ECLI:NL:RBDHA:2024:8456

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
3 juni 2024
Publicatiedatum
3 juni 2024
Zaaknummer
NL23.33484
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek voorlopige voorziening in vreemdelingenzaak

In deze uitspraak beslist de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op het verzoek om een voorlopige voorziening van de verzoeker, die een V-nummer heeft. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft op 20 oktober 2023 geen uitstel van vertrek verleend op basis van artikel 64 van de Vreemdelingenwet 2000. Na het indienen van bezwaar heeft de staatssecretaris op 1 maart 2024 het eerdere besluit gehandhaafd. De verzoeker heeft hiertegen beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening.

De voorzieningenrechter heeft het verzoek buiten zitting behandeld, in overeenstemming met de partijen. Tijdens de beoordeling is opgemerkt dat de rechtbank op dezelfde dag uitspraak heeft gedaan in een ander beroep (zaaknummer NL24.13028), waardoor een voorlopige voorziening niet meer noodzakelijk is. De voorzieningenrechter heeft het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.

De uitspraak is gedaan door mr. N.M. van Waterschoot, voorzieningenrechter, en is openbaar gemaakt via een geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG
Zittingsplaats Groningen
Bestuursrecht
zaaknummer: NL23.33484

uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen

[verzoekster], verzoekster,

V-nummer: [nummer],
(gemachtigde: mr. A.S. Sewman),
en

de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, de staatssecretaris,

(gemachtigde: mr. R.R. de Groot).

Inleiding

1. In deze uitspraak beslist de voorzieningenrechter op het verzoek om een voorlopige voorziening van verzoeker.
1.1.
De staatssecretaris heeft met het besluit van 20 oktober 2023 geen uitstel van vertrek op grond van artikel 64 van de Vreemdelingenwet 2000 toegekend. Met het bestreden besluit van 1 maart 2024 op het bezwaar van verzoeker is de staatssecretaris bij dit besluit gebleven. Verzoeker heeft hiertegen beroep ingesteld. Hij heeft verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
1.2.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek, in overeenstemming met partijen, buiten zitting behandeld.

Beoordeling door de voorzieningenrechter

2. Bij uitspraak van vandaag, zaaknummer NL24.13028, heeft de rechtbank uitspraak gedaan op het beroep. Een voorlopige voorziening is in dit geval niet meer nodig. De voorzieningenrechter wijst het verzoek daarom af.
3. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. N.M. van Waterschoot, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. N. Walstra, griffier, en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl.
De uitspraak is bekendgemaakt op:
Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.