ECLI:NL:RBDHA:2024:8456
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening in vreemdelingenzaak
In deze uitspraak beslist de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op het verzoek om een voorlopige voorziening van de verzoeker, die een V-nummer heeft. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft op 20 oktober 2023 geen uitstel van vertrek verleend op basis van artikel 64 van de Vreemdelingenwet 2000. Na het indienen van bezwaar heeft de staatssecretaris op 1 maart 2024 het eerdere besluit gehandhaafd. De verzoeker heeft hiertegen beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek buiten zitting behandeld, in overeenstemming met de partijen. Tijdens de beoordeling is opgemerkt dat de rechtbank op dezelfde dag uitspraak heeft gedaan in een ander beroep (zaaknummer NL24.13028), waardoor een voorlopige voorziening niet meer noodzakelijk is. De voorzieningenrechter heeft het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.
De uitspraak is gedaan door mr. N.M. van Waterschoot, voorzieningenrechter, en is openbaar gemaakt via een geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.