallen, en de pogingen daartoe, ontkend. De verdachte heeft derhalve op geen enkele wijze verantwoordelijkheid genomen voor zijn daden.
Straf
De ernst van de bewezen verklaarde feiten rechtvaardigt maar één reactie: oplegging van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van aanzienlijke duur. Deze straf dient als vergelding, maar ook ter bevestiging van de norm, ter algemene preventie, en ter voorkoming van nieuwe strafbare feiten door de verdachte. De rechtbank heeft bij het bepalen van de hoogte van de straf acht geslagen op de binnen de rechtspraak gehanteerde Landelijke Oriëntatiepunten voor straftoemeting (LOVS) en de straffen die in vergelijkbare zaken worden opgelegd. Alles afwegende acht de rechtbank een gevangenisstraf voor de duur van 4 jaren passend en geboden. Omdat gepaste voorwaarden naar het oordeel van de rechtbank het beste kunnen worden vormgegeven in het kader van de voorwaardelijke invrijheidstelling, zal de rechtbank geen voorwaardelijk deel met de door de reclassering geadviseerde voorwaarden opleggen.

7.De vorderingen van de benadeelde partijen en de schadevergoedingsmaatregelen

[naam 8] heeft zich als benadeelde partij gevoegd in het strafproces en vordert een schadevergoeding van € 250,00 aan materiële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente, met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
[naam 2] heeft zich als benadeelde partij gevoegd in het strafproces en vordert een schadevergoeding van € 750,00 aan immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente, met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
[naam 4] heeft zich als benadeelde partij gevoegd in het strafproces en vordert een schadevergoeding van € 500,00 aan immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente, met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
[naam 6] heeft zich als benadeelde partij gevoegd in het strafproces en vordert een schadevergoeding van € 634,00 aan immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente, met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
7.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat [naam 2] niet-ontvankelijk moet worden verklaard in zijn vordering, gelet op de door de officier van justitie gevorderde vrijspraak van het bij dagvaarding I onder 2 ten laste gelegde feit .
Voorts heeft de officier van justitie zich op het standpunt gesteld dat de vorderingen van [naam 8] , [naam 4] en [naam 6] moeten worden toegewezen, vermeerderd met de wettelijke rente en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
7.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft primair verzocht om de benadeelde partijen niet-ontvankelijk te verklaring in hun vorderingen, gelet op de door hem verzochte vrijspraak ten aanzien van alle ten laste gelegde feiten.
Subsidiair heeft de raadsman verzocht om de vorderingen van [naam 2] en [naam 4] af te wijzen, omdat voor beide vorderingen geldt dat onvoldoende is onderbouwd dat de slachtoffers immateriële schade hebben geleden.
Meer subsidiair heeft de raadsman ten aanzien van de vordering van [naam 2] verzocht om aansluiting te zoeken bij soortgelijke jurisprudentie en niet meer dan € 500,00 aan immateriële schade toe te kennen.
7.3
Het oordeel van de rechtbank
De vordering van benadeelde partij [naam 8]
De vordering is door de benadeelde partij voldoende onderbouwd en namens en door de verdachte onvoldoende gemotiveerd betwist. Op grond van het dossier en het onderzoek ter terechtzitting kan naar het oordeel van de rechtbank worden vastgesteld dat de benadeelde partij rechtstreeks schade heeft geleden door het bij dagvaarding I onder 3 bewezen verklaarde feit, ter grootte van het gevorderde bedrag.
De rechtbank zal de gevorderde wettelijke rente toewijzen met ingang van 23 december 2023, omdat vast is komen te staan dat de schade vanaf die datum is ontstaan.
Aangezien de vordering wordt toegewezen, zal de verdachte worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij tot aan deze uitspraak in verband met de vordering heeft gemaakt. De rechtbank begroot deze kosten tot op heden op nihil. Daarnaast wordt de verdachte veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog moet maken.
De verdachte zal voor het bij dagvaarding I onder 3 bewezen verklaarde feit worden veroordeeld en hij is daarom tegenover de benadeelde partij aansprakelijk voor de schade die door dit feit aan hem is toegebracht. De rechtbank zal aan de verdachte de verplichting opleggen om aan de Staat te betalen een bedrag van € 250,00, vermeerderd met de wettelijke rente daarover vanaf 23 december 2023 tot aan de dag dat dit bedrag is betaald, ten behoeve van [naam 8] .
De vordering van benadeelde partij [naam 2]
Op grond van het dossier en het onderzoek ter terechtzitting kan worden vastgesteld dat de benadeelde partij rechtstreeks immateriële schade heeft geleden door het bij dagvaarding I onder 2 bewezen verklaarde feit. Gelet op wat namens de benadeelde partij ter toelichting op zijn vordering is aangevoerd, zal de rechtbank de geleden immateriële schade naar billijkheid vaststellen op een bedrag van € 750,00.
De rechtbank zal de gevorderde wettelijke rente toewijzen met ingang van 23 december 2023, omdat vast is komen te staan dat de schade vanaf die datum is ontstaan.
Aangezien de vordering wordt toegewezen, zal de verdachte worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij tot aan deze uitspraak in verband met de vordering heeft gemaakt. De rechtbank begroot deze kosten tot op heden op nihil. Daarnaast wordt de verdachte veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog moet maken.
De verdachte zal voor het bij dagvaarding I onder 2 bewezen verklaarde feit worden veroordeeld en hij is daarom tegenover de benadeelde partij aansprakelijk voor de schade die door dit feit aan hem is toegebracht. De rechtbank zal aan de verdachte de verplichting opleggen om aan de Staat te betalen een bedrag van € 750,00, vermeerderd met de wettelijke rente daarover vanaf 23 december 2023 tot aan de dag dat dit bedrag is betaald, ten behoeve van [naam 2] .
De vordering van benadeelde partij [naam 4]
Op grond van het dossier en het onderzoek ter terechtzitting kan worden vastgesteld dat de benadeelde partij rechtstreeks immateriële schade heeft geleden door het bij dagvaarding I onder 4 bewezen verklaarde feit. Gelet op wat namens de benadeelde partij ter toelichting op zijn vordering is aangevoerd, zal de rechtbank de geleden immateriële schade naar billijkheid vaststellen op een bedrag van € 500,00.
De rechtbank zal de gevorderde wettelijke rente toewijzen met ingang van 26 december 2023, omdat vast is komen te staan dat de schade vanaf die datum is ontstaan.
Aangezien de vordering wordt toegewezen, zal de verdachte worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij tot aan deze uitspraak in verband met de vordering heeft gemaakt. De rechtbank begroot deze kosten tot op heden op nihil. Daarnaast wordt de verdachte veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog moet maken.
De verdachte zal voor het bij dagvaarding I onder 4 bewezen verklaarde feit worden veroordeeld en hij is daarom tegenover de benadeelde partij aansprakelijk voor de schade die door dit feit aan hem is toegebracht. De rechtbank zal aan de verdachte de verplichting opleggen om aan de Staat te betalen een bedrag van € 500,00, vermeerderd met de wettelijke rente daarover vanaf 26 december 2023 tot aan de dag dat dit bedrag is betaald, ten behoeve van [naam 4] .
De vordering van benadeelde partij [naam 6]
Op grond van het dossier en het onderzoek ter terechtzitting kan worden vastgesteld dat de benadeelde partij rechtstreeks immateriële schade heeft geleden door het bij dagvaarding II bewezen verklaarde feit. Gelet op wat namens de benadeelde partij ter toelichting op haar vordering is aangevoerd, zal de rechtbank de geleden immateriële schade naar billijkheid vaststellen op een bedrag van € 634,00.
De rechtbank zal de gevorderde wettelijke rente toewijzen met ingang van 1 december 2023, omdat vast is komen te staan dat de schade vanaf die datum is ontstaan.
Aangezien de vordering wordt toegewezen, zal de verdachte worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij tot aan deze uitspraak in verband met de vordering heeft gemaakt. De rechtbank begroot deze kosten tot op heden op nihil. Daarnaast wordt de verdachte veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog moet maken.
De verdachte zal voor het bij dagvaarding II bewezen verklaarde feit worden veroordeeld en hij is daarom tegenover de benadeelde partij aansprakelijk voor de schade die door dit feit aan haar is toegebracht. De rechtbank zal aan de verdachte de verplichting opleggen om aan de Staat te betalen een bedrag van € 634,00, vermeerderd met de wettelijke rente daarover vanaf 1 december 2023 tot aan de dag dat dit bedrag is betaald, ten behoeve van [naam 6] .

8.De toepasselijke wetsartikelen

De op te leggen straf en maatregelen zijn gegrond op de artikelen 36f, 45, 57 en 317 van het Wetboek van Strafrecht.
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij ten tijde van het bewezen verklaarde rechtens golden dan wel ten tijde van deze uitspraak rechtens gelden.

9.De beslissing

De rechtbank:
verklaart wettig en overtuigend bewezen, dat de verdachte de ten laste gelegde feiten heeft begaan, zoals hierboven onder 3.5 bewezen is verklaard en dat het bewezenverklaarde uitmaakt:
dagvaarding I
feit 1
afpersing;
feit 2
poging tot afpersing;
feit 3
afpersing;
feit 4
poging tot afpersing;
feit 5
poging tot afpersing;
dagvaarding II
afpersing;
verklaart het bewezenverklaarde en de verdachte daarvoor strafbaar;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij;
veroordeelt de verdachte tot:
een gevangenisstraf voor de duur van
4 (VIER) JAREN;
bepaalt dat de tijd door de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de hem opgelegde gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht;
Benadeelde partij [naam 8]
wijst de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij [naam 8] toe tot een bedrag van € 250,00 en veroordeelt de verdachte om dit bedrag, vermeerderd met de gevorderde wettelijke rente daarover vanaf 23 december 2023 tot de dag waarop deze vordering is betaald, te betalen aan [naam 8] ;
veroordeelt de verdachte tevens in de proceskosten van de benadeelde partij, tot op heden begroot op nihil, en de kosten die ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog gemaakt moeten worden;
legt aan de verdachte op de verplichting tot betaling aan de Staat van een bedrag van
€ 250,00, vermeerderd met de gevorderde wettelijke rente daarover vanaf 23 december 2023 tot de dag waarop deze vordering is betaald, ten behoeve van [naam 8] ;
bepaalt dat als het verschuldigde bedrag niet volledig wordt betaald of kan worden verhaald, gijzeling kan worden toegepast voor de duur van 5 (vijf) dagen. De toepassing van de gijzeling heft de hiervoor opgelegde betalingsverplichting niet op;
bepaalt dat gehele of gedeeltelijke betaling van het verschuldigde bedrag aan de benadeelde partij de betalingsverplichting aan de Staat in zoverre doet vervallen, en dat gehele of gedeeltelijke betaling aan de Staat de betalingsverplichting aan de benadeelde partij in zoverre doet vervallen;
Benadeelde partij [naam 2]
wijst de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij [naam 2] toe tot een bedrag van € 750,00 en veroordeelt de verdachte om dit bedrag, vermeerderd met de gevorderde wettelijke rente daarover vanaf 23 december 2023 tot de dag waarop deze vordering is betaald, te betalen aan [naam 2] ;
veroordeelt de verdachte tevens in de proceskosten van de benadeelde partij, tot op heden begroot op nihil, en de kosten die ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog gemaakt moeten worden;
legt aan de verdachte op de verplichting tot betaling aan de Staat van een bedrag van
€ 750,00, vermeerderd met de gevorderde wettelijke rente daarover vanaf 23 december 2023 tot de dag waarop deze vordering is betaald, ten behoeve van [naam 2] ;
bepaalt dat als het verschuldigde bedrag niet volledig wordt betaald of kan worden verhaald, gijzeling kan worden toegepast voor de duur van 15 (vijftien) dagen. De toepassing van de gijzeling heft de hiervoor opgelegde betalingsverplichting niet op;
bepaalt dat gehele of gedeeltelijke betaling van het verschuldigde bedrag aan de benadeelde partij de betalingsverplichting aan de Staat in zoverre doet vervallen, en dat gehele of gedeeltelijke betaling aan de Staat de betalingsverplichting aan de benadeelde partij in zoverre doet vervallen;
Benadeelde partij [naam 4]
wijst de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij [naam 4] toe tot een bedrag van € 500,00 en veroordeelt de verdachte om dit bedrag, vermeerderd met de gevorderde wettelijke rente daarover vanaf 26 december 2023 tot de dag waarop deze vordering is betaald, te betalen aan [naam 4] ;
veroordeelt de verdachte tevens in de proceskosten van de benadeelde partij, tot op heden begroot op nihil, en de kosten die ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog gemaakt moeten worden;
legt aan de verdachte op de verplichting tot betaling aan de Staat van een bedrag van
€ 500,00, vermeerderd met de gevorderde wettelijke rente daarover vanaf 26 december 2023 tot de dag waarop deze vordering is betaald, ten behoeve van [naam 4] ;
bepaalt dat als het verschuldigde bedrag niet volledig wordt betaald of kan worden verhaald, gijzeling kan worden toegepast voor de duur van 10 (tien) dagen. De toepassing van de gijzeling heft de hiervoor opgelegde betalingsverplichting niet op;
bepaalt dat gehele of gedeeltelijke betaling van het verschuldigde bedrag aan de benadeelde partij de betalingsverplichting aan de Staat in zoverre doet vervallen, en dat gehele of gedeeltelijke betaling aan de Staat de betalingsverplichting aan de benadeelde partij in zoverre doet vervallen;
Benadeelde partij [naam 6]
wijst de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij [naam 6] toe tot een bedrag van € 634,00 en veroordeelt de verdachte om dit bedrag, vermeerderd met de gevorderde wettelijke rente daarover vanaf 1 december 2023 tot de dag waarop deze vordering is betaald, te betalen aan [naam 6] ;
veroordeelt de verdachte tevens in de proceskosten van de benadeelde partij, tot op heden begroot op nihil, en de kosten die ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog gemaakt moeten worden;
legt aan de verdachte op de verplichting tot betaling aan de Staat van een bedrag van
€ 634,00, vermeerderd met de gevorderde wettelijke rente daarover vanaf 1 december 2023 tot de dag waarop deze vordering is betaald, ten behoeve van [naam 6] ;
bepaalt dat als het verschuldigde bedrag niet volledig wordt betaald of kan worden verhaald, gijzeling kan worden toegepast voor de duur van 12 (twaalf) dagen. De toepassing van de gijzeling heft de hiervoor opgelegde betalingsverplichting niet op;
bepaalt dat gehele of gedeeltelijke betaling van het verschuldigde bedrag aan de benadeelde partij de betalingsverplichting aan de Staat in zoverre doet vervallen, en dat gehele of gedeeltelijke betaling aan de Staat de betalingsverplichting aan de benadeelde partij in zoverre doet vervallen.
Dit vonnis is gewezen door
mr. F.C. Berg, voorzitter,
mr. W.R. van Hattum, rechter,
mr. M.H.J. Doornink, rechter,
in tegenwoordigheid van mr. L.L. Maassen, griffier,
en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank van 5 juni 2024.
Bijlage: bewijsmiddelen
Wanneer hierna wordt verwezen naar een proces-verbaal, wordt - tenzij anders vermeld - bedoeld een ambtsedig proces-verbaal, opgemaakt in de wettelijke vorm door (een) daartoe bevoegde opsporingsambtena(a)r(en). Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, betreft dit de pagina’s van het proces-verbaal met het nummer PL1500-2023399490, van de politie eenheid Den Haag, met bijlagen (doorgenummerd pagina 1 t/m 457).
1. Het proces-verbaal van aangifte van [naam 1] , opgemaakt op 13 december 2023, voor zover inhoudende (p. 34-35):
Op 12 december 2023 was ik aan het werk in de winkel van de Esso aan de [adres 2] te Zoetermeer. Ik zag omstreeks 19:45 uur een man de winkel binnen komen lopen.
Ik zag dat de man er als volgt uit zag:
- licht getinte huidskleur;
- ongeveer 18 á 20 jaar oud;
- dikke donkere wenkbrauwen.
Ik zag dat de man naar de kassa toe kwam gelopen. Ik zag dat de man zijn telefoon pakte. Ik zag dat de man zijn telefoon richting mij bewoog. Op het scherm van de telefoon zag ik de volgende dikgedrukte tekst staan: "Dit is een overval. Ik wil dat je alle inhoud van de kassa en sigaretten in een tas doet. Ik heb een wapen." Vervolgens zag ik dat de man een witte plastic zak aan mij gaf. Ik pakte de tas en heb hier vervolgens al het geld van de kassa in gestopt. Ook hoorde ik de man zeggen dat het sneller moest en dat hij anders zijn wapen zou gebruiken. Terwijl de man dit zei zag ik dat de man met zijn hand op zijn rechterzak van zijn jas klopte. Vervolgens deed ik een paar pakjes Marlboro Gold in de tas en gaf ik de tas aan de man terug. Toen ik de tas aan de man terug had gegeven zag ik dat de man van de kassa weg liep de winkel uit.
De volgende spullen heb ik in de witte plastic tas gedaan:
- 5 á 6 pakjes Marlboro Gold, de grootste verpakking;
- contant geld, brief en munt geld. Ik gok dat het bedrag rond de 500/600 euro is.
2. Het proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt op 13 december 2023, voor zover inhoudende (p. 37-42):
Op dinsdag 12 december 2023, tussen 19.40 uur en 19.50 uur, heeft er een overval plaatsgevonden bij een Esso pompstation gelegen aan de [adres 2] in Zoetermeer. Van de overval zijn camerabeelden en deze zijn vrijwillig door de eigenaar van het pompstation aan de politie overhandigd. lk heb alle camerabeelden bekeken en ik heb het volgende gezien.
Verdachte verschijnt in het beeld. Betreft de camera met zicht op de parkeerplaats aan de zijkant van de winkel. Ik kan de verdachte als volgt omschrijven:
- Man
- Normaal postuur
- Donkere capuchon op het hoofd
- Iets zwarts voor zijn mond
- Een jas met zwarte mouwen, groen vlak aan de voorzijde en een wit vlak in de flank
- Donkere broek met een brede verticale witte streep
- Donkere schoenen
De verdachte komt de winkel van het pompstation binnenlopen.
Verdachte heeft een telefoon in zijn rechterhand vast en loopt al typend naar de kassa van het pompstation.
Verdachte loopt op de kassa af en toont zijn mobiele telefoon. Op het scherm is een witte tekst te zien. Verdachte heeft in zijn linkerhand een witte plastic zak vast.
Verdachte geeft een witte plastic tas aan de medewerker van het pompstation. De medewerker doet de kassa open en pakt hier het geld uit. Dit is zowel papiergeld als muntgeld.
Verdachte pakt de tas aan en de medewerker steekt zijn handen omhoog. Daarna loopt de verdachte in de richting van de uitgang van het pompstation.
Verdachte verlaat de winkel en vertrekt in onbekende richting.
3. Het proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt op 1 januari 2024, voor zover inhoudende (p. 133, 135):
Op vrijdag 29 december 2023 vond er een doorzoeking plaats in de woning gelegen aan [adres 11] , [postcode 4] te Zoetermeer.
In de ruimte 2.1.1 werd onderstaande zwarte trainingsbroek, met opvallende witte bies/drie witte strepen, aan de zijkanten. Genoemde broek is van het merk Adidas.
De broek die de verdachte tijdens de overval op Esso, gelegen aan de [straat 6] te Zoetermeer, draagt vertoont sterke overeenkomsten met de broek aangetroffen tijdens de doorzoeking op [adres 11] te Zoetermeer.
Opvallend aan de broek is de witte bies aan de zijkant van de broek. Aan de onderzijde van de witte bies zijn drie witte strepen te zien.
4. Het proces-verbaal van aangifte van [naam 2] , opgemaakt op 23 december 2023, voor zover inhoudende (p. 55):
Plaats delict: [adres 3] , [postcode 2] Leiden.
Ik ben medewerker bij het pompstation genaamd Total Energies. Op zaterdag 23 december 2023 was ik aan het werk achter de balie. Omstreeks 00:14 uur zag ik dat er een man de winkel binnen kwam lopen. Ik zag dat de man in de richting van de balie liep. Ik zag dat de man een telefoon in zijn rechterhand had. Ik zag dat de man een witte plastic tas in zijn linkerhand vast hield. Ik zag dat hij het telefoonscherm tegen het glas van de balie hield. Ik zag dat er op het telefoonscherm een tekst stond. Ik zag op het telefoonscherm staan: "Ik heb een wapen bij me, geef mij geld binnen een minuut, anders schiet ik je kapot."
Ik hoorde de man een aantal keren roepen: "Geef me geld, Geef me geld, anders ga ik naar je huis."
Ik reageerde niet op de man. Ik zag dat de man zich omdraaide en wegliep.
5. Het proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt op 26 december 2023, voor zover inhoudende (p. 58-60):
Op 23 december 2023 omstreeks 00:15 uur werd gepoogd het tankstation Total Energies, gelegen aan de [adres 3] te Leiden, te overvallen.
Door de aangever werden camerabeelden aangeleverd van het tankstation.
lk zag dat op 23/12/2023 om 00:17:23 uur een man de winkel inliep.
Ik zag dat de man er als volgt uitzag:
- Man;
- Blank;
- Vermoedelijk Turkse afkomst;
- Ongeveer 180 centimeter;
- Normaal postuur;
- Tussen 25-30 jaar;
- Zwarte broek met witte vlekken;
- Zwarte bivakmuts;
- Grijs/zwarte regenjas met witte vlakken aan de zijkanten. Deze jas heeft een zwarte capuchon die de verdachte over de bivakmuts heen draagt;
- Zwarte schoenen met witte vlekken;
- Witte tas. Later bleek dat deze tas een geel en een blauw vlak heeft en dat er letters " ZEE" te zien zijn op de tas.
Ik zag dat de man richting de kassa liep en zijn telefoon liet zien aan de medewerker van het tankstation, die op dat moment achter de afgesloten kassa stond.
Ik zag dat de man om 00:17:41 uur de winkel uitrende.
Ik zag dat de man een aantal seconden in de deuropening bleef staan en in de richting van de medewerker wees. Ik zag dat de man om 00:18:10 uur het tankstation verliet.
6. Het proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt op 26 december 2023, voor zover inhoudende (p. 436-438):
Op 29 december 2023 werd [verdachte] aangehouden. Op het politiebureau werd zijn mobiele telefoon een grijze iPhone 15 Pro inbeslaggenomen.
De data van de mobiele telefoon werd veiliggesteld en uitgelezen.
De verdachte had een doorlopend Whatsapp chatgesprek met een persoon welke gebruik maakte van nummer [nummer] . Uit de chats bleek dat zij een liefdesrelatie hadden. Op 22 december sturen zij gedurende de dag meerdere berichten naar elkaar. Opvallend is dat zijn vriendin in het chatgesprek vermeld dat hij traag reageert, terwijl hij daarvoor snel reageerde. Toen hij niet reageerde op 23 december 2023 tussen 00:00 uur en 00:17 uur, was het tijdstip waarin de poging overval op het tankstation Total Energies in Leiden was gepleegd
7. Het proces-verbaal van aangifte van [naam 8] , opgemaakt op 23 december 2023, voor zover inhoudende (p. 63):
Plaats delict: [adres 5] , [postcode 3] Zoetermeer.
Ik ben de eigenaar van het Esso tankstation aan de [straat] in Zoetermeer.
Ik werd omstreeks 03.30 uur wakker gemaakt door de politie en er op geattendeerd dat er een overval bij het tankstation was gepleegd.
Ik weet voor nu dat een onbekend geldbedrag is weggenomen met een geschatte waarde van 500 a 700 euro en een onbekende hoeveelheid aan sigaretten.
8. Het proces-verbaal van verhoor van getuige [naam 3] , opgemaakt op 23 december 2023, voor zover inhoudende (p. 66):
Ik ben werkzaam als benzinepomp medewerker bij de Esso aan de [straat] in Zoetermeer. Op zaterdag 23 december 2023, omstreeks 02.50 uur, bevond ik mij in het benzinestation.
Ik zag dat er een persoon binnen kwam lopen. Ik zag dat de persoon een masker droeg gelijkend op een bivakmuts.
Ik zag dat de man mij een mobiele telefoon liet zien met een voor mij onbekend gebleven tekst. Ik zei tegen de man dat ik hem niets kon geven. Ik hoorde dat de man zei "Ik weet waar je woont" en "Ik heb een wapen". Ik zag dat de man met zijn handen aan de voorzijde van zijn lichaam bewoog. Ik heb de man vervolgens meerdere brieven contact geld gegeven van 20,- en 50,- euro. Ik weet niet hoeveel het totale bedrag precies was. Ik hoorde dat de man zei "Zit er nog meer geld in de lade?" Ik zei dat dit niet zo was. Ik hoorde dat de man zei "Geef me dan maar sigaretten mee". Ik heb de man vervolgens voor mij onbekend gebleven sigaretten meegegeven.
Ik kan de man als volgt omschrijven:
- man,
- 23/24 jaar oud,
- Licht getint,
- bivak muts.
9. Het proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt op 26 december 2023, voor zover inhoudende (p. 69-72):
Op zaterdag 23 december 2023 omstreeks 02.50 uur is er een overval gepleegd op het tankstation Esso op de [straat] in Zoetermeer. De aangever heeft de camerabeelden ter beschikking gesteld voor het onderzoek.
Om 02:46:17 uur kwam de verdachte langs pomp 6 aanlopen in de richting van de winkel. Hier had hij zijn telefoon in zijn hand vast.
Aan de hand van de starttijd van het videobestand en de verstreken tijd is te zien dat de verdachte omstreeks 02:50:02 uur de winkel in kwam lopen. Te zien is dat de verdachte zijn telefoon in de hand neemt terwijl hij naar de kassa liep. Eenmaal bij de kassa aangekomen toont hij een stukje tekst op zijn telefoon aan de aangever. Tegelijkertijd haalt bij een bigshopper tas onder zijn jas vandaan door de rits te openen. Dit is vermoedelijke een tas van de winkelketen Zeeman.
De verdachte wees daarna een paar keer naar de bigshopper tas en zei daarna kennelijk iets waardoor de aangever geld uit de kassalade haalde en dit via de uitgiftelade aan de verdachte gaf.
Hierna zei de verdachte kennelijk nog iets en wees hij naar iets achter de aangever. Kort daarop legde de aangever meerdere pakjes sigaretten in de uitgiftelade. De verdachte reageerde daar weer op en wees naar de aangever. De verdachte reageerde nog een paar keer boos op de aangever en pakte daarna de pakjes sigaretten om vervolgens de winkel te verlaten om 02:51:45 uur.
Aanvullend signalement door verbalisant aan de hand van de camerabeelden:
- De jas van de verdachte was duidelijk zichtbaar op de beelden. Dit betrof een zwart/grijze jas met witte vlakken aan de zijkant en een capuchon.
10. Het proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt op 10 maart 2024, voor zover inhoudende (p. 440-441):
Op 29 december 2023 werd [verdachte] aangehouden. Op het politiebureau werd zijn mobiele telefoon, een grijze iPhone 15 Pro, inbeslaggenomen.
De data van de mobiele telefoon werd veiliggesteld en uitgelezen.
Locatie toestel
Het is mij ambtshalve bekend dat een Apple iPhone zeer gedetailleerde informatie opslaat van de locaties van het toestel. De locatie van de telefoon was op 23 december 2023 van 02:43:50 uur tot 02:51:27 uur vastgelegd op de volgende coördinaten [coördinaat 1] , [coördinaat 2] .
De coördinaten werden door mij in Google opgezocht en daarbij werd de volgende Google.maps locatie getoond, zie de rode punt.
Afbeelding verwijderd vanwege privacy-redenen
Notitie
In de data was een lege nieuwe notitie opgeslagen. Er stond geen tekst in. De notitie was aangemaakt op 23 december 2023 om 02:44:56 uur en aangepast op 23 december 2023 om 02:55:49 uur. Dit is precies vlak voor en na de overval op de tankstation Esso op de [straat] .
11. Het proces-verbaal van aangifte van [naam 4] , opgemaakt op 26 december 2023, voor zover inhoudende (p. 74-75):
Op 26 december 2023, omstreeks 05:00 uur, was ik werkzaam in de winkel van het tankstation van de Total Energies, gevestigd op de [adres 3] te Leiden.
Ik zag dat er een man via de deur naar binnen kwam. Ik zag dat de man een bivakmuts op zijn hoofd had.
De man had een tas en een telefoon in zijn handen.
Ik kan van de man het volgende signalement geven:
-manspersoon
-normaal postuur
-lengte 180 cm
-licht getinte huidskleur
-donkere bruine ogen
-opvallend dikke wenkbrauwen
Toen ik de man in zijn ogen keek herkende ik deze als dezelfde man, als die ik op de foto had gezien van de overvaller van 23 december. De man had dezelfde wenkbrauwen en donkere ogen.
Ik zag dat man naar de balie liep. Hij hield de telefoon omhoog. Ik kon niet goed zien en of lezen wat er voor tekst te zien was. Ik weet echter dat mijn collega had gezien dat er het volgende stond: "Ik heb een wapen, doe geld in de tas, ik weet waar je woont." Vervolgens zei de man richting mij: "Ik ga eerlijk zijn. Ik weet waar je woont." De man legde vervolgens de grijze plastic tas op de balie en probeerde deze via de sleuf naar mijn kant te duwen. Hij zei hierbij: "Je moet deze tas vullen met geld." Ik zei: "Ik ga niks vullen".
Ik zag dat hij de tas losliet en zich omdraaide en weer naar de uitgang liep. De tas bleef in de sleuf hangen. Er zijn geen goederen weggenomen uit de winkel.
12. Het proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt op 27 december 2023, voor zover inhoudende (p. 78-80):
Op maandag 26 december 2023, omstreeks 05:00 uur werd er een poging gedaan om het tankstation, gevestigd aan de [adres 3] te Leiden te overvallen. In dit proces-verbaal zal ik de aangeleverde camerabeelden uitwerken.
lk zag dat op 26 december 2023 om 05:02:14 uur een man het beeld in kwam lopen.
lk zag dat de man naar de kassa liep en zijn telefoon aan de kassamedewerker liet zien. Ik zag dat er een tekst te zien was op de telefoon van de man.
Ik zag dat de man met de kassamedewerker in gesprek raakte. Ik zag dat de man een plastic tasje, met zijn blote handen, op de balie legde en naar het tasje wees. lk zag dat hij het tasje door het doorgeefluikje probeerde te duwen.
Ik zag dat de man om 05:03:20 uur de winkel rennend verliet.
13. Het proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt op 26 december 2023, voor zover inhoudende (p. 81):
Ik heb de plastic tas inbeslaggenomen. Collega [naam 6] heeft met latex handschoenen aan de plastic tas van de grond opgetild en direct in de ademende sealbag gedaan welke ik openhield.
14. Het proces-verbaal conclusie onderzoek dactyloscopische sporen, opgemaakt op 22 januari 2024, voor zover inhoudende (p. 353, 369):
Achternaam : [verdachte]
Voornamen : [verdachte]
Geboortedatum : [geboortedag] 2001
Spoornummer : [spoornummer]
SIN : [SIN]
Spoortype : Dacty
Spooromschrijving : Vingerafdruk
Wijze veiligstellen : Foto
Datum/tijd veiligstellen : 4 januari 2024 om 17:03 uur
Plaats veiligstellen : Buitenzijde tas, zijde b
Bevraagde database : HAVANK
Dactyloscopische conclusie : Individualisatie
Twee dactyloscopisch onderzoekers zijn ervan overtuigd dat het spoor door deze donor is geplaatst. De kans om deze mate van overeenkomst aan te treffen bij een willekeurig ander persoon is verwaarloosbaar klein.
15. Een geschrift, zijnde een NFI-rapport, opgemaakt op 5 februari 2024, met betrekking tot DNA onderzoek naar aanleiding van een overval gepleegd in Leiden op 26 december 2023 aan het handvat van een plastic tas Footlocker, voor zover inhoudende:
Forensische Opsporing Politie Eenheid Den Haag heeft verzocht om de door hen aangeleverde bemonstering [DNA-profielnummer] te onderwerpen aan een DNA-onderzoek.
Resultaten
Voor deze bemonstering is de bewijskracht ten aanzien van verdachte [verdachte] berekend. Hierbij is aangenomen dat de bemonstering DNA bevat van vier personen. DNA-mengprofiel [DNA-profielnummer] is meer dan 1 miljard keer waarschijnlijker wanneer het DNA afkomstig is van verdachte [verdachte] en drie willekeurige onbekende personen, dan wanneer het DNA afkomstig is van vier willekeurige onbekende personen.
16. Het proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt op 10 maart 2024, voor zover inhoudende (p. 446-447):
Op 29 december 2023 werd [verdachte] aangehouden. Op het politiebureau werd zijn mobiele telefoon, een grijze iPhone 15 Pro, inbeslaggenomen.
De data van de mobiele telefoon werd veiliggesteld en uitgelezen.
Locatie toestel
Het is mij ambtshalve bekend dat een Apple iPhone zeer gedetailleerde informatie opslaat van de locaties van het toestel. De locatie van de telefoon was op 26 december 2023 van 03:24:52 uur tot 04:51:28 uur vastgelegd op de volgende coördinaten [coördinaat 3] , [coördinaat 4] .
In Google Maps heb ik de coördinaten ingevoerd en daarbij werd onderstaande positie op de kaart weergegeven. De rode punt is de locatie van de coördinaten. Dat is vlak naast het tankstation Total Energies aan [straat 2] in Leiden.

17. Het proces-verbaal van aangifte van [naam 5] , opgemaakt op 27 december 2023, voor zover inhoudende (p. 84-85):
Op dinsdag 26 december 2023 was ik aan het werk als servicemedewerker bij tankstation [benzinestation] gevestigd op de [adres 4] te Zoetermeer.
Omstreeks 21:00 hoorde ik de schuifdeuren open gaan van de ingang van het tankstation. Ik zag een manspersoon. Ik zag dat de man in het zwart gekleed was. Ik zag dat hij gezichtsbedekking had. Ik zag dat de man voor mij kwam staan. Ik zag dat de man een mobiel voor het glas hield.
Ik las op het scherm van de mobiel een tekst in de Nederlandse taal. Ik las dat de man geld wilde en dat hij gewapend was. Ik zei vervolgens nee tegen de man. Ik zag dat de man vervolgens een blauwe plastic zak uit zijn jaszak haalde. Ik zag dat de man de blauwe plastic zak in de geldla drukte. Ik zei nogmaals nee en ik bleef de man aankijken. Ik hoorde de man vervolgens zeggen dat hij wist waar ik woonde. Ik bleef de man aankijken. Ik zag dat de man vervolgens het tankstation uitrende.
18. Het proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt op 27 december 2023, voor zover inhoudende (p. 90-91):
Ik heb de beelden bekeken van de bewakingscamera's van de benzinepomp [benzinestation] gelegen aan de [adres 4] te Zoetermeer op dinsdag 26 december 2023 vanaf 20:59:00 uur.
Om 21:00:28 uur zag dat de verdachte aankomt bij het tankstation. De verdachte komt gelopen vanuit de richting van [straat 3] te Zoetermeer. Hij loopt meteen naar de deur van het tankstation.
Om 21:00:41 uur zag ik dat de verdachte binnenkomt in het tankstation.
Om 21:00:49 uur zag ik dat de verdachte iets op het beeldscherm van zijn telefoon laat zien aan het kassière/aangever. Hij laat de telefoon door het glas van de obrie zien aan de kassière/aangever. Hierna pakt de verdachte iets blauws uit zijn rechterzak van zijn vest, dit lijkt op een plastic tas of zak. Dit blauwe voorwerp doet hij vervolgens in het doorgeefluik in de obrie. De kassière/aangever doet een stap naar achter. De verdachte pakt de blauwe plastic tas/zak uit het doorgeefluik en rent vervolgens de winkel uit.
Op 21:01:07 zie ik dat de verdachte al rennend het tankstation verlaat. De verdachte rent weg in de richting van de [straat 3] te Zoetermeer.
19. Het proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt op 1 januari 2024, voor zover inhoudende (p. 105-107):
Naar aanleiding van de overval, welke had plaatsgevonden op dinsdag 26 december 2023 op de [straat 4] te Zoetermeer, meldde een getuige woonachtig op de [adres 6] te [plaats 2] zich bij de politie. De getuige gaf aan dat hij een verdachte situatie had waargenomen bij tankstation [benzinestation] gelegen aan de [straat 3] te Zoetermeer. Deze verdachte situatie vond plaats voordat de overval bij tankstation [benzinestation] gelegen aan de [straat 4] te Zoetermeer plaatsvond.
Hierop deed ik onderzoek naar de camerabeelden afkomstig van de [adres 6] .
Op de camerabeelden is te zien dat er om 20:39:32 uur een wit voertuig kwam aanrijden. Vervolgens is op de camerabeelden te zien dat het voertuig om 20:39:34 uur de [straat 5] in reed om vervolgens te keren en stil te staan. Te zien is dat er een persoon gekleed in lichtkleurige broek en donkerkleurige bovenkleding van het voertuig afliep. Om 20:43:54 uur is zien dat er een persoon, gekleed in een lichtkleurige broek en donkerkleurige bovenkleding, over het gras in de richting van een boom liep. De persoon stond gedurende de periode van 20:43:54 uur tot 20:54:09 uur bij de boom. Vervolgens is op de camerabeelden te zien dat de persoon om 20:54:41 uur in het voertuig stapt. Vervolgens is op de camerabeelden te zien dat het voertuig om 20:54:48 uur wegreed.
De kleding van de persoon bij de verdachte situatie bij het tankstation [benzinestation] aan de [straat 3] en de kleding van de overvaller van het tankstation aan de [straat 4] komen overeen met elkaar.
20. Het proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt op 5 maart 2024, voor zover inhoudende (p. 451-454):
Op 29 december 2023 werd [verdachte] aangehouden. Op het politiebureau werd zijn mobiele telefoon, een grijze iPhone 15 Pro, inbeslaggenomen.
De data van de mobiele telefoon werd veiliggesteld en uitgelezen.
Locatie toestel
Afbeelding verwijderd vanwege privacy-redenen
Het is mij ambtshalve bekend dat een Apple iPhone zeer gedetailleerde informatie opslaat van de locaties van het toestel. De locatie van de telefoon was op 26 december 2023 van 20:42:42 uur tot 20:53:49 uur vastgelegd op de volgende coördinaten [coördinaat 5] , [coördinaat 6] .
Whatsapp gesprek
De verdachte had een doorlopend Whatsapp chatgesprek met een persoon welke gebruik maakte van nummer [nummer] . Uit de chats bleek dat zij een liefdesrelatie hadden. Om 20:47:22 uur stuurde zij “Why 1 streepje”. Kennelijk bedoelde zij waarom er maar één streepje was bij haar verzonden bericht, wat aangeeft dat zij het verzonden had maar hij het niet ontvangen had. De verdachte reageerde daarop op met het volgende:
[Afbeelding verwijderd in verband met privacy.]
21. Het proces-verbaal van aangifte van [naam 6] , opgemaakt op 2 december 2023, voor zover inhoudende (p. 248-249):
Op 1 december 2023 was ik werkzaam in een tankstation, gevestigd aan [adres 7] te Leeuwarden.
Omstreeks 12.30 uur kwam er een man de winkel binnen lopen. Ik zag dat de man voor het raam kwam staan. Op dat moment hield hij zijn mobiele telefoon voor het raam. Ik zag een tekst op de telefoon staan. Ik las de tekst. Hierin stond dat de man een pistool cq vuurwapen bij zich had. Dat weet ik niet meer zeker. Ik las dat hij geld wilde. Ik moest dit, volgens de tekst, binnen tien tellen overhandigen. Ik zag dat de man in zijn andere hand een wit plastic tasje had.
Ik pakte het witte tasje van de man. Ik deed de kassa open. Ik pakte wat papiergeld en stopte dit in het tasje.
Ik gaf het tasje terug aan de man. Ik heb volgens mij een paar biljetten van 20, een paar van 10 en een stapeltje van 5 euro aan de man gegeven. Volgens mij geen biljet van 50 euro. Ik weet dit niet zeker. Het precieze bedrag wat ik heb meegegeven weet ik niet.
Nadat ik de man het tasje heb gegeven, zag ik dat de man wegliep.
22. Het proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt op 2 december 2023, voor zover inhoudende (p. 257):
Op vrijdag 1 december 2023 omstreeks 12.30 uur, vond er een overval plaats op een
tankstation, gevestigd aan [adres 7] te Leeuwarden.
In en buiten het genoemde tankstation hingen beveiligingscamera's. De beelden worden in dit proces-verbaal beschreven:
Cameranaam: Entree
Om 12.33:18 uur is te zien dat er een man naar de entree loopt. Hij heeft een balaclava of muts op zijn hoofd, onder de capuchon. Tevens heeft hij zwarte gezichtsbedekking voor zijn mond, mogelijk een sjaal of de balaclava. De zwarte muts heeft witkleurig stiksel op de rand. De dader draagt een zwartkleurige heuptas. De tas hangt op zijn linker heup. De draagriem hangt over zijn rechter schouder. De man draagt een zwarte trainingsbroek met witte strepen, verticaal over de broekspijpen.
De man lijkt licht getint te zijn. Hij heeft opvallende zwartkleurige wenkbrauwen.
Hij heeft donkerkleurige tot zwarte ogen. Hij heeft een opvallende grote haviksneus.
Om 12.34:42 uur is te zien dat de dader de winkel verlaat. Hij heeft dan een witkleurig plastic tasje in zijn rechterhand.
Cameranaam Klant Kassa
De dader loopt in de winkel rond. Nadat de medewerkster achter de kassa staat, loopt de dader naar het loket. De man pakt een wit plastic tasje uit zijn heuptas en houdt vervolgens zijn telefoon tegen het raam. Hierop is een tekst te zien. De man kijkt tijdens dit moment naar de medewerkster. De medewerkster haalt vervolgens geld uit de kassa en stopt dit in het aangereikte plastic tasje. De dader pakt het tasje en loopt de winkel uit.
23. Het proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt op 2 januari 2024, voor zover inhoudende (p. 277):
Winkeldiefstal 25 november 2023
Het bleek mij, verbalisant, dat [verdachte] op zaterdag 25 november 2023 als verdachte aangehouden is geweest voor een winkeldiefstal bij de Jumbo aan het [adres 8] te Leeuwarden. Hierdoor is er een link tussen Leeuwarden en de verdachte [verdachte] .
24. Het proces-verbaal van verhoor getuige [naam 9] , opgemaakt op 25 november 2023, voor zover inhoudende (p. 279, 282):
Ik ben bezig met een onderzoek naar een overval welke werd gepleegd op 1 december 2023 bij het tankstation Shell aan de [adres 7] te Leeuwarden. In het onderzoek naar de dader van deze overval stuit ik op een winkeldiefstal welke gepleegd is op zaterdag 25 november 2023 bij de Jumbo supermarkt aan [adres 8] te Leeuwarden.
V: Weetje nog hoe de man heet die de bovengenoemde winkeldiefstal heeft gepleegd?
A: Zijn achternaam wel [verdachte]
V: Weetje nog wat voor kleding hij aan had die bewuste zaterdag 25 november 2023?
A: Een zwart schoudertasje, een soortgelijke cross boy. Hij had een grijs vest aan van Adidas met capuchon. Een zwarte trainingsbroek. Ik weet het merk niet meer. Ik denk dat hij sportschoenen aan had dat weet ik niet meer zeker. De kleur van de sportschoenen waren volgens mij zwart. Hij had ook nog een telefoon bij hem. Ik zag dat er een hoesje omheen zat. Ik denk dat de kleur zwart was Het merk weet ik niet meer. Ik vermoed een Iphone.
25. Het proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt op 3 januari 2024, voor zover inhoudende (p. 293, 297):
Op vrijdag 1 december 2023 omstreeks 12.30 uur vond er een overval plaats op een tankstation van Shell gevestigd aan de [adres 7] te Leeuwarden. De verdachte was gekleed in een zwarte trainingsbroek met een witte bies verticaal over de broekspijpen.
Uit afbeeldingen blijkt dat de broek, welke tijdens de doorzoeking aan [adres 11] te Zoetermeer in beslag werd genomen zeer gelijkend is op de broek welke de verdachte droeg tijdens de overvallen in Leeuwarden en in Zoetermeer.
26. De eigen waarneming van de rechtbank van de afbeelding op pagina 259 van het dossier, waarop de overvaller is te zien. De rechtbank neemt waar dat deze een zwarte schoudertas om zijn rechterschouder draagt, waarbij de tas op zijn linkerheup hangt. Daarop is aan de zijkant een merkembleem te zien.
27. Het proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt op 31 december 2023, voor zover inhoudende (p. 128, 131, 132):
In de periode 12 december tot en met 26 december zijn er vijf overvallen en pogingen overvallen op tankstations geweest in Leiden en Zoetermeer. In dit proces-verbaal zullen de camerabeelden van de verschillende locaties naast elkaar gezet worden om de overeenkomsten en verschillen tussen de daders te verduidelijken.
Alle verdachten van de overvallen en de pogingen daartoe hebben een licht getinte huid, donkere dikke wenkbrauwen en een telefoon in de hand. Alle telefoons, zichtbaar in beeld in de zaken 2.2, 2.4 en 2.5, hebben een lichte zij- en achterkant. Op afbeeldingen van de camerabeelden is te zien dat de aantal camera's en posities daarvan ook overeenkomen. Gezien de camera's op de telefoon, weet ik ambtshalve dat het een Apple iPhone betreft.
Het postuur van de verdachten lijken in alle zaken op elkaar. In zaak 2.4 lijkt het dat de verdachte een voller postuur heeft. Dit kan een vertekend beeld zijn door de kleding die de verdachte daar droeg. De wenkbrauwen hebben ook veel overeenkomsten.
De verdachten op de beelden hebben veel overeenkomsten met elkaar. Met nadruk op de ogen, telefoon en schoenen. Daarnaast is bij elke overval dezelfde modus operandi gebruikt.
28. Het proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt op 1 januari 2024, voor zover inhoudende (p. 111):
Ik, verbalisant, bevond mij op 29 december 2023 omstreeks 22.20 uur aan politiebureau Zoetermeer. Middels het analyseren van de gebruikte mastgegevens van telefoonnummer [telefoonnummer] , zag ik dat de telefoon tegelijkertijd naar het politiebureau verplaatste samen met verdachte [verdachte] . Aan het politiebureau zag ik dat verdachte [verdachte] een Apple iPhone 15 pro grijs van kleur bij zich had. Dit kwam overeen met de gebruikte telefoon van de verdachte ten tijde van de overvallen.
29. Het proces-verbaal van verhoor van de verdachte, opgemaakt op 31 december 2023, voor zover inhoudende (p. 215):
V: Verder heb je gister verklaard dat jij de gebruiker bent van het telefoonnummer [telefoonnummer] , klopt dat?
A: Ja.
V: Ben je de enige gebruiker van dat nummer?
A: Ja.
30. Het proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt op 18 januari 2024, voor zover inhoudende (p. 346-347):
Uit onderzoek is gebleken dat verdachte [verdachte] de gebruiker is van telefoonnummer [telefoonnummer] .
Op 1 december 2023 te 12.02 uur maakte telefoonnummer [telefoonnummer] gebruik van een basisstation in de directe omgeving van de plaats delict Shell [adres 7] te Leeuwarden. Alhier vond te 12.30 uur de overval plaats. De plaats delict bevond zich binnen het theoretische bereik van het gebruikte basisstation;
Op 12 december 2023 te 20.59 uur maakte telefoonnummer [telefoonnummer] gebruik van een basisstation in de directe omgeving van de plaats delict de Esso op de [straat 6] te Zoetermeer. Alhier vond te 20.45 uur de overval plaats. De plaats delict en de woning van verdachte [verdachte] bevond zich binnen het theoretische bereik van het gebruikte basisstation;
Op 23 december 2023 omstreeks 00.05 uur maakte telefoonnummer [telefoonnummer] gebruik van een basisstation in Stompwijk. Dit basisstation bevond zich op de route tussen Zoetermeer en Leiden. Omstreeks 00.15 uur werd de Total Energies gelegen aan de [straat 2] te Leiden plaatst. Tijdens de overval maakte telefoonnummer [telefoonnummer] geen verbinding met basisstations;
Op 23 december 2023 te 02.36 uur maakte telefoonnummer [telefoonnummer] gebruik van een basisstation in de directe omgeving van de plaats delict de Esso gelegen aan de [straat 7] te Zoetermeer. Alhier vond te 02.50 uur de overval plaats. De plaats delict bevond zich binnen het theoretische bereik van het gebruikte basisstation.
Op 26 december 2023 te 04.42 uur maakte telefoonnummer [telefoonnummer] gebruik van een basisstation in de directe omgeving van de plaats delict de Total Energies gelegen aan de [straat 2] te Leiden. Alhier vond te 05.00 uur de overval plaats. De plaats delict bevond zich binnen het theoretische bereik van het gebruikte basisstation;
Op 26 december 2023 tussen 20.35 uur en 20.50 uur vond er een verdachte situatie plaats bij tankstation [benzinestation] gelegen aan de [straat 3] te Zoetermeer. Een persoon hield zich enige tijd verdacht op bij het tankstation en stapte achterin een witte Volkswagen Golf, die vervolgens weg reed. Op 26 december 2023 tussen 20.39 uur en 20.54 uur maakte telefoonnummer [telefoonnummer] gebruik van een basisstation in de directe omgeving van de [straat 3] te Zoetermeer. Het tankstation [benzinestation] bevond zich binnen het theoretische bereik van dit basisstation;
Op 26 december 2023 te 21.02 uur en 21.05 uur gebruik van een basisstation in de directe omgeving van de plaats delict tankstation [benzinestation] gelegen aan de [straat 4] te Zoetermeer. Alhier vond te 21.00 uur de overval plaats. De plaats delict bevond zich binnen het theoretische bereik van het gebruikte basisstation.
31. Het proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt op 3 januari 2024, voor zover inhoudende (p. 288-289):
Om de link te krijgen tussen Leeuwarden en de verdachte [verdachte] heb ik onderzoek gedaan om het verblijfadres van de verdachte te achterhalen.
Uit de camerabeelden en uit een verklaring van een getuige bleek mij dat de verdachte van de overval het laatst is gezien tijdens zijn vluchtroute op de [straat 8] te Leeuwarden. Op 25 november 2023 was verdachte [verdachte] betrokken bij een winkeldiefstal in Leeuwarden. In het gesprek wat [verdachte] toen had met de getuige/ beveiliger vertelde hij dat hij verbleef bij zijn broer/ vriend, familie. Met deze informatie ben ik gaan zoeken in de politiesystemen op de familienaam [verdachte] en [plaats 3] . Het politiesysteem vertelde mij dat op het adres [adres 9] te [plaats 3] een familie [familienaam] woonde Ik zag in het BRP dat op het adres [adres 9] te [woonplaats 2] ingeschreven staan [naam 10] , [naam 11] en een drietal kinderen. Ik zag in BRP dat [naam 10] een broer blijkt te zijn van verdachte [verdachte] .
Uit bovengenoemd onderzoek blijkt mij verbalisant dat verdachte [verdachte] waarschijnlijk bij zijn broer [naam 10] heeft verbleven in de periode van (in ieder geval) 25 november 2023 winkeldiefstal t/m 1 december 2023 (overval) op het adres [adres 9] te [woonplaats 2] .
De hiervoor aangehaalde bewijsmiddelen zijn - ook in onderdelen - slechts gebruikt ten aanzien van het feit of de feiten waarop zij blijkens hun inhoud betrekking hebben.