ECLI:NL:RBDHA:2024:8464

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
3 juni 2024
Publicatiedatum
3 juni 2024
Zaaknummer
NL23.21388
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening in vreemdelingenzaak

In deze uitspraak beslist de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op het verzoek om een voorlopige voorziening van de verzoeker, die in deze zaak wordt vertegenwoordigd door mr. A.S. Sewman. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, vertegenwoordigd door mr. R.R. de Groot, heeft op 24 juli 2023 geen uitstel van vertrek verleend op basis van artikel 64 van de Vreemdelingenwet 2000. Verzoeker heeft bezwaar gemaakt tegen dit besluit en beroep ingesteld. Tevens heeft hij de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.

De voorzieningenrechter heeft het verzoek buiten zitting behandeld, in overeenstemming met de partijen. In een andere uitspraak, zaaknummer NL24.12116, heeft de rechtbank op dezelfde dag uitspraak gedaan op het beroep van verzoeker. Aangezien er nu een uitspraak is gedaan op het beroep, is een voorlopige voorziening niet meer nodig. De voorzieningenrechter heeft daarom het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.

De uitspraak is gedaan door mr. N.M. van Waterschoot, in aanwezigheid van griffier N. Walstra, en is openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG
Zittingsplaats Groningen
Bestuursrecht
zaaknummer: NL23.21388

uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen

[verzoeker], verzoeker,

V-nummer: [nummer],
(gemachtigde: mr. A.S. Sewman),
en

de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, de staatssecretaris

(gemachtigde: mr. R.R. de Groot).

Inleiding

1. In deze uitspraak beslist de voorzieningenrechter op het verzoek om een voorlopige voorziening van verzoeker.
1.1.
De staatssecretaris heeft met het besluit van 24 juli 2023 geen uitstel van vertrek op grond van artikel 64 van de Vreemdelingenwet 2000 toegekend. Met het bestreden besluit van 20 februari 2024 op het bezwaar van verzoeker is de staatssecretaris bij dit besluit gebleven. Verzoeker heeft hiertegen beroep ingesteld. Hij heeft verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
1.2.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek, in overeenstemming met partijen, buiten zitting behandeld.

Beoordeling door de voorzieningenrechter

2. Bij uitspraak van vandaag, zaaknummer NL24.12116, heeft de rechtbank uitspraak gedaan op het beroep. Een voorlopige voorziening is in dit geval niet meer nodig. De voorzieningenrechter wijst het verzoek daarom af.
3. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. N.M. van Waterschoot, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van N. Walstra, griffier, en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl..
De uitspraak is bekendgemaakt op:
Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.