ECLI:NL:RBDHA:2024:8481
Rechtbank Den Haag
- Vereenvoudigde behandeling
- Rechtspraak.nl
Proceskostenveroordeling in asielprocedure na intrekking beroep
In deze zaak heeft verzoeker, een Syrische nationaliteit met V-nummer [nummer], op 17 februari 2024 beroep ingesteld tegen het niet tijdig beslissen op zijn asielaanvraag van 16 juni 2023. De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft op 19 maart 2024 de asielaanvraag ingewilligd. Na deze beslissing heeft verzoeker zijn beroep ingetrokken en verzocht om een vergoeding van proceskosten. De rechtbank heeft verweerder de gelegenheid gegeven om op dit verzoek te reageren, waarop verweerder heeft aangegeven bereid te zijn om de proceskosten te vergoeden tot een bedrag van € 437,50.
De rechtbank heeft de zaak zonder zitting behandeld op basis van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De veroordeling van een partij in de proceskosten is geregeld in de artikelen 8:75 en 8:75a van de Awb en verder uitgewerkt in het Besluit proceskosten bestuursrecht (Bpb). De rechtbank heeft vastgesteld dat verweerder tegemoet is gekomen aan het beroep van verzoeker, en heeft besloten om verweerder te veroordelen in de proceskosten tot een bedrag van € 437,50, gebaseerd op 1 punt voor het indienen van het beroepschrift ter waarde van € 875,- met een wegingsfactor van 0,5.
De uitspraak is gedaan door mr. S. Ketelaars-Mast, rechter, in aanwezigheid van mr. B.A. Smit, griffier. De uitspraak is bekendgemaakt op 3 juni 2024. Partijen hebben de mogelijkheid om verzet aan te tekenen tegen deze uitspraak binnen zes weken na verzending.