Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 5 juni 2024 in de zaak tussen
[eiser 6], uit [woonplaats] , eisers,
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 5 juni 2024 uitspraak gedaan in een geschil over een omgevingsvergunning voor de kap van 14 platanen aan de [adres] in [plaats 1]. De vergunning was verleend door het college van burgemeester en wethouders van Gouda, maar eisers, bewoners van de omgeving, hebben hiertegen beroep ingesteld. De rechtbank heeft de zaak op 22 april 2024 behandeld, waarbij eisers werden bijgestaan door hun gemachtigde en deskundige R. Sikma van Bureau [bedrijf 1]. De verweerder werd vertegenwoordigd door zijn gemachtigde en een boomtechnisch adviseur van Bomenwacht Nederland.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de bomen in matige conditie verkeren en dat er in het verleden overlast is geweest door wortelopdruk. De vergunninghoudster, Gemeente Gouda, heeft de vergunning aangevraagd vanwege wortel- en groeiproblemen van de bomen en voorgenomen werkzaamheden aan kabels en leidingen. De rechtbank heeft de argumenten van eisers tegen de vergunning beoordeeld, waaronder de mogelijkheid om de bomen te behouden door middel van aanpassingen aan de groeiplaatsen.
De rechtbank oordeelde dat de overlast door wortelopdruk en de noodzaak van rioolwerkzaamheden voldoende redenen waren voor het verlenen van de vergunning. Hoewel de rechtbank het bestreden besluit vernietigde vanwege een gebrek aan zorgvuldigheid in de motivering, heeft zij de rechtsgevolgen van het besluit in stand gelaten, waardoor de kap van de bomen kon doorgaan. De rechtbank heeft verweerder ook veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten van eisers, die in totaal € 5.611,70 bedragen.