In deze zaak heeft eiseres, van Syrische nationaliteit, op 29 juni 2023 een aanvraag ingediend voor een machtiging tot voorlopig verblijf (mvv) als familie- of gezinslid bij haar referent. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft echter niet tijdig op deze aanvraag beslist. Eiseres heeft de staatssecretaris op 16 januari 2024 in gebreke gesteld, maar er is geen verweerschrift ingediend. De rechtbank heeft vastgesteld dat het beroep ontvankelijk en gegrond is, omdat de staatssecretaris de wettelijke beslistermijn heeft overschreden. De rechtbank heeft de staatssecretaris opgedragen om binnen acht weken na de uitspraak alsnog een besluit te nemen op de aanvraag van eiseres. Tevens is er een dwangsom van € 100,- per dag opgelegd voor elke dag dat de beslistermijn wordt overschreden, met een maximum van € 7.500,-. De rechtbank heeft ook een bestuurlijke dwangsom vastgesteld van € 1.442,-, omdat meer dan 42 dagen zijn verstreken sinds de ingebrekestelling. Eiseres heeft verzocht om vrijstelling van het griffierecht, wat door de rechtbank voorlopig is toegewezen. De proceskosten van eiseres zijn vastgesteld op € 437,50, die de staatssecretaris moet vergoeden. De uitspraak is gedaan door mr. L.E.A. Jonkers-Vellinga, rechter, en is openbaar gemaakt op rechtspraak.nl.