ECLI:NL:RBDHA:2024:8500
Rechtbank Den Haag
- Wraking
- Rechtspraak.nl
Afwijzing wrakingsverzoek tegen rechter en griffier in bestuursrechtelijke procedure
Op 30 mei 2024 heeft de meervoudige wrakingskamer van de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan op het wrakingsverzoek van [bedrijf 1] Holding B.V. tegen mr. E. Kouwenhoven, rechter in een lopende bestuursrechtelijke procedure. Het wrakingsverzoek was ingediend op 13 mei 2024 en betrof de vrees voor partijdigheid van de rechter, omdat deze weigerde de hoofdzaak digitaal af te wikkelen en geen uitstel verleende voor de zitting. De wrakingskamer oordeelde dat procedurele beslissingen van de rechter, zoals het al dan niet digitaal afhandelen van een zitting, geen grond kunnen vormen voor wraking. Het gesloten stelsel van rechtsmiddelen staat niet toe dat het ontbreken van een motivering van een beslissing als wrakingsgrond kan dienen. De wrakingskamer concludeerde dat er geen feiten of omstandigheden waren die de vrees voor vooringenomenheid objectief gerechtvaardigd maakten, en wees het wrakingsverzoek tegen de rechter af.
Daarnaast werd het verzoek tot wraking van de griffier niet-ontvankelijk verklaard, omdat een wrakingsverzoek enkel kan worden ingediend tegen een individuele rechter die de hoofdzaak behandelt. De wrakingskamer merkte op dat de gemachtigde van verzoekster, [gemachtigde], eerder meerdere wrakingsverzoeken had ingediend die niet gegrond waren verklaard. Dit leidde tot de conclusie dat hij het middel van wraking misbruikte om de voortgang van de procedures te frustreren. De wrakingskamer besloot dat een volgend wrakingsverzoek van [gemachtigde] in de hoofdzaak niet meer in behandeling zal worden genomen. De beslissing werd openbaar uitgesproken en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze uitspraak.